Ministerie van Justitie

Persbericht

Halt-afdoening beperkt effectief
7 juli 2006
De Halt-afdoening is niet voor elke jongere die zich schuldig maakt aan een licht vergrijp effectief. Dat blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), dat minister Donner van Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het landelijk onderzoek onder ruim 800 jongeren en hun ouders naar de effectiviteit van Halt is uitgevoerd door Advies- en Onderzoeksgroep Beke. De resultaten van het onderzoek wijzen wel uit dat de Halt-jongeren leren inzien dat ze verkeerd bezig zijn. Naar aanleiding van het onderzoek zal minister Donner met Halt en andere partners nagaan welke toepassing en elementen van de Halt-afdoening geschikt zijn voor welk type jongeren.

Bij een deelgroep blijkt Halt een positief effect te hebben. Het zijn jongeren die in sterke mate voldoen aan het profiel: first offenders, die zich bewust zijn van de gevolgen van hun strafbare gedrag, geen of een lichte problematiek hebben (zoals problemen op school, in het gezin en met vrienden), sociaal aangepast gedrag vertonen, een positieve vrijetijdsbesteding hebben en wonen buiten de Randstad. Deze categorie jongeren recidiveren sowieso weinig, maar na een Halt-afdoening is dat nog iets minder.

Ook de zogenoemde meelopers, jongeren die als motief voor het plegen van het delict geven 'omdat iedereen het deed', reageren positief op Halt. Minder geschikt is de sanctie voor jongeren die al op jonge leeftijd riskante gewoonten vertonen, zoals alcoholgebruik en gokken.

Eigen beleving jongeren
In hun eigen beleving hebben de meeste jongeren veel van de Halt-afdoening geleerd. Dit leereffect is groter voor de jongeren die een leerstraf of een leer- en werkstraf hebben gehad, dan voor de jongeren die alleen een werkstraf hebben gehad. Uit het onderzoek blijkt dat Halt-medewerkers goed weten in te schatten of een jongere opnieuw de fout in zal gaan of niet. Van de verschillende bestanddelen van de Halt-afdoening blijkt vooral de spijtbetuiging aan het slachtoffer tot minder recidive te leiden. Overige elementen van de Halt-afdoening zoals het soort straf en het aantal uren, het aantal gesprekken en de aanwezigheid van een relatie tussen daad en straf zijn niet van invloed op recidive.

Halt-interventie
De onderzoekers stellen vast dat de Halt-interventie, die oorspronkelijk bedoeld was voor jongeren die zich voor het eerst schuldig maakten aan andalistisch gedrag, zich heeft verbreed naar een scala aan strafbare feiten en een bredere doelgroep zoals second offenders. Aanvankelijk was de Halt-interventie bedoeld voor jongeren die een licht vergrijp pleegden. Het doel van de Halt interventie is naast het voorkomen van recidive ook normstelling, vergelding en genoegdoening aan de benadeelden Een jongere die een Halt-afdoening ondergaat voert een of een aantal gesprekken met een medewerker van een Halt-bureau, voert een werk- en/of leeropdracht uit die idealiter aansluit bij het gepleegde delict, biedt indien relevant excuses aan aan het slachtoffer en vergoedt de schade. De jongere voorkomt met het uitvoeren van de Halt-afdoening een strafblad.

Jaarlijks vinden circa 20.000 Halt-afdoeningen plaats, uitgevoerd door ruim 50 Halt-bureaus.