De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : DL. 2006/1495
datum : 05-07-2006
onderwerp : Vragen naar aanleiding van Algemeen Overleg
Ingrepenbesluit d.d. 01 juni 2006
bijlagen :
Geachte Voorzitter,
Met deze brief informeer ik u, naar aanleiding van uw vragen tijdens
het Algemeen Overleg over het Ingrepenbesluit van 1 juni jl., over de
stand van zaken rond het doden van haantjes en castratie in de
varkenshouderij. Over mijn toezegging omtrent het doden van
ongeïdentificeerde runderen informeer ik u separaat.
Doden van haantjes
Vorig jaar heb ik laten onderzoeken of er een economisch alternatief
voorhanden was voor het doden van de eendagskuikens met de shredder.
Tevens heb ik onderzoek laten verrichten naar mogelijkheden om het
doden in zijn geheel te voorkomen. Ik heb u in mijn brief (TK
vergaderjaar 2004-2005, 21501-31 nr. 124) van 24 mei 2005 daarover
geïnformeerd.
Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat het gebruik van de
shredder een methode is die een zeer snelle dood tot gevolg heeft en
er geen economisch en/of praktisch alternatief voorhanden is.
Daarnaast is duidelijk geworden dat het mogelijk is om haantjes en
hennetjes halverwege het broedproces in het broedei uit te selecteren,
waardoor voorkomen kan worden dat niet-gewenste haantjes of hennetjes
(dit is afhankelijk van het soort bedrijf) uitkomen en dus ook niet
gedood hoeven te worden. Pas indien het moment van uitselecteren
verschoven kan worden van halverwege naar het begin van het
broedproces kan het economisch interessant worden om deze methode te
gaan toepassen in de praktijk. Dit onderzoek naar het uitselecteren
van de kuikens in het broedei is een erg dure techniek en is voorlopig
niet praktijkrijp. Het initiatief ligt nu bij het bedrijfsleven.
Castratie in de varkenshouderij
Castratie van mannelijke biggen wordt toegepast om te voorkomen dat
bij de bereiding van varkensvlees berengeur vrijkomt. Deze pijnlijke
en stressvolle ingreep bij varkens wordt steeds meer als onwenselijk
ervaren, zowel door de varkenshouder zelf als door de maatschappij.
Het op termijn kunnen stoppen met deze ingreep en het verzamelen van
de daarvoor benodigde kennis en praktijkervaring staat dan ook volop
in de schijnwerpers en is een belangrijk agendapunt, zowel bij het
bedrijfsleven als bij maatschappelijke organisaties, zoals de
Dierenbescherming.
Een belangrijke drijfveer van alle betrokkenen rond dit dossier is het
verbeteren van het welzijn van varkens en het respecteren van de
intrinsieke waarde van het dier.
Voor de varkenshouderij en verwerkende industrie levert het niet meer
castreren eveneens verbeteringen op in groei, gezondheid en kwaliteit.
Er zijn verschillende wegen te bewandelen. Mijn streven is om op
termijn volledig te stoppen met de castratie van mannelijke biggen. Ik
wil daarom ook alle energie en middelen zetten op perspectiefvolle
ontwikkelingen waarmee we dit streven kunnen bereiken.
Ik maak daarom hier van de gelegenheid gebruik om, naast uw vraag over
de stand van zaken rond immunosterilisatie en castratie onder
verdoving, tevens de stand van zaken van andere meer
perspectiefvollere ontwikkelingen op dit gebied in deze brief toe te
lichten.
Ik zal daarom in deze brief ingaan op vier technische ontwikkelingen.
Castreren onder verdoving
ASG-Veehouderij BV heeft in 2005 onderzoek gedaan naar de wijze hoe
castratie onder verdoving kan plaatsvinden en wat dat betekent voor de
arbeidsomstandigheden en de kosten van de varkenshouder. Op dit moment
onderzoekt in ieder geval de Vereniging van Biologische Varkenshouders
of zij, in afwachting van het overbodig worden van castratie, onder
verdoving zullen gaan castreren.
Immunosterilisatie
U heeft mij gevraagd naar de stand van zaken over immunosterilisatie.
