Satellietmissie Luchtkwaliteit en Klimaat geselecteerd door ESA
07 juli 2006 - De Europese Ruimtevaart Organisatie ESA heeft een
satellietmissie, geleid door het KNMI, ten behoeve van luchtkwaliteit
en klimaat geselecteerd voor verdere studie. Daarmee is de kans dat
deze missie gerealiseerd wordt een stuk groter geworden.
Stikstofdioxide in de onderste kilometers van de atmosfeer gemeten
door het Ozone Monitoring Instrument (OMI) op maandag 3 juli 2006*
Stikstofoxyden 3 juli 2006
Voor een leefbaar klimaat en milieu zijn bestrijding van
milieuvervuiling en het beperken van de gevolgen ervan van
levensbelang. Maar hoe meet je de effectiviteit van de genomen
maatregelen? Aardobservatiesatellieten zijn daarvoor belangrijk. Het
gebruik van satellietgegevens voor het maken en evalueren van beleid
op het gebied van luchtkwaliteit en klimaat wordt steeds belangrijker.
ESA speelt hierop in met nieuwe satellietprogramma's, waarbij
zorgvuldig wordt onderzocht aan welke metingen de komende decennia de
meeste behoefte is.
Het ESA programma voor de volgende reeks grote satellieten ten behoeve
van aardobservatie heeft een eerste fase in de selectie doorlopen.
Vorig jaar augustus zijn er 27 voorstellen ingediend, waarvan er nu 6
voorstellen geselecteerd zijn voor de volgende ronde. Het voorstel
TRopospheric Composition and Air Quality (TRAQ), geleid door het KNMI
is als tweede geëindigd van deze 6 voorstellen. Het KNMI werkt hierin
internationaal samen met als belangrijkste partner Frankrijk. Op TRAQ
zitten drie instrumenten die de troposfeer en de luchtkwaliteit met
hoge nauwkeurigheid gaan bestuderen, waarvan 1 Nederlands instrument
(TROPOMI) en twee instrumenten van Franse makelij. Het TROPOMI
instrument is een opvolger van OMI (Ozon Monitoring Instrument) en
SCIAMACHY, beide instrumenten van Nederlandse afkomst. Het KNMI levert
voor TROPOMI de hoofdonderzoeker. Voor TROPOMI werkt het KNMI samen
met SRON (Netherlands Institute for Space Research) als
co-hoofdonderzoeker en de Nederlandse instrumentbouwers Dutch Space,
TNO Industrie en Techniek en SRON. In 2008/2009 zal duidelijk worden
welke van de 6 missies uiteindelijk gerealiseerd zal worden.
De nieuwe satelliet is volledig gericht op het ontrafelen van de
onderste luchtlagen van de atmosfeer (de troposfeer). De combinatie
van de instrumenten op TRAQ is uniek en zodanig gekozen dat de
metingen aan troposferische gassen als ozon, stikstofdioxide,
koolmonoxide en methaan veel nauwkeuriger kunnen worden uitgevoerd.
Ook zal de satelliet veel informatie kunnen leveren over fijn stof.
Het bijzondere aan de nieuwe satelliet is dat deze meerdere malen per
dag de luchtvervuiling in kaart zal kunnen brengen, en niet maar 1
keer per dag wat tot nu toe mogelijk is met OMI. Hiermee kan dan ook
de variatie van de luchtvervuiling over de dag ten gevolge van
verkeer, atmosferische condities en de aanwezigheid van zonlicht
gevolgd worden. De metingen kunnen gebruikt worden voor
klimaatonderzoek en voor luchtkwaliteitsverwachting. Op dit punt heeft
het KNMI een intensieve samenwerking met het RIVM om een optimale
verwachting te kunnen maken gebaseerd op satellietmetingen,
grondmetingen en modelinformatie.
* De beide afbeeldingen (in en onder dit bericht) tonen de
stikstofdioxide in de onderste kilometers van de atmosfeer gemeten
door het Ozone Monitoring Instrument (OMI) op zondag 2 juli en maandag
3 juli 2006. De satelliet laat zien dat er op maandag meer
stikstofxyde boven Nederland in de atmosfeer zit dan op zondag.
Hoofdoorzaak is het drukkere verkeer op maandag.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Geurts of
Monique Somers, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206317 of 030
2206386. E-mail: Persvoorlichting.
---
Stikstofoxyden
Persbericht:
Eerste uitgave: 07-07-06
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut