Partij van de Arbeid


Den Haag, 07 juli 2006


Bijdrage van Wouter Bos (PvdA) aan het debat over de Regeringsverklaring van het derde kabinet-Balkenende


Gesproken woord geldt


Mijnheer de Voorzitter,


Over 137 dagen komt er een eind aan het derde kabinet-Balkenende.
Dat is zo ongeveer het enige wat mensen buiten Den Haag van de hele gang van zaken valt uit te leggen, en wat ze ook zonder meer zullen snappen.


Het tweede kabinet-Balkenende viel vorige week. En net als de eerste keer zonder dat de Minister President het aan zag komen en zonder dat hij in greep.


Het is niet de vertienvoudiging van het aantal voedselbanken waar het kabinet over viel.
Het is niet de desinformatie over de oorlog in Irak waar het kabinet over viel.
Het waren niet de 26000 gezichten waar het kabinet over viel.
Of de 370.000 kinderen die in armoede opgroeien. Of de 430,000 werklozen. Of het miljoen huishoudens dat er bij de introductie van de nieuwe zorgverzekering tóch op achteruit ging.


Was het wel één van die redenen geweest, dan was het uit te leggen geweest.
Maar nee, het was één paspoort van één van de eigen mensen dat zoveel consternatie veroorzaakte dat een web van leugens gesponnen moest worden om maar op het pluche te kunnen blijven zitten.
Tot de Minister President per ongeluk de waarheid sprak. Per ongeluk. En het kabinet alsnog viel. En de verbijstering en verwarring is groot. Ik weet eerlijk gezegd ook niet wat er erger is. Een Minister President die per ongeluk de waarheid spreekt en zo zijn kabinet laat vallen. Of een Minister President die zou hebben volhard in de leugen en als beloning zou hebben mogen doorregeren alsof er niets aan de hand is.


Mijnheer de Voorzitter, hoezeer het ook duidelijk is dat de oorzaak van dit alles gezocht moet worden in de boezem van het kabinet, bij het gebrek aan leiderschap van de Minister President, bij de voortduring van de sorry-democratie en bij de krampachtige angst in de VVD en in het kabinet om een falende minister aan te pakken;
en hoezeer ik ook blij ben dat er nu eindelijk snel verkiezingen komen,
er is geen reden tot vreugde.


Want laten we wel beseffen dat de schade die door deze affaire is aangericht, zich niet alleen richt op het kabinet, de coalitie-partijen en de Minister President. Het raakt ons helaas allemaal. Veel mensen buiten deze vergaderzaal zullen cynisch hebben geconcludeerd dat 'de politiek' vooral met zichzelf bezig is geweest, dat over de echt grote problemen in het land niet werd gesproken, dat hier spelletjes werden gespeeld en deals gesloten. En dat is een beeld wat ons allemaal zal worden aangerekend. Die vermaledijde kloof tussen burger en politiek waar dit kabinet zulke hoge ambities had om juist die te slechten, die kloof zal alleen maar groter zijn geworden.


Mijnheer de Voorzitter, ik ben bang dat de gang van zaken de afgelopen week, tijdens de informatie en formatie, dit beeld alleen maar bevestigd heeft. De Minister President had de afgelopen week kunnen gebruiken om een brug te slaan naar andersdenkenden. Als hij ervoor zou hebben gekozen om demissionair te blijven en in goede samenwerking met de Kamer, ook met ons, het hoogstnoodzakelijke te doen richting snelle verkiezingen, dan zou dat met recht gezien zijn als het handelen van een Minister President die in tijden van crisis boven de partijen gaat staan, het landsbelang voorop stelt en in tijden van moeilijke keuzes een zo groot mogelijk draagvlak belangrijk vindt.