Mijn visie blijft zoals ik die verwoord heb tijdens de
begrotingsbehandeling in het najaar van 2004 en in mijn antwoorden op
vragen van lid Vos, Tweede Kamervergaderjaar 2004-2005, Aanhangsel van
de Handelingen nr. 914 van 26 januari 2005 en lid Ormel, Tweede
Kamervergaderjaar 2005-2006, Aanhangsel van de Handelingen nr. 168 van
26 september 2005. Het nadeel van immunosterilisatie is dat castratie
daarmee niet ongedaan gemaakt wordt. Het dier moet ingespoten worden
met hormonen en het blijft dus 'sleutelen' aan een dier.
Hoe consumenten hier vervolgens tegenaan zullen gaan kijken is nog
onduidelijk, maar gelet op het gebruik van hormonen kan dit wel eens
negatief uitpakken. In Nederland vindt er momenteel geen onderzoek
meer plaats naar de toepassing ervan.
Mijn streven is om te komen tot een algeheel Europees verbod op
castratie.
Berengeur-gen
Bij het opsporen welke genen van een varken verantwoordelijk zijn voor
berengeur wordt gebruik gemaakt van de techniek Proteomics. Proteomics
is een veelbelovend instrument om te achterhalen welke eiwitten
betrokken zijn bij, en vervolgens ook welke genen verantwoordelijk
zijn voor de ontwikkeling van berengeur. Ik financier onderzoek
uitgevoerd door ASG-Veehouderij BV naar de genetische oorzaken van
berengeur om zo enerzijds te kunnen fokken met minder kans op
berengeur en anderzijds betere methoden van detectie op berengeur aan
varkenskarkassen in het slachthuis te ontwikkelen. Ondertussen heeft
ASG-Veehouderij BV in samenwerking met experts uit Noorwegen en China
bij varkenseiwitten gevonden die geassocieerd zijn met berengeur.
De herkomst van deze eiwitten lijkt te kunnen worden herleid tot een
locatie in het varkensgenoom, die met een grote waarschijnlijkheid
betrokken is bij het optreden van berengeur. Nader onderzoek zal dit
definitief moeten uitwijzen.
Detectie berengeur
Niet alleen de ontwikkelingen op het gebied van gendetectie en
fokkerij zijn van belang om op termijn te stoppen met castratie, er
wordt ook aandacht besteed aan de detectie van berengeur in varkens
aan de slachtlijn. Begin dit jaar is daarom ook een onderzoek gestart,
gefinancierd door mijn ministerie en het bedrijfsleven, waarin gekeken
wordt naar de inventarisatie en evaluatie van testen om berengeurvrije
varkens dan wel 'stinkerds' op te sporen en naar de afzetmogelijkheden
van niet-gecastreerde varkens en vlees daarvan. Het is daarbij van
belang te komen tot een internationaal geaccepteerde maat voor
berengeurvrij vlees. Het resultaat van dit onderzoek verwacht ik medio
2007.
Internationale dimensie
Nederland kan dit probleem niet zonder de internationale partners
oplossen, mede gezien onze internationale handelsbelangen. Het is
hoopgevend dat diverse landen om ons heen zich ook bewust zijn van de
problematiek en op zoek zijn naar alternatieven. Landen als Australië,
Zwitserland en Noorwegen hanteren in de praktijk al tussenoplossingen
als immunosterilisatie en verdoofd castreren. Duitsland is net als
Nederland op zoek naar alternatieven. Ook de Europese Commissie en het
Europees Parlement hebben deze problematiek geagendeerd.
De Europese Commissie heeft ons toegezegd ons streven, om castratie
overbodig te maken, te willen ondersteunen. Wij zullen in
gezamenlijkheid een symposium organiseren om op Europees niveau te
zoeken naar een oplossing en internationaal draagvlak.
Op vele fronten staat het uitbannen van castratie en het zoeken naar
alternatieven hoog op de agenda. Ik zet in op een definitieve
oplossing langs fokkerij en detectie en wil dit samen met alle
partijen zo snel mogelijk proberen te bereiken. Ik ben hoopvol dat we
de komende jaren een grote stap in die richting kunnen zetten.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit