Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006
A715
Arbeidsinspectie, Den Haag
Juni 2006
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 2
Vakantiewerk en bijbaantjes 2005
______________________
Arbeidsinspectie, Den Haag
Inspectieonderwerpen Arbeidstijdenwet en Nadere Regeling Kinderarbeid
CO2 en N2 opslag
Toezicht, voorlichting en onderricht
Fysieke belasting
AI bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening
Landelijk Projectleider Drs. R.H.M. Peltzer,
rpeltzer@minszw.nl, 030-2305740
Landelijk Projectsecretaris J.M.M. Geurts
jgeurts@minszw.nl, 026-3557166
Looptijd Project 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006
Projectnummer A715
Correspondentieadres Arbeidsinspectie Utrecht
T.n.v. J.M.M. Geurts, LPS
Postbus 820
3500 AV Utrecht
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 3
INHOUDSOPGAVE
Pag. Nr.
VOORWOORD 4
SAMENVATTING 5
1. AANLEIDING EN DOEL 6
1.1. AANLEIDING 6
1.2. DOELSTELLINGEN PROJECT 6
2. OPZET VAN HET PROJECT 7
2.1. WERKTERREIN/BIK-CODES 7
2.2. SELECTIE EN BENADERING BEDRIJVEN,LOOPTIJD, INSPECTIEONDERWERPEN 8
3. INSPECTIERESULTATEN 9
3.1. REPRESENTATIVITEIT RESULTATEN
3.2. OVERZICHT RESULTATEN 9
3.2.1. Totaal aantal geconstateerde overtredingen 9
3.2.2. Ingezette instrumenten 10
3.2.3. Verschillen tussen de branches 101
3.2.4. Resultaten eerdere projecten vakantiewerk 11
4. CONCLUSIES 12
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 4
VOORWOORD
"Mam, ik heb een baantje!" Deze kreet zal in menig gezin elk jaar weer opnieuw klinken. Jongeren
willen graag gaan bijverdienen. In allerlei baantjes doen ze werkervaring op. Voor de bedrijven is dat
een prima zaak. Maar ze moeten wel aandacht hebben voor veilig en gezond werken. Door hun
leeftijd en ontbrekende of geringe werkervaring schatten zij de risico's bij het verrichten van hun werk
slechter in dan volwassenen
Veilig en gezond werken dient daarom voor kinderen en jeugdigen een andere invulling te krijgen dan
voor volwassenen. Bedrijven en ouders/verzorgers dienen zich daar terdege bewust van te zijn.
Die andere invulling met betrekking tot de arbeidsomstandigheden én de duur en aard van de
werkzaamheden heeft nog niet altijd de volle aandacht van werkgevers. Om die aandacht te krijgen
wordt daarom door de Arbeidsinspectie elk jaar geïnspecteerd op het veilig en gezond werken door
jongeren in de vakantietijd.
Maar jongeren hebben ook buiten de vakantie steeds meer een bijbaantje. Daarom is in 2005 binnen
de horeca, recreatie, detailhandel en veilingen een landelijk inspectieproject uitgevoerd, waarbij naast
het vakantiewerk óók gecontroleerd is op bijbaantjes. Het project heeft zich primair gericht op
bedrijven waar verwacht mocht worden dat daar tijdens vakanties kinderen en jeugdigen
werkzaamheden verrichten. Daarnaast is ook gekeken naar bedrijfstakken waarvan bekend is dat
daar, buiten de vakantieperioden, veel kinderen en jeugdigen een bijbaantje hebben.
De resultaten laten zien dat de Arbeidstijdenwet en de Nadere Regeling Kinderarbeid nog steeds
beter kunnen worden nageleefd. In de detailhandel blijkt zelfs weer een toename van het aantal
geconstateerde overtredingen ten opzichte van de inspectieresultaten van 2003. Dit wordt vooral
veroorzaakt doordat buiten de vakantieperiode bij de bijbaantjes slechter wordt gescoord.
De horeca en de recreatiebranche laten weliswaar een dalende tendens zien met betrekking tot
overtredingen, maar bij ruim eenderde van de bezochte bedrijven is toch tenminste één overtreding
geconstateerd.
