Gemeente Alkemade


Wethouder Jan Uit den Boogaard: 'Ontwikkeling Braassemerland zo mogelijk versnellen'

CUB wordt JUB. Eén letter, dat is op het eerste gezicht het enige verschil tussen de oude en de nieuwe wethouder van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in Alkemade. Cees Uit den Boogaard (VMA) maakte bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen plaats voor zijn oudere broer Jan Uit den Boogaard, uitkomend voor het CDA. Ook inhoudelijk heeft de wisseling van de wacht vooralsnog geen grote gevolgen. 'Het wordt echt niet allemaal anders', verzekert de kersverse wethouder, gevraagd naar de ontwikkeling van Braassemerland. De hoofdlijnen voor de herinrichting van het gebied liggen vast. De raad heeft uit de drie ontwikkelde modellen gekozen voor het zogeheten eilandenmodel, woningbouw op lange smalle percelen geflankeerd door sloten. Dat komt het meest in de buurt van de huidige structuur van het oude tuinbouwgebied. Die willen we graag behouden.'

Wel wil Uit den Boogaard waar mogelijk meer tempo gaan maken. Het moet wat hem betreft geen tweede De Bloemen worden. De voorbereidingen voor dat project hebben veel te lang geduurd. Na de zomervakantie verschijnt de volgende bewonerskrant waarin de vorderingen worden geschetst. Vooruitlopend op de krant licht de wethouder de stand van zaken toe.

Kluif
De CDA-wethouder is zich ervan bewust dat het een hele kluif zal zijn om de ontwikkeling van Braassemerland te versnellen. Er moet nog heel veel gebeuren, voordat er echt gebouwd kan worden in het oude tuinbouwgebied. Volgens de huidige planning kan op zijn vroegst in 2008 de eerste paal de grond in, in het meest ongunstige scenario, waarin bezwaarden volhouden tot de Raad van State, pas najaar 2009. Zover is het nog lang niet. Momenteel wordt gerekend op de uitvoerbaarheid en de financiële haalbaarheid van de drie varianten die binnen het eilandenmodel uitgewerkt zijn.'

Uit den Boogaard: 'Uitgangpunt is en blijft dat de gemeente geen geld hoeft toe te leggen op de herinrichting van het gebied, inclusief de aanleg van de infrastructuur en de recreatievoorzieningen.' Daarnaast werken verschillende bureaus aan de wettelijk voorgeschreven milieu-effect rapportage, kortweg MER. Het gaat om een zeer uitvoerig onderzoek naar flora en fauna, waterhuishouding, archeologische waarden tot en met de productie van fijn stof. De MER vormt de basis voor het bestemmingsplan.

Bestemmingsplan
In het gebied is zoals vermeld nog niets zichtbaar. En dat blijft ook nog wel even zo, want eerst moet er een bestemmingsplan voor het gebied worden opgesteld. De uitkomsten van de MER vormen daarvoor de basis. Jan Uit den Boogaard: 'Zonder goedgekeurd bestemmingsplan kan het college geen bouwvergunning buiten het huidige bebouwde lint verlenen. De grondeigenaren zullen dus nog even geduld moeten hebben. Momenteel zijn dat vooral de bewoners van het gebied. Er zijn wel projectontwikkelaars actief die grondposities proberen te verwerven. Maar door het tijdig vestigen van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten moet de grond bij verkoop eerst aan de gemeente worden aangeboden. Ook kloppen er regelmatig tuinders bij de gemeente aan, die zelf willen ontwikkelen. Dat is in principe mogelijk, mits de plannen passen in het totaal. Om dat te kunnen beoordelen moet het bestemmingsplan vastgesteld zijn.'

Westeinde
Met het oog op de grote plaatselijke woningbehoefte onderzoekt het college de mogelijkheden om een gebied in het verlengde van het Westeinde apart te ontwikkelen. Het gebiedje, grenzend aan Braassemerland, is eigendom van Westend BV, een samenwerkingsverband van de projectontwikkelaars Heembouw en Kennemerland. Jan Uit den Boogaard: 'Het plan voorziet in de bouw van circa 200 woningen, waaronder een flink aantal starterswoningen. De ontsluiting kan voorlopig nog verlopen via de bestaande infrastructuur. Als het een beetje meezit kan in het voorjaar van 2008 de eerste paal de grond in.' Naast het waar mogelijk versnellen van procedures is de wethouder bezig om een projectorganisatie op te tuigen voor de uitvoering van Braassemerland. De bedoeling is dat de projectorganisatie op enige afstand van de gemeente komt te staan, zodat zij na de vaststelling van het bestemmingsplan meteen aan de slag kan en de eigen werkorganisatie niet overbelast wordt. De gemeente houdt uiteraard wel de regie, verzekert Uit den Boogaard. De CDA-wethouder beschouwt het als een eer om mee te kunnen bouwen aan de toekomst van de gemeente. 'Ook als raadslid denk en stuur je mee, maar als wethouder ben je nog intensiever betrokken. Je beschikt over meer informatie over allerlei procedurele en uitvoeringstechnische zaken. Dat is tegelijkertijd soms ook een spanningsveld: snelheid versus zorgvuldigheid. Het is zaak niet alles vooraf dicht te timmeren maar open te staan voor nieuwe inzichten, zonder de uitgangspunten uit het oog te verliezen. Want de uitvoering van het plan loopt pakweg 15 jaar. In die tijd kan er veel veranderen.'