| |Nr. |2006-365 | | |Arnhem|5 juli 2006 | | |, | |UITVOERING MILIEUPLAN GROTENDEELS OP KOERS
De ambitie van Gelderland om iedereen in 2010 een gezonde en veilige woonomgeving te bieden en overlast door stank of lawaai uit te bannen, lijkt te kunnen worden gehaald. Dat blijkt uit de tussentijdse beleids-evaluatie van het Gelders Milieuplan-3 (GMP3) voor 2004-2010 die GS dinsdag hebben vastgesteld. De evaluatie is bedoeld om te beoordelen waar het beleid bijgestuurd moet worden.
Twee jaar na de vaststelling van het GMP3 in juni 2004 blijkt dat voor zes van de tien hoofddoelstellingen de uitvoering op koers ligt. De basiskwaliteitsdoelen voor geur, bodemkwaliteit, externe veiligheids-risico's, waterwinning, afval, grondstoffen, duurzame energie en ener-giebesparing worden met de huidige inspanningen en maatregelen in 2010 gehaald. Vergunningen worden standaard getoetst op geur. Bij bedrijven die onder provinciale verantwoordelijkheid vallen en waarover burgers klagen is actie ondernomen. Het aantal klachten over geur is afgenomen en de be-drijven die voor geuroverlast kunnen zorgen zijn in beeld. De uitvoering van de bodemsaneringsopgave verloopt volgens planning; de saneringsopgave in het collegewerkplan zal worden gehaald. Bodemsanering door derden verloopt langzamer omdat de voorwaarden voor rijksfinanciering steeds beperkter worden omdat het Rijk anders is gaan denken over bodembeleid. De nationale focus ligt nu primair op het saneren van terreinen waar ruimtelijke ontwikkelingen gaan plaatsvin-den. Die moeten zo schoon worden als nodig is voor hun nieuwe bestemming. Voor provinciale bedrijven die een risico kunnen vormen voor de externe veiligheid voor de omgeving zijn of worden de verguningen aangepast. Van de 50 drinkwaterwinningen in Gelderland voldoen er nu 23 aan de normen van de Kaderrichtlijn Water.
Maatschappelijk draagvlak
De doelen in het GMP-3 voor afval verlopen volgens planning en zullen naar verwachting worden gehaald, dat geldt ook voor het verwerken van baggerspecie. De doelen voor duurzame energie worden waarschijnlijk ook gehaald, hoewel het vergunnen van de stook van biomassa (Elektrabel) nog wel een cruciale factor is; het maatschappelijk draagvlak hiervoor is nog beperkt. De doelen voor energiebesparing bij grote energiegebruikers moeten worden bijgesteld doordat er een Europese handel is ontstaan in emissierechten voor het uitstoten van het broeikasgas koolstofdioxide. Door dit EU-systeem vervalt de provinciale CO2-reductiedoelstelling voor deze grote bedrijven. Voor de kleinere provinciale bedrijven blijft deze opgave wel bestaan.
Door veranderde en aangescherpte Europese richtlijnen, nieuwe inzichten of hardnekkiger blijkende knelpunten, verloopt de uitvoering van vier andere doelstellingen in het GMP3 niet optimaal. De doelstellingen kunnen wel bereikt worden, maar hiervoor is extra inspanning nodig.
Polsstok
De luchtkwaliteit wordt voortvarend aangepakt, maar de polsstok van de provincie is beperkt. De bijdrage van bedrijven aan de luchtkwaliteit is kleiner dan gedacht en de bijdrage die verkeer levert aan luchtvervuiling blijkt groter te zijn, dat heeft recent onderzoek aangetoond. Uitstoot door verkeer is lastiger aan te pakken dan uitstoot door bedrijven. Als alle voorgenomen Europeses, nationale, regionale en lokale activiteiten ook daadwerkelijk worden uitgevoerd kan Gelderland de norm voor fijn stof voor vrijwel het gehele grondoppervlak halen. Dit vergt nog wel een grote inspanning van alle partijen. Voor geluid is de GMP3 doelstelling ambitieus; niemand mag meer last hebben van ernstige geluidhinder langs de Gelderse provinciale wegen in 2010. Een aantal geluidsknelpunten is aangepakt, maar door beperkte middelen en de verwachte groei van de mobiliteit zullen extra inspanningen nodig zijn om de basiskwaliteit in 2010 te halen. Voor natuur en recreatie liggen de beleidsdoelen voor donkerte, stilte en waterparels (watertjes met natuurwaarde) op koers. Een betere milieukwaliteit (minder verzurende en vermestende stoffen) is nodig voor herstel van de natuur en hier zijn nog niet genoeg vorderingen te zien. Dat komt mede omdat het nationale beleid om het gebruik van deze stoffen terug te dringen niet scherp genoeg is. De verbetering van de passeerbaarheid van provinciale wegen door dieren vordert niet snel genoeg. De verduurzaming van bedrijventerreinen is tot nu toe vooral beperkt gebleven tot revitalisering, daar wordt nu aan gewerkt.
Op punten waar de provincie nog niet op schema ligt, zal een gebiedsgerichte benadering helpen om de ambitieuze doelstellingen van het GMP3 dichterbij te brengen.