In alle sectoren is meer voorlichting naar werkgevers, maar ook naar jongeren en hun ouders of
verzorgers gewenst. De Arbeidsinspectie zal daarom door middel van inspecties in deze én andere
sectoren de vinger aan de pols blijven houden.
Den Haag, juni 2006,
De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie,
Dr. J.J.M. Uijlenbroek
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 5
SAMENVATTING
Aanleiding/doel
Kinderen en jeugdigen willen graag aan het werk, in de vakantie, maar het liefst het hele jaar door om
een extra zakcentje te verdienen.
Gezien hun leeftijd en onervarenheid kunnen zij risico's en gevaren die samenhangen met
werkzaamheden slechter inschatten. Dat heeft echter niet altijd de volle aandacht van werkgevers.
Ook zijn veel ouders zich te weinig bewust van de risico's die hun kinderen kunnen lopen bij
vakantiewerk en bijbaantjes.
Dit jaar is door de Arbeidsinspectie in de periode juli 2005 tot en met februari 2006 tijdens de
schoolvakanties vooral gecontroleerd in de Horeca, Recreatie en op Veilingen. Dat geldt in mindere
mate voor de Detailhandel, waar bij de inspecties juist de nadruk lag buiten de schoolvakanties. De
ervaring leert dat vooral binnen deze branche veel jongeren met een bijbaantje actief zijn.
Het inspectieproject richtte zich op de naleving van de Arbeidstijdenwet (ATW) en de Nadere Regeling
Kinderarbeid (NRK). Daarnaast is aandacht besteed aan enkele zaken op het gebied van de
arbeidsomstandigheden, zoals de voorlichting/onderricht en het toezicht op deze vaak tijdelijke
krachten, en de fysieke belasting van de jongeren bij het uitvoeren van hun werkzaamheden.
Omdat dit project tevens in de horeca werd uitgevoerd is aanvullend het onderwerp opslag van CO2
en N2 in horecagelegenheden toegevoegd, omdat bij voorgaande horecaprojecten bleek dat op dit
item relatief veel overtredingen werden geconstateerd.
Resultaten
Van de in totaal 1355 bezochte bedrijven (764 detailhandel, 327 horeca, 182 recreatiebedrijven, 82
veilingen) is bij 44% een overtreding geconstateerd. In totaal betrof het 1046 overtredingen. Hiervan
hadden 826 overtredingen, dat wil zeggen 79%, betrekking op het gebied van de ATW en NRK.
Meest geconstateerde overtredingen hierbij waren dat er niet toegestane werkzaamheden werden
verricht (bijv werken nabij machines, serveren in horecalokalen waar alcohol werd geschonken), er
geen deugdelijke registratie van werk- en rusttijden was (geen registratie of er was geen rekening
gehouden met schooltijden), er op zondag door jeugdigen werd gewerkt terwijl er de zaterdag vooraf
ook was gewerkt, en jeugdigen niet de benodigde dagelijkse rust kregen.
Op het gebied van de Arbeidsomstandighedenwet werden nog 220 overtredingen geconstateerd.
Daarbij betrof het 63 overtredingen bij de opslag van CO2 en N2 omdat een goede ventilatie of de
detectieapparatuur ontbrak. Daarnaast ging het om o.a. het ontbreken van nadere voorschriften in de
risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) m.b.t. jeugdigen (28 keer) en het ontbreken van de RI&E in
zijn geheel (25 keer).
Deze resultaten hebben o.a. geleid tot het direct aanzeggen van 46 boetes bij bedrijven maar ook
44 keer bij ouders/verzorgers. Deze laatste groep kreeg een boete als bijv. hun kinderen nog op een
tijdstip aan het werk waren terwijl dat niet meer mocht, (1x zelfs 's nachts) of als ze bijv. in de buurt
van machines aan het werk waren zonder toezicht.
Conclusies/aanbevelingen
De resultaten laten zien dat het met de naleving van de Arbeidstijdenwet en de Nadere Regeling
Kinderarbeid nog steeds veel beter moet. Met name in de detailhandel blijkt weer een toename in het
aantal geconstateerde overtredingen ten opzichte van de inspectieresultaten van 2003. Daarnaast
blijkt dat bij ruim eenderde van alle bedrijven in de horeca en recreatie één of meer overtredingen zijn
gevonden. In alle sectoren is méér voorlichting over de specifieke regels voor het werken door
jongeren en de gevaren die zij lopen aan werkgevers, maar ook aan de jongeren zelf en hun ouders
of verzorgers gewenst. De Arbeidsinspectie zal door middel van inspecties in deze sectoren de vinger
aan de pols houden.
