IP/06/907
Brussel, 3 juli 2006
De Commissie onderneemt gerechtelijke stappen om in de gehele EU de
bescherming van vogels en hun habitats te verbeteren en een eind te maken
aan de afname van de biodiversiteit
De correcte toepassing van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn is
cruciaal om het doel van de EU - tegen 2010 de afname van de
biodiversiteit stoppen - te bereiken. Uit onderzoek van de Europese
Commissie is evenwel gebleken dat een groot aantal lidstaten deze twee
richtlijnen niet correct toepast. De Commissie heeft derhalve
inbreukprocedures ingeleid tegen tien lidstaten wegens het overtreden
van de Vogelrichtlijn en tegen acht lidstaten wegens het niet correct
toepassen van de Habitatrichtlijn. Deze twee richtlijnen hebben ten
doel, voor vogels en andere dieren en hun habitats in de gehele EU een
hoog beschermingsniveau tot stand te brengen. Helaas heeft een groot
aantal inbreukprocedures die door de Europese Commissie wegens de
slechte toepassing van EU-wetgeving op milieugebied worden ingeleid,
precies betrekking op deze richtlijnen. De Commissie hoopt met haar
acties de situatie sterk te verbeteren.
De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn zijn volgens commissaris voor
het Milieu Stavros Dimas de belangrijkste instrumenten voor de
instandhouding van de biodiversiteit in de EU. "Alleen de correcte en
prompte toepassing van deze richtlijnen kan ervoor zorgen dat de
afname van de biodiversiteit tegen 2010 wordt gestopt: de lidstaten
moeten snel reageren om te waarborgen dat op hun grondgebied vogels en
hun habitats naar behoren worden beschermd", aldus commissaris Dimas.
Vogelbescherming: dertien lidstaten krijgen een eerste waarschuwing
De Commissie heeft een eerste schriftelijke waarschuwing gezonden aan
de volgende lidstaten: Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland,
Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland,
Polen, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk.
Bij de Vogelrichtlijn van 1979^ werden maatregelen vastgesteld voor
de bescherming, het beheer en de regulering van alle in het wild
voorkomende vogelsoorten. De richtlijn bevat ook voorschriften voor de
bescherming van hun habitats. De lidstaten dienen speciale
beschermingszones aan te wijzen voor de 194 bedreigde vogelsoorten en
voor alle trekvogelsoorten. Bij de richtlijn worden ook activiteiten
verboden die een rechtstreekse bedreiging vormen voor vogels, zoals
het opzettelijk doden of vangen van vogels, het vernietigen van hun
nesten, het roven van hun eieren alsmede activiteiten die daarmee
verband houden, zoals de handel in levende of dode vogels (een paar
geoorloofde uitzonderingen buiten beschouwing gelaten).
De lacunes in de nationale wetgevingen van de lidstaten zijn van land
tot land verschillend. Bijvoorbeeld: de nationale wetgeving zorgt niet
voor een degelijke bescherming van de vogeleieren of van de jonge
vogels, of de voorwaarden waaronder de jacht wordt toegestaan stroken
niet met de bij de richtlijn vastgestelde voorwaarden, of de
maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de habitats worden beschermd
zijn ontoereikend.
Bescherming van de wilde flora en fauna en de habitats daarvan: acht
lidstaten die de richtlijn niet naleven, kregen een eerste
waarschuwingsbrief toegestuurd
In verband met de Habitatrichtlijn heeft de Commissie acht lidstaten
een eerste waarschuwingsbrief gezonden: Cyprus, Tsjechië, Denemarken,
Griekenland, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.
De Habitatrichtlijn werd in 1992 aangenomen. Dankzij deze richtlijn
wordt de beschermingsregeling die bij de Vogelrichtlijn is ingevoerd,
uitgebreid tot een groter aantal zeldzame, bedreigde of inheemse
soorten, zodat ongeveer 450 dieren en 500 planten door de richtlijn
zijn beschermd. De richtlijn heeft ook ten doel ongeveer 200 zeldzame
en karakteristieke habitattypes in stand te houden. Zij moet het
behoud van de biodiversiteit bevorderen door de oprichting van
Natura 2000, een Europees netwerk van speciale beschermingszones -
wereldwijd het eerste in zijn soort - dat fungeert als bijdrage van de
EU aan het wereldwijde netwerk waarin het VN-Verdrag inzake
biologische diversiteit voorziet.
Op welke wijze de lidstaten de richtlijn niet hebben nageleefd is ook
in dit geval van land tot land verschillend. Soms is bijvoorbeeld niet
in compenserende maatregelen voorzien wanneer een activiteit of
project gevolgen heeft voor een speciale beschermingszone, of voorziet
de wetgeving niet in de strikte bescherming van bepaalde soorten.
Afzonderlijke rechtszaken in verband met natuurbescherming
Bovendien heeft de Commissie een aantal beslissingen getroffen in nog
niet afgesloten zaken met betrekking tot de toepassing van de
Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in specifieke lidstaten.
De Commissie heeft de zaak in verband met de bouw van de luchthaven
"Ciudad Real" in Spanje afgesloten, die was ingeleid op basis van het
feit dat geen degelijke milieueffectbeoordeling MEB) had
plaatsgevonden voor het project. Sedertdien is een MEB voor het
project voltooid en is een uitgebreide reeks maatregelen goedgekeurd
om de gevolgen van de luchthavenactiviteiten voor het milieu te
temperen of te compenseren. Willen wij het verlies aan biodiversiteit
een halt toeroepen, dan is het van cruciaal belang dat natuurbehoud en
vooruitgang met elkaar worden verzoend.
