Ingezonden persbericht


Amsterdam, 30 maart 2006

Japanse zomer in het Van Gogh Museum met drie tentoonstellingen

In het Van Gogh Museum staat de zomer van 2006 in het teken van Japan. Maar liefst drie exposities, van 7 juli t/m 22 oktober 2006 (opgelet: nieuwe einddatum) te zien in de tentoonstellingsvleugel, tonen diverse aspecten van de 19de-eeuwse Japanse kunst. Ook de vrijdagavonden krijgen gedurende deze periode een Japans tintje.

Uit de befaamde Khalili collectie, 's werelds grootste en meest veelzijdige privé-verzameling op het gebied van Meiji-kunst, brengt het Van Gogh Museum een selectie van ruim 200 objecten bijeen onder de titel Pronkstukken uit keizerlijk Japan. Meiji-kunst uit de Khalili collectie. De werken werden gemaakt in de periode van de 'verlichte regering' van keizer Meiji (1868-1912). Nooit eerder werd op het Europese vasteland een uitgebreide tentoonstelling gewijd aan de Meiji-kunst uit deze collectie.

Tijdens de regeringsperiode van keizer Meiji vindt er een opmerkelijke ontwikkeling in de Japanse kunst plaats. Deze wordt mede ingegeven door het wegvallen van de traditionele markt als gevolg van de grote sociale veranderingen in het sinds 1854 opengestelde Japan. Tegelijkertijd wordt de buitenlandse markt ontdekt. De Meiji-kunst bouwt voort op traditionele vormen, decoraties en technieken, waarbij perfectie en raffinement centraal staan. De opmerkelijk synthese van conventie en innovatie heeft geleid tot een totaal vernieuwde porselein- en email cloisonné-productie. Ook in lakwerk en metaalbewerking zien we een ongekende ontwikkeling. Op de wereldtentoonstellingen in Europa en Amerika verrast Japan het westen met zijn vazen, lakdozen, panelen en zelfs hele kasten. De tentoonstelling bevat hiervan vele voorbeelden en een vier meter hoge bronzen wierookbrander met een adelaar vormt het absolute pronkstuk.

Vincent van Gogh had een grote bewondering voor Japanse kunst en begon in Parijs met het aanleggen van een collectie Japanse prenten, die thans in het Van Gogh Museum wordt bewaard. Hij werd er gelukkig en vrolijk van, zo schreef hij en in brieven aan zijn broer Theo komt zijn waardering voor Japanse kunst meerdere keren ter sprake. Op 24 september 1888 schrijft hij vanuit Arles: 'Kijk, is dat niet bijna een ware religie die ons wordt geleerd door de zo eenvoudige Japanners, die in de natuur leven alsof ze zelf bloemen waren.' De expositie laat zien hoe Van Gogh typisch Japanse thema's - (amandel)bloesems, irissen, e.d. - verwerkt in zijn schilderijen, en toont ook enkele voorbeelden van vrije kopieën van Van Gogh naar Japanse houtsneden naar Hiroshige: Bloeiende pruimenboomgaard en Brug in de regen, beide uit 1887.

De Khalili collectie is eigendom van Professor Nasser D. Khalili (1945). Deze in Iran geboren verzamelaar, mecenas en zakenman heeft gedurende de laatste 40 jaar een aantal indrukwekkende kunstcollecties bijeengebracht, van islamitische kunst en Spaans metaalwerk tot Zweeds en Indiaas textiel. Zijn collectie Meiji-kunst bestaat uit ongeveer 2.000 voorwerpen. De gehele Khalili collectie bevat meer dan 25.000 objecten.

Vrouwen van Tokio & Parijs
Na de openstelling van Japan in 1854 maakte Europa massaal kennis met Japanse kunst. Op de Parijse Wereldtentoonstellingen van 1867, 1878 en 1889 kregen vooral Japanse prenten grote belangstelling. De tentoonstelling Vrouwen van Tokio & Parijs laat de invloed zien van de 19de- eeuwse Japanse prenten en schilderingen van belangrijke kunstenaars als Eizan, Eisen en Kunisada, op schilderijen en vooral litho's van de in 1888 opgerichte Franse kunstenaarsgroep Les Nabis en hun kring. De tentoonstelling volgt als het ware de activiteiten van een vrouw van de vroege ochtend tot de late avond: van het toilet maken en het aankleden, via de tijdsbesteding en uitstapjes overdag, tot het bruisende nachtleven. Behalve schilderingen en prenten zijn dagelijkse gebruiksvoorwerpen, zoals kimono's, japonnen, toiletgerei en muziekinstrumenten te zien. De tentoonstelling omvat circa 100 werken.

Pronkstukken uit keizerlijk Japan en Vrouwen van Tokio & Parijs zijn samengesteld door gastconservatoren Kris Schiermeier en Matthi Forrer (conservator Japanse kunst, Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden).

De Tokaido Gaande Weg
In de presentatie De Tokaido Gaande Weg geeft fotograaf Guus Rijven een hedendaagse visie op de 53 stations van de 'Tokaido'. Dit was een 500 km lange route die de voormalige keizerlijke hoofdstad Kioto met het meer wereldse Tokio verbond, en het was de belangrijkste weg in feodaal Japan. De 53 pleisterplaatsen (55 met de eindstations inbegrepen) boden onderdak en voedsel aan landheren met hun gevolg, maar ook aan kooplieden en pelgrims.

Menig kunstenaar wijdde een serie houtsneden aan het thema van de Tokaido. Verreweg de beroemdste zijn die van de Japanse kunstenaar Utagawa Hiroshige (1797-1858). De foto's van Rijven worden samen met een complete Tokaido-serie van Hiroshige uit de verzameling van het Van Gogh Museum getoond.

Publicaties
Kris Schiermeier, Matthi Forrer, Pronkstukken uit keizerlijk Japan. Meiji-kunst uit de Khalili collectie, Van Gogh Museum, Amsterdam/Waanders Uitgevers, Zwolle. In Nederlands, Engels en Duits, 128 pagina's, 100 illustraties, paperback, ISBN 9040081832, ¤ 19,95 (museumeditie), hardcover ¤ 24,95.

Louis van Tilborgh, Van Gogh en Japan, Van Gogh Museum, Amsterdam. In Nederlands, Engels en Japans, 96 pagina's, 60 illustraties, gebonden, ¤ 15. Distributie Nederland: Waanders Uitgevers; distributie België: Mercatorfonds.

Guus Rijven (foto's en tekst), De Tokaido Gaande Weg, Uitgeverij Mets & Schilt, Amsterdam. In Nederlands, Engels, 192 pagina's, 220 illustraties, ISBN 9053304738, ¤ 49,90.

Deze publicaties zijn te koop in de museumwinkel via www.vangoghmuseumshop.com, en in de reguliere boekhandel.

Voor meer informatie en beeldmateriaal kunt u contact opnemen met de afdeling Voorlichting van het Van Gogh Museum: +31 (0)20 570 52 92 of e-mailen naar pressoffice@vangoghmuseum.nl.