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 6
1. AANLEIDING EN DOEL
1.1. Aanleiding
Kinderen en jeugdigen willen steeds meer aan het werk. In de vakantie maar het liefst het hele jaar
door om een extra zakcentje te verdienen. Veilig en gezond werken behoeft voor kinderen en
jeugdigen echter een andere invulling dan voor volwassenen. Dat hangt samen met de leeftijd en hun
onervarenheid en het daardoor slechter kunnen inschatten van risico's en gevaren die samenhangen
met werkzaamheden. Die andere invulling met betrekking tot de arbeidsomstandigheden én de duur
en aard van de werkzaamheden wordt vaak nog onvoldoende ingezien door werkgevers. En ook
ouders zijn zich vaak te weinig bewust van de risico's.
Om werkgevers daarop te wijzen wordt daarom aan jongeren die in de vakantietijd of na schooltijd
werken elk jaar opnieuw aandacht besteed door de Arbeidsinspectie.
Dit wordt ook gestaafd door de resultaten uit eerder uitgevoerde inspectieprojecten en signalen uit de
jongeren-vakbeweging. Hieruit kwam naar voren dat er bij het z.g. vakantiewerk en naschoolse werk
door jeugdigen en kinderen nog steeds controle noodzakelijk is op de naleving van de
Arbeidstijdenwet (ATW) en de Nadere Regeling Kinderarbeid (NRK)1.
In 2005 is in de vakantieperiode vooral gecontroleerd in de Horeca, Recreatie en op Veilingen.
Daarnaast is de Detailhandel uitgebreid aan bod gekomen, ook buiten de vakantieperiode. De
ervaring leert dat hier veel vakantiewerkers en jongeren met een bijbaantje actief zijn.
1.2. Doelstellingen
Het project dient een beeld te geven van hoe het nu is gesteld met de naleving van de
Arbeidstijdenwet en de Nadere regeling Kinderarbeid. Verder is aandacht besteed aan enkele
gerelateerde onderwerpen nl.: Hoe is de voorlichting/onderricht en het toezicht geregeld voor deze
vaak tijdelijke krachten en in hoeverre worden kinderen fysiek belast bij het uitvoeren van hun
werkzaamheden. Machineveiligheid was een onderwerp en het werken met gevaarlijke stoffen zoals
schoonmaakmiddelen.
Daaraan is het onderwerp opslag van CO2 en N2 in horecagelegenheden toegevoegd (dat zijn stoffen
die nodig zijn voor het tappen van een biertje of prik, maar die bij onopgemerkte lekkage en bij
inademing tot verstikking kunnen leiden. Goede afzuiging of een detectiesysteem zijn daarom
noodzakelijk om dit risico te voorkomen.). Bij voorgaande horecaprojecten bleek namelijk dat op dit
item veel overtredingen werden geconstateerd.
1 In principe is er een verbod op kinderarbeid; art. 3:2 1e lid Arbeidstijdenwet. In de Nadere Regeling
Kinderarbeid staat echter omschreven welke werkzaamheden kinderen en jongeren wel mogen uitvoeren en
welke condities hiervoor gelden. Dus de uitzonderingen op het verbod van kinderarbeid.
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 7
2. OPZET VAN HET PROJECT
Gedurende een reeks van jaren worden diverse bedrijfstakken bezocht in de vakantieperiode om de
naleving van de Arbeidstijdenwet (ATW) en de Nadere Regeling Kinderarbeid (NRK) te inspecteren,
met daarnaast ook aandacht voor de naleving van de Arbowet. De resultaten uit voorgaande jaren
geven aan dat er nog steeds veel overtredingen worden gesignaleerd op het gebied van arbeid door
kinderen en jeugdigen. Voor de Arbeidsinspectie een reden om elk jaar weer een aantal sectoren te
bezoeken. Afwijkend van voorgaande projecten is dat naast het eigenlijke vakantiewerk ook
geïnspecteerd is op bijbaantjes. De nadruk op het vakantiewerk lag in de zomervakantie, bijbaantjes
kregen de aandacht na de zomervakantie.
