Arbouw
---
2005, slecht jaar voor arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid
Meer ongevallen, meer gezondheidsklachten en zwaar overgewicht
De cijfers die in het jaarverslag van Arbouw zijn verschenen liegen er
niet om: in 2005 is de bouwnijverheid onveiliger en ongezonder
geworden. De cijfers op het gebied van ongevallen en gezondheid laten
ten opzichte van voorgaande jaren een stijging zien. Daarnaast wordt
ook in 2005 minder gebruik gemaakt van met name het Periodiek
Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek.
Enkele cijfers
Het aantal dodelijke ongevallen* is fors gestegen, van 6 in 2004 naar
11 in 2005. Ook op het gebied van gezondheid is er een omslag te zien.
Na een jarenlange daling van de gezondheidsklachten is er in 2005 op
een groot aantal aspecten weer sprake van een stijging. Met name op de
gebieden fysieke belasting, werkdruk en stof. Het is langer bekend dat
UTA-personeel het werk als geestelijk inspannend ervaart (ongeveer
65%). Uit de cijfers blijkt echter dat nu ook bouwplaatspersoneel
steeds meer klachten heeft over het geregeld onder tijdsdruk werken
(ongeveer 42%).
Overgewicht is een algemeen maatschappelijk probleem, maar kent onder
de bouwpopulatie ook hoge cijfers. Het percentage werknemers met
overgewicht schommelt rond de 65% en ongeveer 82% van de werknemers
geeft aan niet aan de fitheidsnorm te voldoen.
Meten is weten
De bouwnijverheid is een unieke bedrijfstak als het gaat om het
gedetailleerd in kaart brengen van dit soort gegevens, die het
mogelijk maken om adequaat te reageren op tendensen. Het CAO-pakket
preventiezorg, de valcampagne 1 op 6, de afgesloten en lopende
arboconvenanten en de onlangs gestarte campagne âroofbouw niks voor
jouâ en de verschillende loopbaanprojecten zijn hier voorbeelden van.
âDat gezond en veilig werken permanent aandacht vraagt, maken de
cijfers ons heel duidelijkâ zegt algemeen directeur Cees van Vliet van
Arbouw. âDaarom is het goed om voorzieningen te blijven treffen die
dit mogelijk maken. We moeten juist nu, de schouders eronder zetten en
de cijfers als een stimulans zien om nog harder te knokken.â
Mogelijke verklaring van de cijfers
Op de vraag hoe Van Vliet deze cijfers denkt te verklaren, te meer
omdat het de voorgaande jaren beter ging, geeft hij meerdere oorzaken.
Naast het toegenomen werktempo en de verouderde bouwpopulatie is er
een groeiend aantal zelfstandigen, buitenlandse werknemers en een niet
te onderschatten groep illegalen. Allemaal met een eigen cultuur, taal
en bouwkennis, waarmee de kans op een ongeval toeneemt. Daarnaast is
er volgens Van Vliet steeds minder sprake van vakmensen. âJuist omdat
bouwen een risicovolle aangelegenheid is, dienen mensen hierop te
worden voorbereid. Bouwbedrijven doen er goed aan om hun mensen voor
te lichten en de vereiste voorzieningen en persoonlijke
beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen. Daarnaast zie ik baat
bij een strenge controle en het melden van risicovolle situaties.
Wanneer dan toch een arbeidsongeval plaatsvindt, zal de
bedrijfsleiding er alles aan moeten doen om een dergelijk ongeval in
de toekomst te voorkomen. Van de werknemers die het slachtoffer zijn
geworden van een ongeval zegt ruim 31% geen voorlichting te hebben
ontvangen over de manier waarop het werk veilig kan worden uitgevoerd.
Van hen kreeg ruim 29% naar eigen zeggen geen instructie over het
gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen. In maar liefst 40%
van de arbeidsongevallen zijn in 2005 door de werkgever geen
maatregelen genomen om een soortgelijk ongeval in de toekomst te
voorkomen. Dat moet dus beter.
Verder wil ik architecten en opdrachtgevers oproepen zich intensiever
bezig te houden met arbeidsomstandigheden tijdens het ontwerp en de
uitvoering en de overheid moet zijn verantwoordelijkheid blijven
nemen. De cijfers en de bijbehorende verklaring laten zien dat er
afspraken moeten worden vastgelegd in een arbocatalogus voor de
bouwplaats, die ook geldt voor de zzp-ersâ.
* Arbouw registreert alleen dodelijke arbeidsongevallen bij werknemers
die vallen onder de CAO-Bouwnijverheid, de CAO Schilders-, Afwerkings-
en Glaszetbedrijf, de CAO Stukadoors-, Afbouw- en
Terrazzo/Vloerbedrijf en de CAO Natuursteenbedrijf. Zelfstandigen
komen in de registraties van Arbouw niet voor. Hierdoor verschilt het
cijfer van de arbeidsinspectie sterk van dat van Arbouw.
Het jaarverslag van Arbouw (2005)
Bron: persbericht Arbouw 03-07-2006