Eindverslag formateur Balkenende
mr.dr. J.P. Balkenende
Formateur
Postbus 20008
2500 EA Den Haag
Aan de Koningin
Kenmerk: 06M485291 's-Gravenhage, 7 juli 2006
Op 5 juli 2006 verstrekte u mij de opdracht om op de kortst mogelijke termijn een kabinet te
vormen uit CDA en VVD dat ook tot taak heeft om verkiezingen te bevorderen op 22 november
2006, en mitsdien ontbinding van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Ik heb daarop ver-zocht
deze opdracht in beraad te mogen houden in afwachting van mijn bevindingen terzake.
Met deze opdracht en met het eindverslag van de informateur, de heer Lubbers, van 5 juli jl als
uitgangspunt heb ik op donderdag 6 juli een gesprek gevoerd met de fractievoorzitters van CDA
en VVD in de Tweede Kamer. Met hen heb ik, gelet op het ontslag van de bewindslieden van
D66 huize uit het demissionaire kabinet, de kandidaten voor ministersposten en het niet vervul-len
van drie staatssecretariaten besproken. Voorts heb ik vastgesteld dat de overige ministers en
staatssecretarissen die hun portefeuille resp. ambt resp. functie ter beschikking hebben gesteld,
bereid zijn als minister resp. staatssecretaris toe te treden tot het kabinet.
Op 6 juli heb ik de kandidaat-minister van Economische Zaken en de kandidaat-minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties ontvangen. Ik heb in die gesprekken de bereid-heid
vastgesteld van ieder van hen om zonder voorbehoud tot het kabinet te willen toetreden.
Voorts heb ik de gouverneur en de minister-president van de Nederlandse Antillen en de waar-nemend
gouverneur en de minister-president van Aruba op de hoogte gesteld.
Op 6 juli jl. heeft de constituerende vergadering plaatsgevonden. Ik heb in deze vergadering ge-sproken
over het belang van eenheid van regeringsbeleid en over terughoudendheid die voort-vloeit
uit de beperkte tijd die na het zomerreces en tot de verkiezingen resteert, alsmede uit het
feit dat voor elk in de Tweede Kamer in te dienen voorstel een meerderheid zal moeten worden
gevonden..- 2 -
Na afloop van de constituerende vergadering heb ik u kunnen meedelen de mij gegeven opdracht
te aanvaarden. Naar aanleiding daarvan kan ik u voorts mededelen dat de volgende personen
bereid zijn als minister-president resp. minister tot het kabinet toe te treden:
Mr.dr. J.P. Balkenende Minister-President, Minister van
Algemene Zaken
Drs. G. Zalm Vice-Minister-President, Minister van Fi-nanciën
Dr. B.R. Bot Minister van Buitenlandse Zaken
Mevrouw A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Mr. J.P.H. Donner Minister van Justitie
Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Minister voor Vreemdelingenzaken
en Integratie
De heer J.W. Remkes Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
Mr.drs. A. Nicolaï Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties
Mevrouw M.J.A. van der Hoeven Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
De heer H.G.J. Kamp Minister van Defensie
Mevrouw S.M. Dekker Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Mevrouw drs. K.M.H. Peijs Minister van Verkeer en Waterstaat
Mr.drs. J.G. Wijn Minister van Economische Zaken
Dr. C.P. Veerman Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit
Mr. A.J. de Geus Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
Drs. J.F. Hoogervorst Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport.- 3 -
De volgende personen zijn bereid als staatssecretaris tot het kabinet toe te treden:
Mr. drs. B.J. Bruins Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap
De heer C. van der Knaap Staatssecretaris van Defensie
Drs. P.L.B.A. van Geel Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruim-telijke
Ordening en Milieubeheer
Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen- Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
Maas Geesteranus
Mevrouw ir. C.E.G. van Gennip MBA Staatssecretaris van Economische Zaken
De heer H.A.L. van Hoof Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werk-gelegenheid
Mevrouw drs. C.I.J.M. Ross-van Dorp Staatssecretaris van Volksgezondheid, Wel-zijn
en Sport
Op grond van bovenstaande moge ik u in overweging geven de ter beschikking stelling van de
portefeuille, het ambt respectievelijk de functie in te trekken van mr.dr. J.P. Balkenende, drs. G.
Zalm, dr. B.R. Bot, mevrouw M.J.A. van der Hoeven, mr. J.P.H. Donner, mevrouw. drs. M.C.F.
Verdonk, de heer J.W. Remkes, de heer H.G.J. Kamp, mevrouw S.M. Dekker, mevrouw drs.
K.M.H. Peijs, dr. C.P. Veerman, mr. A.J. de Geus, drs. J.F. Hoogervorst, de heer C. van der
Knaap, drs. P.L.B.A. van Geel, mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus,
mevrouw ir. C.E.G. van Gennip MBA, de heer H.A.L. van Hoof en mevrouw drs. C.I.J.M. Ross
van Dorp.
Tevens moge ik u in overweging geven om ontslag te verlenen als staatssecretaris en vervolgens
tot minister te benoemen mr.drs. J..G. Wijn en mr.drs. A. Nicolaï, en om mr. drs. B.J. Bruins te
beëdigen als staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Gaarne dank ik u voor het in mij gestelde vertrouwen.
J.P. Balkenende
Regering.nl