Maar zo is het dus niet gegaan. In plaats daarvan werd gekozen voor een minderheidskabinet van CDA en VVD met veronderstelde steun van LPF en D66 op cruciale onderdelen. In het eerste geval -de LPF- betekent dat de terugkeer naar een partner die de afgelopen jaren keihard werd veroordeeld en zelfs afgedankt. In het tweede geval -D66- de terugkeer naar een coalitie die net is afgetreden en waar geen steun meer voor bestaat.
En ondertussen, alsof er niets aan de hand is, gewoon doorregeren. Dat zelfs de bordesfoto gesneuveld is, vind ik dan wel weer sneu voor de Ministers Wijn en Nicolai -die ik bij dezen feliciteer met hun benoeming, en dat geldt uiteraard ook staatssecretaris Bruins- maar het tekent wel de sfeer: er is niets aan de hand, we gaan gewoon door, we trekken ons niets aan van het feit of we een minderheid of een meerderheid vertegenwoordigen.


En zo, Mijnheer de Voorzitter, wordt het alleen maar onbegrijpelijker voor de mensen buiten deze zaal. Een kabinet valt maar gaat door. De Minister President ziet zijn tweede kabinet sneuvelen maar verklaart lachend op de TV dat het hem niets doet. Partners worden afgedankt en opnieuw aangenomen alsof er niets gebeurd is. Het patroon wordt doorgetrokken wat we de afgelopen jaren hebben leren kennen: een kabinet dat daadkracht gebruikt als alibi om zich van niemand iets aan te trekken, ministers die sorry zeggen en blijven zitten, alles is geoorloofd om maar te vermijden dat de kiezer iets te zeggen krijgt.


Maar gelukkig krijgt de kiezer over 137 dagen wel wat te zeggen. En het is nu ons aller verantwoordelijkheid dat we ervoor zorgen dat het land in de periode tot die tijd een beetje ordentelijk wordt bestuurd.
Ik zeg nadrukkelijk 'ons aller verantwoordelijkheid' want de Partij van de Arbeid voelt die verantwoordelijkheid ook en is ook bereid die verantwoordelijkheid te nemen. Wij zullen -met andere woorden- constructief meewerken aan het op tijd behandeld en afgehandeld krijgen van de hoogstnoodzakelijke zaken.


Daar moet dan wel terughoudendheid van de kant van het kabinet tegenover staan. En laten we ook niet vergeten dat dat niet alleen gewenst wordt door enkele partijen hier, maar dat het ook een onderdeel van het verslag vormt dat de informateur, de heer Lubbers, daartoe gemachtigd door de Koningin, als opdracht aan dit kabinet heeft mee gegeven.
Maar wat we horen, is vooral publicitair geronk. Dat men een volwaardige begroting wil presenteren en nog een boel moois zoals een belastingverlaginkje hier, snelwegje daar, vliegtuigje zus en privatiserinkje zo.
Mijnheer de Voorzitter, laat ik duidelijk zijn. Het gaat hier om grote politiek omstreden besluiten. Van de aankoop van de JSF tot de aanleg van een weg door het Naardermeer, van belastingverlaging voor grote winstmakende bedrijven tot de verkoop van aandelen Schiphol. Van mij mag het kabinet presenteren wat u wil.


In onze samenwerking de komende maanden gaat het vooral ook om wat er redelijkerwijze behandeld kan worden, en op dat punt is terughoudendheid louter en alleen vanwege de weinige beschikbare tijd, of u het nu leuk vindt of niet, onontkoombaar. En nogmaals, wij zullen ons constructief opstellen, wij zijn er niet op uit chaos te veroorzaken maar ik zou zeggen: breng ons niet in verleiding!


