Justitieel beleid (ex-)gedetineerden mist uitwerking

Stichting exodus nederland

Het justitieel beleid voor reïntegratie van (ex-)gedetineerden komt nog onvoldoende van de grond:

De samenwerking van het Ministerie van Justitie met organisaties zoals Exodus is sterk verbeterd, maar het huidige beleid van justitie resulteert desondanks (nog) niet in een succesvolle reïntegratie van (ex-)gedetineerden. Dat blijkt uit het Jaarverslag van Stichting Exodus Nederland, dat onlangs door het bestuur is vastgesteld. Doordat het justitiële beleid haar uitwerking mist, hebben veel (ex-)gedetineerden geen mogelijkheid om een beroep te doen op begeleiding bij hun terugkeer in de samenleving. Daarnaast brengt de uitwerking van het beleid grote financiële risicos met zich mee voor organisaties zoals Exodus, dat resocialisatieprogrammas biedt aan (ex-)gedetineerden.

Ondanks dat de samenwerking tussen Exodus en het Ministerie van Justitie constructief verloopt, heeft Exodus haar twijfels over de uitwerking van het beleid. ..De positieve resultaten laten langer op zich wachten dan het ministerie veronderstelt.., meent directeur Rien Timmer van Stichting Exodus Nederland. ..We zien bovendien dat het beleid op een aantal punten contra-productief werkt, zodat het de vraag is of de door het kabinet beoogde verbetering van de nazorg wel tot stand zal komen.., zegt Timmer.

De voornaamste kritiek van Exodus richt zich op het beleidsmatige onderscheid dat wordt gemaakt tussen enerzijds nazorg aan gedetineerden in de laatste fase van detentie en anderzijds nazorg aan ex-gedetineerden direct na hun vrijlating. Dit onderscheid is volgens Exodus om twee redenen onwerkbaar. Ten eerste leidt dit onderscheid tot een versnipperde aanpak van de problematiek van ex-gedetineerden. Daarnaast komt de scheiding van financiële verantwoordelijkheden nog onvoldoende van de grond. Justitie draagt in het kabinetsbeleid de verantwoordelijkheid voor reïntegratie binnen een justitieel kader (gedetineerden), gemeenten en het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor reïntegratie direct na detentie (ex-gedetineerden). Om verschillende redenen, zowel inhoudelijk als budgettair, pakken gemeenten en het ministerie van VWS deze verantwoordelijkheid niet op. ..Om passende nazorg aan (ex-)gedetineerden te kunnen blijven garanderen is het van groot belang dat Justitie de splitsing tussen verantwoordelijkheden loslaat, alsmede het onderscheid tussen begeleiding in de laatste fase van de straf en direct aansluitend op de straf.., aldus Timmer.

Een ander punt van kritiek is dat ondanks de stijging van aanmeldingen bij Exodus in 2005 het beleid er vanuit gaat uit dat het budget voor begeleiding in justitieel kader niet wordt overschreden. Door deze begeleiding te (krap te) budgetteren ontstaan er wachtlijsten bij Exodus terwijl er wel ruimte is voor opvang. Het gevolg is dat een groeiende groep ex-gedetineerden zonder begeleiding direct na detentie letterlijk op straat komt te staan. Vooralsnog is de uitwerking van het beleid dat in 2006 de aanmeldingen bij Exodus stagneren. Stroperige selectieprocessen binnen justitiële organisaties, alsmede onduidelijkheid over de financiering van begeleiding na detentie zijn hier debet aan. Op korte termijn geldt, dat vooral ex-gedetineerden uit buitenlandse detentie, en ex-gedetineerden zonder justitiële titel in Nederland, om financiële redenen niet begeleid kunnen worden.

In een brandbrief aan de Tweede Kamer en de programmacommissies van de verschillende partijen wordt gedetailleerd uiteengezet wat de gevolgen (zullen) zijn voor zowel de (ex-)gedetineerden als voor Exodus, indien het huidige justitiële beleid niet verandert. Al jaren achtereen wordt in de Tweede Kamer discussie gevoerd over de wijze van financiering van begeleidingsprogrammas voor ex-gedetineerden. Dat heeft in de de afgelopen jaren tot diverse opéénvolgende moties en amendementen geleid, die alle breed door de Kamer gesteund werden. Desondanks is er nog altijd geen structurele oplossing bereikt voor het financieringsprobleem.