De nadruk van dit project ligt op de naleving van de ATW en de NRK omdat daarmee de veiligheid en
gezondheid van kinderen en jeugdigen het beste gewaarborgd kan worden.
De inspecties zijn als volgt uitgevoerd:
1. Zijn er werknemers jonger dan 18 jaar aanwezig?
2. Is de omgeving waarin deze werknemers zich bevinden industrieel? Dit is een omgeving waar
zich mechanisch of elektrisch aangedreven machines bevinden (magazijn met heftruck,
snijmachines) of waar valgevaar is, schadelijke stoffen aanwezig zijn of waar werknemers
verplicht zijn om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen.
3. Is de arbeid industrieel? Wordt er bijv. gewerkt aan een snijmachine (vleeswaren) door een
kind.
4. Is er sprake van zware werkzaamheden? Hiermee wordt niet alleen de fysieke belasting (bijv.
het lossen van een vrachtauto) bedoeld maar ook de psychische. 15-jarigen mogen geen
kassawerkzaamheden doen of jongeren mogen geen alcohol schenken omdat de klandizie
onvoorspelbaar (agressie) is.
5. Is er sprake van overtreding van de arbeidstijden?
2.1 Werkterrein/BIK-codes
In dit project zijn bedrijven bezocht in de volgende BIK-codes:
Horeca:
Hotels Bik-code 5510
Restaurants, cafetaria's, e.d. Bik-code 5530
Café's e.d. Bik-code 5540
Recreatie:
Kampeerterreinen, jeugdherbergen
en vakantiehuisjes /bungalowparken Bik-code 5521 t/m 5523
Recreatiecentra/kermisattracties Bik-code 9233
Passagiersvaart (binnenvaart) Bik-code 6120
Kunstgalerie/musea/monumenten Bik-code 9252
Dieren- en plantentuinen Bik-code 9253
Kantines Bik-code 5551
Expl. van sportaccomodaties Bik-code 9261
Buitensport Bik-code 9262
Watersport Bik-code 9264
Detailhandel:
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen2 Bik-code 1581
Voedingsmidd. alg. ass. Bik-code 5139
Kleding/schoeisel/modeart. Bik-code 5142
Supermarkten/winkels alg ass voedingsmidd Bik-code 5211
Warenhuizen/winkels met alg ass Bik-code 5212
Overige winkels Bik-code 522 t/m 525
2 Winkels die brood en banket verkopen vallen merendeels onder Bik-code 1581 omdat ze zelf bakken
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 8
Veilingen en overig
Granen/zaden/veevoeder Bik-code 5121
Groothandel in bloemen en planten Bik-code 5122
Groothandel overig gespecialiseerd Bik-code 5191
Groothandel algemeen ass Bik-code 5192
overig
2.2 Selectie en benadering bedrijven, looptijd, inspectie-onderwerpen
De inspecties hebben zich in de vakantieperiode geconcentreerd op de veilingen, horeca en de
recreatiesector. In het bijzonder die plaatsen die het vooral van de toeristen moeten hebben, zoals
Valkenburg, de Veluwe, badplaatsen langs de kust etc. Hierbij zijn veel horecabedrijven en winkels
meegenomen die het van de recreatie moeten hebben. De inspecties die waren gericht op de
bijbaantjes hebben zich geconcentreerd op de detailhandel, vooral supermarkten; in de
vakantieperioden, maar vooral daarbuiten.
De bezochte bedrijven zijn niet van tevoren op de hoogte gesteld van de voorgenomen inspectie. Wel
zijn de brancheorganisaties en de vakbonden van te voren op de hoogte gesteld. Ook is een
persbericht uitgebracht.
Binnen het project is gekeken naar kinderen (13, 14 en 15 jarigen) en jeugdigen (16 en 17 jarigen) als
doelgroepen. Kinderen en jeugdigen die zich bezig houden met werkzaamheden binnen verschillende
bedrijven in diverse sectoren met als kenmerk dat het vakantiewerk en bijbaantjes betreft. Bedrijven,
die aangaven geen gebruik te maken van werknemers jonger dan 18 jaar met een bijbaantje of als
vakantiewerker of waarbij dit tijdens de inspectie bleek, zijn niet verder geïnspecteerd.
