Persbericht
Eerste Kamer stemt in met nieuwe strafbeschikking
4 juli 2006
Het Openbaar Ministerie (OM) mag voortaan zelf straffen opleggen. Het
gaat niet om vrijheidsbenemende straffen. Dat blijft voorbehouden aan
de rechter. De huidige transactie zal op den duur verdwijnen; daarvoor
in de plaats komt een strafbeschikking.
Dit staat in een wetsvoorstel van minister Donner waarmee de Eerste
Kamer vandaag heeft ingestemd. De nieuwe wet vloeit voort uit het
Veiligheidsprogramma van het kabinet en treedt naar verwachting op 1
maart 2007 in werking. Het is gebaseerd op het project Strafvordering
2001. De maatregel is een belangrijke vernieuwing van het
strafprocesrecht en draagt bij aan vermindering van de druk op de
capaciteit van de rechterlijke macht.
De officier van justitie kan als straf een geldboete opleggen, een
ontzegging van de rijbevoegdheid voor ten hoogste zes maanden of een
taakstraf met een maximum van 180 uur. De strafbeschikking kan ook
bepaalde voorwaarden bevatten zoals deelname aan een afkickprogramma
en een straat- of contactverbod.
De nieuwe regeling, die van toepassing is op delicten waar een
gevangenisstraf van maximaal zes jaar op staat, heeft als belangrijk
voordeel dat het OM voor de tenuitvoerlegging niet meer afhankelijk is
van de medewerking van de verdachte.
Nu moet de officier van justitie - als de verdachte weigert de
transactie te betalen of helemaal niet reageert op een
transactievoorstel - de verdachte dagvaarden en volgt na veroordeling
tenuitvoerlegging van de straf. Dit is tijdrovend, vooral als het
eenvoudige, veelvoorkomende strafzaken betreft waar de verdachte
dikwijls verstek laat gaan.
De situatie verandert ook voor de verdachte. Nu brengt het OM zijn
zaak nog voor de rechter als hij een transactievoorstel negeert. Bij
de strafbeschikking is dat niet meer het geval. Als de verdachte wil
dat de rechter een oordeel velt, moet hij zelf het initiatief nemen en
verzet aantekenen. In de nieuwe wet van minister Donner krijgt het OM
een zelfstandige sanctiebevoegdheid. Als de verdachte weigert te
betalen en verder geen verzet instelt kan de officier van justitie het
Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) met de tenuitvoerlegging van
de sanctie belasten. Daar staat tegenover dat beroep op de
strafrechter in alle gevallen mogelijk blijft.
Buiten de rechter om een zaak afdoen is niet nieuw. Dagelijks biedt
het OM verdachten een transactie aan. De grens ligt ook hier bij
delicten met een maximale gevangenisstraf van zes jaar. In de huidige
regeling blijft het OM afhankelijk van de medewerking van de
verdachte. Door te betalen geeft de verdachte aan dat hij het aanbod
aanvaardt en voorkomt hij strafvervolging en bestraffing. Dit betekent
niet dat daarmee ook de schuld van de verdachte vaststaat.
Minister Donner wil daar met de nieuwe wet verandering in brengen. De
transactie wordt omgezet in een strafbeschikking, die - anders dan de
huidige transactie - als een daad van vervolging wordt gezien. De
strafbeschikking levert straf op vanwege schuld van de verdachte aan
een strafbaar feit.
In de nieuwe regeling wordt het uitgangspunt losgelaten dat alleen de
strafrechter een straf mag opleggen en de schuld van de verdachte mag
vaststellen. Dat is een belangrijke wijziging ten opzichte van het
geldend strafprocesrecht. De centrale overweging daarbij is dat
schaarse rechterlijke capaciteit alleen in die gevallen wordt gebruikt
waarin dat, mede gelet op de aard en de ernst van het strafbare feit,
noodzakelijk is.
Minister Donner is van oordeel dat het verantwoord is om, net als in
het bestuursrecht, ook in het strafrecht het monopolie van de rechter
om straffen op te leggen te doorbreken voor de lichtere strafbare
feiten. Naarmate de sanctie voor de burger ingrijpender is, zijn er in
de nieuwe wet meer waarborgen opgenomen voor een zorgvuldige
beslissing. Vandaar dat de verdachte vóór het opleggen van een
ontzegging van de rijbevoegdheid, een taakstraf en een hoge geldboete
de gelegenheid krijgt om te worden gehoord. Als betrokkene zich niet
houdt aan de rijontzegging, kan hij worden vervolgd voor het rijden
tijdens een rijontzegging. De verdachte moet ook worden gehoord
voordat voorwaarden zoals een afkickprogramma of een straat- of
contactverbod worden opgelegd.
Ook de politietransactie wordt omgezet naar een strafbeschikking.
Opsporingsambtenaren krijgen de bevoegdheid een lage geldboete op te
leggen, in de gevallen waarin zij nu een politietransactie mogen
aanbieden. De vaste tarieven die daarbij gelden worden, net als bij de
politietransactie, vastgelegd in richtlijnen van het College van
procureurs-generaal. In de gevallen waar volgens de huidige
regelgeving een transactie mogelijk is, kan bij de buitengerechtelijke
afdoening nieuwe stijl een strafbeschikking worden opgelegd. Verder
mogen ook gemeenten in sommige gevallen overtredingen in de openbare
ruimte met een strafbeschikking afdoen.
De invoering van de strafbeschikking sluit aan bij de huidige
transactiepraktijk. Werkzaamheden en taken van politie en OM zijn
daarin goed op elkaar afgestemd. Het CJIB draagt zorg voor een
efficiënte verwerking van de aangeboden transacties. Dit zijn er
honderdduizenden per jaar.
Ministerie van Justitie