De Commissie heeft Griekenland een eerste schriftelijke waarschuwing
gezonden na een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese
Gemeenschappen van 16 maart 2006 waarbij Griekenland werd veroordeeld
omdat het geen strenge beschermingsmaatregelen had uitgevaardigd en
toegepast voor de Milosadder (zaak C-518/04). De Milosadder is een in
Griekenland inheemse bedreigde soort. Griekenland kreeg twee maanden
de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die
het had genomen om de uitspraak na te leven. Deze termijn is
verstreken en de Commissie heeft van de Griekse autoriteiten geen
antwoord ontvangen.
De Commissie heeft Ierland een laatste schriftelijke waarschuwing
gezonden in verband met de niet-naleving van de Habitatrichtlijn. De
litigieuze kwesties zijn het feit dat geen adequate regeling is
getroffen voor de besluitvorming inzake ruimtelijke ordening en andere
projecten die gevolgen hebben voor de zones van Natura 2000, de zwakke
bepalingen betreffende de handhaving van de wetgeving wanneer door
illegale activiteiten schade is berokkend aan beschermde habitats
alsmede het feit dat niet de nodige maatregelen werden genomen om te
waarborgen dat kaalslag (waarbij geen enkele boom wordt gespaard) en
herbeplanting met naaldbossen voor commerciële doeleinden geen
negatieve gevolgen hebben voor gevoelige soorten zoals de bedreigde
zoetwaterparelmossel.
In een tegen Oostenrijk lopende zaak heeft de Commissie besloten dat
land een laatste waarschuwing te zenden omdat het in gebreke is
gebleven wat betreft het voorstellen van voldoende nationale
natuurgebieden voor het EU-netwerk van beschermde gebieden,
Natura 2000. Elf jaar nadat de lidstaten werden verplicht hun
nationale lijst voor te stellen van gebieden voor Natura 2000, het
netwerk dat in het kader van de Habitatrichtlijn wordt opgezet, is de
vaststelling van de Oostenrijkse gebieden verre van voltooid. Over het
geheel genomen komen in de door Oostenrijk momenteel voorgestelde
lijst 15 habitats en 10 soorten onvoldoende aan bod.
Eveneens in verband met de aanwijzing van gebieden stelt de Commissie
vast dat Frankrijk in december 2004 heeft gereageerd op een laatste
schriftelijke waarschuwing van de Commissie door in het kader van de
Habitatrichtlijn 87 nieuwe gebieden aan te wijzen en 119 andere
gebieden uit te breiden. Frankrijk heeft eveneens voorstellen
ingediend voor 177 nieuwe gebieden en voor de uitbreiding van 32
andere gebieden in het kader van de Vogelrichtlijn na een uitspraak
van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van
november 2002 waarin werd gesteld dat Frankrijk onvoldoende speciale
vogelbeschermingsgebieden had aangewezen. De voorstellen van Frankrijk
worden in beide gevallen evenwel nog nauwkeurig door de Commissie
onderzocht.
Verloop van de juridische procedure
Artikel 226 van het Verdrag verleent de Commissie de bevoegdheid om in
rechte op te treden tegen een lidstaat die zijn verplichtingen niet
nakomt.
Indien de Commissie van mening is dat er sprake kan zijn van een
inbreuk op het EU-recht die het inleiden van een inbreukprocedure
rechtvaardigt, richt zij een "schriftelijke aanmaning" (d.w.z. een
eerste schriftelijke waarschuwing) aan de betrokken lidstaat, waarbij
zij deze lidstaat verzoekt haar binnen een bepaalde termijn (meestal
twee maanden) zijn opmerkingen te doen toekomen.
In het licht van het antwoord van de lidstaat - of indien een antwoord
uitblijft - kan de Commissie besluiten de lidstaat een "met redenen
omkleed advies" (d.w.z. een laatste schriftelijke waarschuwing) te
doen toekomen. Daarin wordt duidelijk en definitief uiteengezet waarom
de Commissie van mening is dat er een inbreuk op de EU-wetgeving is
geweest en wordt de lidstaat verzocht om binnen een bepaalde periode,
meestal twee maanden, zijn verplichtingen na te komen.
Indien de lidstaat het met redenen omkleed advies naast zich neerlegt,
kan de Commissie besluiten de zaak voor het Europees Hof van Justitie
te brengen. Als het Hof van Justitie tot het besluit komt dat er
sprake is van een inbreuk op het Verdrag, moet de lidstaat die de
overtreding heeft begaan alle nodige maatregelen treffen om aan zijn
verplichtingen te voldoen.
Artikel 228 van het Verdrag geeft de Commissie de bevoegdheid om op te
treden tegen een lidstaat die geen gevolg heeft gegeven aan een eerder
arrest van het Europees Hof van Justitie. Dit artikel voorziet
eveneens in de mogelijkheid voor de Commissie, het Hof te verzoeken de
lidstaat een dwangsom op te leggen.
Nadere informatie over het natuurbeschermingsbeleid van de EU is
beschikbaar op:
http://europa.eu.int/comm/environment/co2/co2_home.htm
Voor de recentste gegevens over inbreuken in het algemeen, zie:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm#infractions
---
Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand.
Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke
habitats en de wilde flora en fauna.
European Union