De startdatum van het project was 1 juli 2005. Het project is 1 maart 2006 beëindigd.
De belangrijkste inspectieonderwerpen waren: Arbeidstijdenwet (ATW) en Nadere Regeling
Kinderarbeid (NRK), Fysieke belasting, Voorlichting en instructie aan en adequaat toezicht op
werknemers jonger dan 18 jaar, machineveiligheid en gevaarlijke stoffen (schoonmaakmiddelen)
CO2- en N2-opslag is meegenomen omdat de Horecabranche een van de doelgroepen was. Uit
voorgaande horecaprojecten bleek dat op dit onderwerp veel overtredingen waren geconstateerd.
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 9
3. INSPECTIERESULTATEN
3.1. Representativiteit resultaten
Gezien het aantal bezochte bedrijven geeft het project een goed beeld van de stand van zaken binnen
de branches Horeca en Detailhandel. De resultaten van de bezochte sectoren binnen deze branches
kunnen echter afwijken van die van de totale branche, omdat van de sectoren afzonderlijk het aantal
bezochte bedrijven te gering is voor algemeen geldende uitspraken. Voor de afzonderlijke sectoren én
voor de andere branches (recreatie, veilingen) geldt daarom dat de resultaten alleen geldig zijn voor
de bezochte bedrijven.
3.2. Overzicht resultaten
3.2.1. Totaal aantal geconstateerde overtredingen
Feit Aantal Percentage
ATW en NRK
Niet naleven bepalingen NRK 265 25%
Geen deugdelijke registratie 288 28%
Arbeid op zondag door jeugdige 80 8%
Dagelijkse rust jeugdige 66 6%
Verbod van kinderarbeid 50 5%
Arbeidstijd jeugdige 47 4%
Geen pauze voor jeugdige 17 2%
Overig 13 1%
Sub-totaal 826 79%
Arbowet
Geen voorzieningen ongewilde gebeurtenissen te 63 6%
voorkomen (CO2 en N2)
Geen nadere voorschriften jeugdigen in RI&E 28 3%
Geen schriftelijke RI&E aanwezig 25 2%
Beschikbaarheid en gebruik pbm-en 12 1%
Geen plan van aanpak 10 1%
Bijzondere aandacht voor voorlichting en onderricht 7 1%
aan werknemers jonger dan 18
Gevaarlijke stoffen (ontbreken voorlichting en/of 11 1%
deskundig toezicht)
Overig 64 6%
Sub-totaal 220 21%
Totaal aantal overtredingen 1046 100%
Totaal aantal bedrijven 1355
In totaal zijn 1355 bedrijven, waar kinderen en jeugdigen werkten, geïnspecteerd. Bij het eerste
bezoek werden 772 bedrijven (56%) in orde bevonden en bij 583 bedrijven (44%) werden een of meer
overtredingen geconstateerd.
De meeste overtredingen (826) zijn geconstateerd m.b.t. de ATW en de NRK, waarbij de hoofdmoot
werd gevormd door het niet hebben van een deugdelijke registratie van arbeids- en rusttijden en het
niet naleven van de NRK (arbeid naast of in samenhang met schooltijd, niet-industriële (hulp)arbeid
van lichte aard).
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 10
M.b.t. de Arbowet wordt de hoofdmoot gevormd door overtredingen die betrekking hadden op de
opslag van CO2 en N2. Daarbij ging het vooral om het ontbreken van voldoende ventilatie en/of het
ontbreken van detectieapparatuur.
Met betrekking tot andere gevaarlijke stoffen (bijv agressieve schoonmaakmiddelen) zijn in totaal 11
overtredingen geconstateerd. Daarbij ging het om onvoldoende voorlichting/onderricht of het
ontbreken daarvan bij het werken met gevaarlijke stoffen door werknemers onder de 18 jaar, of het
ontbreken van goed toezicht bij jeugdige werknemers bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Daarnaast zijn er nog 35 arbo-overtredingen geconstateerd die betrekking hadden op de RI&E waarin
geen nadere voorschriften waren opgenomen met betrekking tot jeugdigen en was het geven van
voorlichting en onderricht aan jeugdigen niet goed geregeld.
