Gemeente Hilversum

Wmo-raad Hilversum in oprichting

5 juli 2006
In samenspraak met de toekomstige gebruikers van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft de gemeente Hilversum een model ontwikkeld op basis waarvan met de betrokken partijen kan worden samengewerkt. Het college van burgemeester en wethouders heeft vandaag met dit model ingestemd. De Wmo verlangt dat de gemeente burgers, instellingen en organisaties bij de voorbereiding van het Wmo-beleid betrekt. Zij moeten niet alleen kunnen rekenen op informatie, maar ook hun mening kunnen geven bij de totstandkoming van het beleid.

Voor wat betreft de bemensing van de Wmo-raad is er per doelgroep/aandachtsgebied ('cluster') voor gekozen twee leden af te vaardigen. Het gaat daarbij om de clusters 'lichamelijk gehandicapten/chronisch zieken', 'ouderen', 'geestelijke gezondheidszorg', 'verstandelijk gehandicapten', 'cliëntenraad sociale dienst' en 'mantelzorgondersteuners / vrijwilligers'. In de Wmo-raad zijn geen zorgaanbieders vertegenwoordigd, alléén belangenbehartigers. Het is aan de instellingen om hun eigen vertegenwoordigers te kiezen. Uiteindelijk gaat het erom dat de belangen van de mensen die aanspraak maken op de Wmo worden behartigd. Terugkoppeling naar en inbreng vanuit de achterban is een verantwoordelijkheid van de vertegenwoordigers zelf. Het geschetste model komt tegemoet aan de wensen van alle betrokkenen. Daarbij moet worden aangetekend dat 'jeugdzorg', 'huiselijk geweld' en 'openbare geestelijke gezondheidszorg' als doelgroep/aandachtsgebied ontbreken. Een splitsing van het cluster 'lichamelijk gehandicapten/chronisch zieken' is aan de orde geweest, maar in de wetenschap dat nog sprake is van een 'groeimodel' werd ervoor gekozen om met 6 clusters van start te gaan.
De Wmo-raad Hilversum in oprichting heeft als taak gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over alles wat Wmo is. Op welke wijze de leden van de raad hun achterban willen raadplegen kan per onderwerp en methode verschillen. Het is aan de Wmo-raad hieraan invulling te geven. Telkens als beleid in de maak is zal de Wmo-raad bij nieuwe ontwikkelingen worden betrokken. Indien de Wmo-raad en ambtenaren/overige betrokkenen 'op één lijn' zitten voor wat betreft de te volgen koers, zal dat uitmonden in een gezamenlijk voorstel aan het college. Verschilt de Wmo-raad van mening, dan kan zij het gemeentebestuur zelfstandig adviseren. Als het college het advies van de Wmo-raad niet opvolgt, dan moet dat beargumenteerd gebeuren. Overigens is het aan de gemeenteraad om uiteindelijk te beslissen. Op dit moment is er nog geen wettelijke basis, waarin de rechten en plichten van de Wmo-raad kunnen worden vastgelegd. Dit neemt niet weg dat het in deze fase van beleidsvoorbereiding onontbeerlijk is om een 'meedenkgroep' te hebben. De ervaringen met participatie tijdens de voorbereiding van het Wmo beleid, kunnen daarbij belangrijke informatie verschaffen over de toekomstige vormgeving daarvan. De evaluatie zal dus breed gedragen en gevoed moeten worden. De gemeenten hebben hierbij de keuze om de Wmo participatie vast te leggen in een Wmo-verordening of als extra paragraaf in hun eigen lokale inspraakverordening. Dit moet dan gestalte krijgen in 2007.