Mijnheer de Voorzitter, terughoudendheid is niet alleen noodzaak vanwege de weinige tijd tot 22 november. Het is ook een kwestie van politieke moraal en van goede democratische gewoonten. Ik hoor de heer Verhagen en anderen terughoudendheid steeds vertalen als dat men natuurlijk wel steeds een meerderheid moet zien te vinden voor een voorstel.
Ja, dat begrijp ik ook. Dat is altijd zo. Maar daar gaat het niet om bij terughoudendheid. Waar het nu om gaat is dat in een democratie meerderheden zich altijd moeten realiseren dat ze na verkiezingen een minderheid kunnen zijn. En dat het vanuit democratisch oogpunt dus altijd redelijk is om met belangen van minderheden rekening te houden. En dat het daarom, al helemaal vlak voor verkiezingen, geboden is om voorzichtig om te gaan met zaken waar een meerderheid na de verkiezingen anders over zou kunnen denken dan de meerderheid voor de verkiezingen.
Ook de Minister President had het zojuist in zijn Regeringsverklaring geloof ik wel vijf keer over terughoudendheid. Dat waardeer ik oprecht. Maar hij voegde er wel vijf keer in één adem aan toe dat hij gewoon wil doorregeren. Ik nodig hem uit dit nu concreet te maken en gewoon helder te maken wat hij wel en niet de komende maanden behandeld wil zijn. Ik roep de Minister President op om zich hier hoeder van goede democratische gewoonten te tonen en de gewenste terughoudendheid bij het doordrukken van allerlei politiek gevoelige voorstellen te betrachten. Laat daar de kiezer over spreken. Als u zo overtuigd bent van de juistheid van uw voorstellen, hoeft u voor die kiezer niet bang te zijn. Toch?


Mijnheer de Voorzitter, ik rond af. Drie kabinetten Balkenende in vier jaar is wel een beetje veel. Maar het grote voordeel bij dit kabinet is dat we precies weten hoe lang het hier zal zitten. Honderdzevenendertig dagen. Over honderdzevenendertig dagen zal het derde kabinet Balkenende ondanks de goed nieuws show die ons ongetwijfeld de komende weken te wachten staat, een rapport achterlaten wat zich leent voor echte keuzes.


Op 22 november 2006 heeft Nederland meer werklozen dan toen deze Minister President in 2002 begon. Terwijl in alle andere landen van Europa in dezelfde periode de werkloosheid juist omlaag ging.
Op 22 november 2006 kent Nederland meer armoede dan in 2002.
Op 22 november 2006 zal het zoet lang niet opgewassen blijken tegen het zuur en zullen de grote winstmakende bedrijven de grote winnaars bij dit kabinet blijken te zijn geweest, niet de startende kleine ondernemers, niet de gezinnen.
Op 22 november 2006 zal dit kabinet recordhouder zijn voor wat betreft de langste economische recessie uit de Nederlandse geschiedenis.
Op 22 november 2006 leven we in een land met meer radicalisering onder moslim-jongeren en meer wederzijds onbegrip tussen autochtonen en allochtonen dan toen deze CDA/VVD-kabinetten begonnen.
Op 22 november 2006 zal Nederland nog steeds het enige land blijken te zijn waar niet onderzocht mocht worden of de oorlog tegen Irak op basis van onjuiste informatie was begonnen.


Op 22 november 2006 gaat het ergens over. Nederland is inderdaad weer de weg omhoog ingeslagen maar de prijs is hoog geweest, lang niet iedereen doet mee en lang niet iedereen profiteert mee. Dit land kan niet alleen zoveel beter maar het moet ook heel veel beter. Dat lukt alleen als we geen achterblijvers dulden, als achterstanden overbrugbaar blijken, als excellentie de ruimte krijgt en als we aan de verdeeldheid een einde maken. Drie kabinetten Balkenende hebben in het teken gestaan van instabiliteit, chagrijn, geruzie, confrontatie en polarisatie. Nu wordt het tijd voor eenheid, redelijkheid en samenwerking. Alleen zo wordt Nederland socialer en sterker. Goedkopere kinderopvang, minder schooluitval, leefbare wijken, snellere inburgering en in goede en in slechte tijden: altijd eerlijk delen.Dat is het Nederland waar de Partij van de Arbeid aan wil werken. Over 137 dagen ligt die keuze voor.


Tot die tijd zullen wij onze verantwoordelijkheid nemen en terughoudendheid van dit kabinet met constructieve samenwerking beantwoorden. Ik wens het kabinet die wijsheid toe.


Met vriendelijke groet,


Chantal Linnemann

Secretaresse Voorlichting


Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid

Plein 2

K 104

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel: 070 318 2694

Fax: 070 318 2800

c.linnemann@tweedekamer.nl