Universiteit Twente

Bologna-proces leidt nog nauwelijks tot harmonisatie

Het `Bologna-proces' heeft nog maar weinig bijgedragen aan de harmonisatie van Europese hogeronderwijssystemen, maar heeft in de lidstaten wel geleid tot aanzienlijke nationale hervormingen. Dit concludeert promovenda Johanna Witte in een internationaal vergelijkend promotieonderzoek, uitgevoerd aan het Center for Higher Education Policy Studies (CHEPS) van de Universiteit Twente. Zij promoveerde op 7 juli.

Witte vergelijkt in haar onderzoek onder meer de veranderingen in diplomastructuren en de bijbehorende aanpassingen van de hogeronderwijssystemen in Duitsland, Nederland en Frankrijk tussen 1998 en 2004, waarbij Engeland geldt als referentieland. In het proefschrift worden de verschillen tussen nationale uitgangspunten, interesses, opvattingen en competenties van de betrokken partijen toegelicht, alsmede de aard en mate van verandering.

In haar proefschrift stelt Witte dat de invoering van de Bachelor-Master-structuur door de deelnemende landen wordt gebruikt om vergaande hervormingen van hun gehele hogeronderwijssysteem door te voeren. Internationale ontwikkelingen dienen daarbij als belangrijke argumenten voor nationale hervormingen. Vaak zijn deze echter gebaseerd op misvattingen.

Zo werd accreditatie gepresenteerd als een `Angelsaksisch' systeem, terwijl het in het Engelse hoger onderwijs nauwelijks een rol speelt. Aan de definiëring van titels als `BA' en `MSc' werd in nationale discussies veel aandacht besteed, hoewel er ook internationaal gezien geen eenduidige definities bestaan. Het proces van Bologna kan volgens Witte pas leiden tot convergentie van het hoger onderwijs in Europa als de internationale dialoog op alle niveaus wordt verbeterd.

Concreet betekent dit dat het niet voldoende is dat steeds hetzelfde handjevol mensen deelneemt aan de Europese `Bologna-vergaderingen'; de internationale uitwisseling van informatie over hervormingen in het hoger onderwijs moet een breder platform krijgen. De ministers die in de landen die de Bologna-verklaring hebben ondertekend verantwoordelijk zijn voor hoger onderwijs moeten een intensievere dialoog aangaan, die verder gaat dan de officiële tweejaarlijkse conferenties.

In het Nederlandse hogeronderwijssysteem worden internationaal gezien niet de meest ambitieuze hervormingen doorgevoerd. Maar de maatregelen die worden genomen, worden wel snel ingevoerd. In Nederland is de kloof tussen universitaire en hogeschooldiploma's is nog steeds groter dan in Duitsland en is de universitaire Bachelorgraad in tegenstelling tot in Duitsland niet bedoeld om toegang te geven tot de arbeidsmarkt. Maar doordat de betrokken partijen het eens zijn over de hervormingen, kunnen deze wel snel worden ingevoerd.

Een van de uitdagingen voor de toekomst is de verdere verbetering van mogelijkheden voor studenten met een hogeschooldiploma om door te stromen naar universitaire Master-opleidingen. Een andere taak ligt in de betere integratie van de Master- en de PhD-fase, bijvoorbeeld door middel van graduate schools.

Noot voor de pers:

Het proefschrift `Change of degrees and degrees of change: comparing adaptations of European higher education systems in the context of the Bologna process' is verkrijgbaar bij CHEPS (Gillian Loche, g.loche-luisman@bbt.utwente.nl) of en kan worden gedownload van www.utwente.nl/cheps. Johanna Witte is werkzaam bij het Centre for Higher Education Development (CHE) in Duitsland: johanna.witte@che.de, tel.: +49 (0)5241 976154. Contactpersoon UT: Menno van Duuren, Bureau Communicatie, tel. 053 489 2210, m.vanduuren@utwente.nl.

Top
Laatst gewijzigd op 11-07-2006 10:46:10 door Webmaster