Met betrekking tot fysieke belasting is 1 overtreding geconstateerd, met betrekking tot het
daadwerkelijk werken met machines zijn geen overtredingen geconstateerd.
3.2.2. Ingezette instrumenten
Ingezette Aantal
handhavingsinstrumenten per
geconstateerde overtreding
Boeterapport 46
Stillegging 2
Eis Arbo 5
Waarschuwing Arbo 204
Waarschuwing Atw 789
Totaal 1046
Aantal geconstateerde overtredingen per 0 1 2 3 4 5 6 7 Totaal
bedrijf
Aantal bezochte bedrijven 772 311 148 76 37 5 4 2 1.355
In 9 gevallen is een boete aangezegd voor het niet hebben van een risico-inventarisatie en -evaluatie.
Eenmaal is dit gebeurd voor direct valgevaar, het verbod op kinderarbeid (nachtdienst) en niet
voldoende dagelijkse rust. Stilleggingen betreffen gevallen waarbij 13-, 14- en 15 jarigen industriële
arbeid verrichten (in nabijheid van machines, lopende band e.d.).
In de andere gevallen werd de NRK overschreden, jongeren die werden aangetroffen in een
industriële omgeving of die werkzaamheden uitvoerden zonder dat de juiste (veiligheids)maatregelen
werden getroffen. Daarvoor werd in 46 gevallen de werkgever een boete aangezegd, maar werd ook
44 maal een boete aan ouders aangezegd. Bijv omdat hun kinderen nog op een tijdstip aan het werk
waren terwijl dat niet meer mocht, (1x zelfs 's nachts) of als ze bijv. nabij machines aan het werk
waren zonder toezicht.
3.2.3. Verschillen tussen de branches
In onderstaand overzicht is aangegeven het totale aantal bezochte bedrijven per branche t.o.v. het
aantal bedrijven waar overtredingen zijn geconstateerd.
Branche Aantal geïnspecteerde Aantal bedrijven met Gemiddeld aantal
bedrijven overtreding(en) overtredingen
Aantal Percentage Aantal Percentage Totaal Gemiddeld
Horeca 327 24% 176 54% 339 1,04
Recreatie 182 13% 71 39% 143 0,79
Detailhandel 764 56% 314 41% 501 0,66
Veilingen en 82 6% 30 37% 61 0,74
overig
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 11
Totaal 1355 100% 591 44% 1046 0,77
De Horeca laat de meeste overtredingen zien, bij 54% van de bezochte bedrijven was iets mis. De
Detailhandel volgt met 41% en de Recreatie en Veilingen en overig respectievelijk met 39 en 37%.
De horecabranche springt eruit met gemiddeld 1,04 overtreding per bedrijf. Dit wordt echter voor een
deel veroorzaakt door het meenemen van het inspectiepunt opslag CO2 en N2. Zoals in de tabel onder
§ 4.2.1. is te zien wordt er 63 keer gescoord op de overtreding: "Geen voorzieningen om ongewilde
gebeurtenissen te voorkomen". Zou men deze overtreding buiten beschouwing laten, dan komt het
gemiddelde aantal overtredingen in de Horeca op 0,84.
3.2.4. Resultaten eerdere projecten vakantiewerk
Interessant is de vraag of de reeks van jaarlijkse inspectieprojecten ook tot resultaat hebben dat er
een verbetering optreedt in de naleving van de wettelijke regelgeving en dus tot een verlaging van het
aantal overtredingen.
Hierbij kunnen alleen de branches die in voorgaande jaren zijn bezocht worden vergeleken met 2005.
Branche Jaar
2001 2003 2005
Horeca
68% 37% 35%*
Detailhandel
55% 26% 41%
Recreatie
46% 45% 39%
*Overtredingen met betrekking tot de opslag van CO2 en N2 zijn hier niet meegenomen, omdat daar in
2001 en 2003 niet op geïnspecteerd is.
De genoemde percentages hebben betrekking op het aantal bedrijven waar een of meer
overtredingen (ATW én Arbo samen) zijn geconstateerd ten opzichte van het totale aantal bezochte
bedrijven.
