Gemeente Utrecht


2006 BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
58 Vragen van mevrouw ir. I.G.M. de Bondt
(vragen binnengekomen op 9 juni 2006
en beantwoording door het college verzonden op 7 juli 2006)


Inleiding
Voordat wij ingaan op de vragen zoals gestel door mevrouw De Bondt van de VVD fractie willen wij eerst een toelichting geven op het op 6 juni 2006 in het AD verschenen artikel. Het artikel wekt de indruk dat het Spoorwegmuseum in tegenstelling tot eerdere berichten nu wel geïnteresseerd zou zijn in de ontwikkeling en realisatie van een parkeergarage onder het voorplein van het museum.

Naar aanleiding van het artikel heeft de heer Paul van Vlijmen, directeur van het Spoorwegmuseum, wethouder de Weger op woensdag 7 juni gemaild met de boodschap dat hij zeer ongelukkig is met het artikel. In zijn toelichting geeft hij een korte schets van de toedracht. Onze conclusie is dat de betreffende journalist vermeende citaten uit zijn verband heeft getrokken om de relatie tussen het museum en de gemeente op scherp te zetten. De heer Van Vlijmen heeft in zijn e-mail verzekerd dat er op dit moment geen sprake is van een wens vanuit het museum voor de ontwikkeling van een parkeergarage.

Met het bovenstaande in gedachten worden de door mevrouw De Bondt gestelde vragen beantwoord.


1. Deelt het College de mening van de VVD dat er een parkeerprobleem is ontstaan rondom het Spoorwegmuseum?

Zoals bekend overstijgt het aantal bezoekers van het Spoorwegmuseum de oorspronkelijke verwachtingen. In het jaar 2000, voor de verbouwing, had het Spoorwegmuseum 205.000 bezoekers. Ingeschat werd dat na de verbouwing er sprake zou zijn van 250.000 bezoekers. Het eerste jaar na opening trok het Spoorwegmuseum 475.000 bezoekers.

De gemeente houdt de parkeerdruk goed in de gaten om te voorkomen dat er overlast ontstaat. Op dit moment is er slechts op een beperkt aantal dagen sprake van een piekdrukte op straat. Doordat het Spoorwegmuseum zelf een trein laat rijden tussen Utrecht Centraal en het museum blijft de druk beperkt. De gemeente verwacht verder op topdagen het Dela terrein in te zetten als overloopterrein waarmee de extra drukte kan worden afgevangen. Voor de goede orde merken wij hierbij wel op dat zowel de treinverbinding als de kort parkeerfunctie op het Dela terrein van tijdelijke aard zijn.

Het College is van mening dat er op dit moment nog geen sprake is van een parkeerprobleem rondom het Spoorwegmuseum. Het College zal echter wel de situatie goed in de gaten houden en zo nodig in overleg met het museum maatregelen nemen.

2. Vindt het College dat bij het bepalen van het aantal noodzakelijke parkeerplaatsen uitgegaan moet worden van realistische bezoekersaantallen?

Ja, bij het opstellen van de gemeentelijke Nota van uitgangspunten is zo reëel mogelijk ingeschat hoeveel parkeerplaatsen nodig zijn. Het College is van mening dat dat een correct uitgangspunt is.

3. Hoeveel extra parkeerplaatsen moeten er in de buurt van het Spoorwegmuseum gerealiseerd worden nu blijkt dat het aantal bezoekers ruim twee keer zo hoog is als oorspronkelijk verwacht? Kan dit aantal onderbouwd worden?

Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 1 wil het College de parkeersituatie goed in de gaten houden. Als over enige tijd blijkt dat het bezoekersaantal constant hoog blijft en er daadwerkelijk sprake is van een structureel parkeerprobleem zal het College passende maatregelen voorstellen. Het aanleggen van extra parkeerplaatsen is daarbij één van de mogelijke maatregelen. Het is dan ook te voorbarig om nu reeds een aantal te noemen.

4. Is het College van mening dat de onderhandeling met het Spoorwegmuseum en NS Vastgoed moeten worden hervat nu blijkt dat het enige argument om de plannen voorlopig stop te zetten niet meer geldig is? Zo ja, op welke termijn zijn er resultaten te verwachten? Zo nee, waarom niet?

De heer Van Vlijmen heeft aangegeven dat er vanuit het Spoorwegmuseum geen concrete plannen zijn voor een parkeergarage. Mocht het Spoorwegmuseum deze mening wijzigen dan zal zij daartoe in contact met de gemeente moeten treden.

Het hervatten van de onderhandelingen verwijst naar de al dan niet gezamenlijke ontwikkeling van een parkeergarage onder het voorplein van het Spoorwegmuseum. Op dit moment is er vanuit de gemeente geen aanleiding om te komen tot een dergelijke ontwikkeling.

5. Indien het College geen extra parkeervoorzieningen wil treffen bij het Spoorwegmuseum en 200 gerealiseerde parkeerplaatsen voldoende vindt, kan zij dan aangeven op welke wijze zij het maximale bezoekersaantal gaat handhaven?

Zoals vermeld bij antwoord 1 zijn wij van mening dat er op dit moment nog geen sprake is van een parkeerprobleem rondom het Spoorwegmuseum. Het Spoorwegmuseum is van grote economische en toeristische waarde is voor de stad Utrecht. Wij richten ons daarom op het volgen van de parkeersituatie en het nemen van maatregelen op het moment dat er daadwerkelijk parkeerproblemen dreigen te ontstaan.


---- --