Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Meer aandacht voor kwaliteit in prestatieafspraken politie 2007

7 juli 2006

De ministers Remkes van BZK en Donner van Justitie en de voorzitter van het korpsbeheerdersberaad Cohen hebben een onderhandelaarsakkoord getekend over de prestatieafspraken voor de politie. In vergelijking met de vorige prestatieafspraken is de focus verschoven van kwantiteit naar kwaliteit. Zo is er meer aandacht voor overlast en geweld, de kwaliteit van de opsporing de gebiedsgebonden politiezorg en de kwaliteit van het politiepersoneel. Ook zijn er afspraken gemaakt over het in kaart brengen van vormen van zware en georganiseerde criminaliteit. Het akkoord geldt voor een periode van één jaar, met een optie voor nog een jaar.

Het akkoord wordt- met een positief advies van het korpsbeheerdersberaad - voorgelegd aan de regionale colleges. De afspraken komen uiteindelijk in het Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007, dat later dit jaar wordt ondertekend. De afspraken zullen vervolgens vertaald worden naar regionale convenanten. De huidige afspraken, die opgesteld zijn in 2003, lopen eind dit jaar af. Met de prestatieafspraken zijn de afgelopen jaren aansprekende resultaten geboekt.

Er zijn concrete afspraken gemaakt over ondermeer het aantal aan het Openbaar Ministerie ter afdoening aangeboden zaken met een bekende dader, het verbeteren van de kwaliteit van de opsporing en informatie over zware of georganiseerde criminaliteit. Ook zijn er afspraken gemaakt over de mate van tevredenheid van burgers over de beschikbaarheid van en tevredenheid over de politie, gebiedsgebonden politiewerk en over de aanpak van notoire overlastplegers.

Een aantal afspraken is aan te merken als prestatieafspraken waarvoor de korpsen extra kunnen worden beloond, in het geval zij de afgesproken doelstellingen ook daadwerkelijk halen. De resultaatafspraken hebben betrekking op een aantal meetbare factoren: 40.000 extra zaken dat door de politie aan het OM wordt aangeboden, doorlooptijden van veelplegers (binnen 30 dagen na eerste verhoor doorgeleiding aan OM), beschikbaarheid, telefonische bereikbaarheid en tevredenheid over het laatste politiecontact.

De politie gaat meer gebruik maken van benchmarken, zodat - door onderlinge vergelijking van de aanpak door verschillende korpsen - het lerend vermogen kan worden versterkt. De korpsen zullen een lijst opstellen van notoire overlastplegers en inzichtelijk maken welke overlastgevende groepen er in hun regio zijn. Ieder korps deelt de informatie vervolgens met de ketenpartners. Hierbij wordt ook aangegeven wat de partners met de informatie kunnen doen.

In het nieuwe landelijk kader zijn geen afspraken opgenomen over het aantal processen verbaal dat de politie moet uitschrijven. De eerdere afspraken over boetes - het ging daarbij om boetes na staande houdingen en nadrukkelijk niet om flitsboetes - werden ruimschoots gehaald. Nieuwe afspraken zijn daarom niet nodig. Uiteraard blijft de politie wel processen verbaal uitschrijven bij overtredingen.


* Toelichting op de prestatieafspraken politie
* Onderhandelaarsakkoord landelijk kader Nederlandse politie 2007