De daling in 2003 bij de Horeca en Detailhandel is deels toe te schrijven aan het feit dat in 2003 niet
meer expliciet naar de aanwezigheid van de RI&E is gevraagd, maar alleen indien er een overtreding
was geconstateerd. Dat geldt ook voor 2005.
Bestond in 2001 nog 25% van de overtredingen uit het ontbreken van een RI&E, in 2003 was dit 10%
en in 2005 bedroeg het percentage 2%.
De daling van het aantal overtredingen bij de Horeca en Detailhandel in 2003 wordt deels ook
veroorzaakt door een betere naleving van de ATW en NRK. In 2005 ligt het aandeel overtredingen bij
de Horeca op ongeveer gelijk niveau.
Bij de detailhandel is in 2005, na een aanvankelijke daling, weer een forse toename te zien van het
aantal bedrijven met een overtreding ten opzichte van 2003. Dit laat zich verklaren omdat vooral
binnen de detailhandel is gecontroleerd op bijbaantjes. Het percentage overtredingen ligt in de
vakantieperiode op 33%, maar laat daarna bij contoles op bijbaantjes de stijging zien tot de vermelde
41%. Blijkbaar is de aandacht voor en de naleving van de ATW bij bijbanen geringer dan bij
vakantiewerk.
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 12
De recreatiebranche laat een gestage lichte daling zien van het aantal overtredingen, met name door
een betere naleving van de ATW en NRK. Dit wordt bevestigd door de ervaringen van de inspecteurs
binnen de recreatiebranche.
Arbeidsinspectie, Den Haag
Concept 21-06-06 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 13
4. CONCLUSIES en AANBEVELINGEN
Van de 1355 bezochte bedrijven is bij 44% een overtreding geconstateerd. In totaal betrof het 1046
overtredingen. Hiervan hadden 826 overtredingen (79%), betrekking op het gebied van de ATW en
NRK. Meest geconstateerde overtredingen hierbij waren dat de bepalingen van de NRK niet werden
nageleefd (bijv. niet toegestane werkzaamheden), er geen deugdelijke registratie van werk- en
rusttijden was(bijv. helemaal geen registratie of er was geen rekening gehouden met schooltijden), er
op zondag door jeugdigen werd gewerkt terwijl er de zaterdag vooraf ook was gewerkt, jeugdigen niet
de benodigde dagelijkse rust kregen.
Tevens werden er nog 220 overtredingen geconstateerd op het gebied van de Arbowet. Daarbij betrof
het 63 keer de opslag van CO2 en N2 waarbij een goede ventilatie of de detectieapparatuur ontbrak.
Daarnaast ging het om o.a. het ontbreken van nadere voorschriften in de risico-inventarisatie en -
evaluatie (RI&E) m.b.t. jeugdigen (28 keer) en het ontbreken van de RI&E in zijn geheel (25 keer).
Deze resultaten hebben o.a. geleid tot het direct aanzeggen van een boete bij 46 bedrijven, maar ook
44 keer bij ouders/verzorgers.
Bedrijven en ouders/verzorgers zijn zich nog steeds onvoldoende bewust van de risico's die de
jeugdige groep werknemers loopt, niet alleen bij vakantiewerk maar ook bij bijbaantjes. Vooral in de
detailhandel lijkt dit het geval. Maar ook de horeca en de recreatiebranche laten nog steken vallen.
Om dit bewustwordingsproces te stimuleren zou er elk jaar een uitgebreide campagne opgezet
moeten worden waarbij wordt gewezen op de risico's aangaande werkzaamheden uitgevoerd door
kinderen en jeugdigen. De doelgroepen ouders/verzorgers en jongeren (werknemers) vernieuwen
zich namelijk ook ieder jaar.
Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat de naleving van de ATW en NRK bij het inzetten van
kinderen en jeugdigen weliswaar verbeterd, maar dat de aandacht voor die naleving niet mag
verslappen bij bijbaantjes buiten de vakantieperioden.
De Arbeidsinspectie zal door controles op werkzaamheden en arbeidstijden van jeugdigen en
jongeren in de vakantieperiodes alsook bij de bijbaantjes een vinger aan de pols blijven houden.
Arbeidsinspectie, Den Haag
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid