Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
71 Vragen van de heer H.IJ. van der Roest
(vragen binnengekomen op 4 juli 2006)


Het is prettig dat er mooi weer is. De stad bruist van het leven, de terrassen zijn vol en de stemming is goed. Toch zijn er ook minder goede kanten aan het zomerse weer. Eén van die minder goede kanten is de smog en daardoor de toename van ozon.

De belangrijkste oorzaken van ozon op leefniveau zijn luchtvervuiling en toegenomen concentraties ozon als gevolg van het mooie weer. Ozon wordt gevormd onder invloed van zonlicht en wordt versterkt door luchtvervuiling. Vooral verkeer, industrie en huishoudens zijn belangrijke bronnen van luchtvervuiling. Juist omdat ozon ontstaat onder invloed van zonlicht kunnen in de zomer extra hoge concentraties ozon ontstaan, dit heet zomersmog, ook wel ozonsmog genoemd. Het RIVM gaf op 3 juli 2006 al een waarschuwing voor zomersmog af.

De PvdA-fractie maakt zich ernstige zorgen over de gevolgen van zomersmog voor de volksgezondheid en vraagt zich af of het College maatregelen kan nemen die het mogelijk maken dat mensen ook in Utrecht van het mooie weer kunnen genieten.. Dat leidt tot de volgende vragen aan het College:

1. Kan het College aangeven wat de directe consequenties van het smogalarm zijn voor de gezondheid van de inwoners van de gemeente Utrecht?
2. Kan het College de bevolking van Utrecht via de media (krant, televisie en radio) oproepen om bij smogalarm zoveel mogelijk de auto te laten staan?
3. Kan het College de bevolking van Utrecht bij smogalarm extra oproepen om - vooral binnen de singels - zoveel mogelijk het openbaar vervoer en de fiets te gebruiken?
4. Kan het College andere maatregelen treffen om het smogalarm kracht bij te zetten? Welke maatregelen zijn dat?


---- --