Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
59 Vragen van de heer J.L. Ravesteijn
(vragen binnengekomen op 13 juni 2006
en beantwoording door het college op 11 juli 2006)


GroenLinks vindt het belangrijk dat uitkeringsgerechtigden zoveel mogelijk zeggenschap hebben over de invulling van hun reïntegratietraject. Hoe beter een traject aansluit bij de wensen, behoeften en mogelijkheden van de werkzoekende, hoe groter de kans van slagen. Dat dit succesvol is, is in het verleden uitgewezen bij de experimenten met het Persoonsgebonden Reïntegratie Budget (PRB). Op basis van dit succes is besloten het PRB structureel te maken en het aantal trajecten uit te breiden van 40 tot 100. In de Peilstokken 2005 wordt op geen enkele gerapporteerd over het aantal gestarte PRB-trajecten en de resultaten daarvan.

Desondanks bereiken ons van diverse betrokkenen allerlei verontrustende berichten over de gebrekkige manier waarop dit instrument onder de aandacht van de klanten wordt gebracht en de wijze waarop er met dit instrument gewerkt wordt. Naar aanleiding van deze berichten heeft GroenLinks de volgende schriftelijke vragen:


1. Kan het College aangeven hoeveel WWB-uitkeringsgerechtigden in 2005 en 2006 een aanvraag voor een PRB-traject hebben ingediend?

Hoeveel van deze aanvragers zijn er daadwerkelijk gestart met een PRB-traject en wat zijn de resultaten?


In 2005 zijn er 29 aanvragen voor een PRB-traject geweest die geresulteerd hebben in 19 PRB-trajecten. Overigens was het aantal PRB-trajecten in 2005 gemaximeerd tot in eerste instantie 20 en later in het jaar 30. Een maximum van 40, zoals in de inleiding van deze schriftelijke vragen benoemd, is in 2005 niet aan de orde geweest.

In 2006 zijn er tot dusver 11 aanmeldingen voor PRB geweest, waarvan er 5 zijn toegekend, 1 is afgewezen en 5 nog in behandeling zijn.


2. Op welke wijze wordt het PRB onder de aandacht van de WWB-uitkeringsgerechtigden gebracht. Is deze voorlichting voldoende in relatie tot het aantal aanvragers? Zo nee, welke stappen onderneemt het College om dit te verbeteren?


Eind vorig jaar is een artikel over de mogelijkheden van PRB verschenen in SoZaWe-journaal, het blad dat ieder kwartaal naar alle bijstandsgerechtigden wordt verzonden. De tekst van dat artikel hebben wij als bijlage toegevoegd. Daarnaast staan de mogelijkheden van PRB benoemd in de SoZawe-folder 'Actief op weg naar werk', waarin uitgeschreven staat op welke wijze SoZaWe ondersteuning kan bieden bij reïntegratie.


3. Is het juist dat de uitvoering van het PRB per 1 januari 2006 is uitbesteed aan de 2 reïntegratiebedrijven en dat deze de uitvoering weer uitbesteed hebben aan onderaannemers?


Wij hebben er voor gekozen om met twee grote reïntegratiepartijen (Calder en Nieuwland) samen te werken die alle reïntegratieopdrachten uit moeten kunnen voeren, met uitzondering van trajecten voor jongeren, dak- en thuislozen en zelfstandigen. Calder en Nieuwland mogen voor die opdrachten gebruik maken van onderaannemers. Voor wat betreft de PRB-trajecten maakt Calder gebruik van de onderaannemer Wesseling (die deze trajecten ook voor 2006 al verzorgde). Nieuwland verzorgt de PRB-trajecten zelf.


. Hoe werkt deze procedure in de praktijk? Werkt deze niet drempelverhogend, hoeveel belang hebben de reintegratiebedrijven erbij om dit instrument succesvol uit te voeren, en in welke mate voldoen de aangeboden plannen aan de gestelde criteria?


De werkzoekende kan in zijn of haar contacten met de klantmanager SoZaWe of de contactpersoon van het reïntegratiebedrijf aangeven voor een PRB in aanmerking te willen komen. Anderzijds kan de klantmanager of de contactpersoon uit gesprekken met de werkzoekende afleiden dat een PRB-traject de meest passende weg is richting werk. De klantmanager SoZaWe is uiteindelijk degene die de keus maakt om aan te melden voor een PRB-traject. Aan Calder of Nieuwland wordt dan gevraagd een PRB-plan in te dienen. Dit plan wordt vorm gegeven door de werkzoekende zelf. De klantmanager SoZawe beslist of daadwerkelijk een PRB-traject gestart wordt.


De rol van Calder (Wesseling) en Nieuwland bij deze PRB-trajecten is beperkt tot:
. er zorg voor dragen dat een aanvraag voor een traject op de afgesproken wijze ingediend wordt
. budgetten die toegekend worden voor PRB-trajecten te beheren, dwz uitbetalingen te verzorgen wanneer feitelijke ondersteuning heeft plaats gevonden.
. de verantwoording richting SoZaWe te verzorgen over alle gestarte PRB-trajecten.
Wij benadrukken dat Calder en Nieuwland niet de begeleidende partijen zijn, tenzij de klant daar expliciet voor kiest.


De aangeboden plannen voldoen vrijwel altijd aan de gestelde criteria, omdat ook tussentijds overleg plaats vindt om tot een goed plan te komen. Dit tussentijdse overleg leidt er in een aantal situaties wel toe dat geen PRB-plan wordt ingediend, terwijl iemand wel voor een PRB-traject is aangemeld. Belangrijkste oorzaak voor het niet indienen van een PRB-plan is dat uit een nadere analyse blijkt dat een traject richting zelfstandig ondernemerschap meer passend is om de ideeën van de werkzoekende te realiseren. In die situaties wordt vervolgens een traject richting zelfstandig ondernemerschap aangeboden.


Voor meer informatie over de procedure in de praktijk verwijzen wij naar de bijlage.


4. Is het College met GroenLinks van mening dat het juist bij dit instrument past dat de klant zelf de keuze heeft om het traject in te richten en te bepalen wie hij/zij daarbij ter ondersteuning inschakelt. Dat het voldoende is dat de klantmanager het plan beoordeelt, fiateert en zonodig steun biedt bij het maken ervan? Zo ja, is het College bereid de procedure in die zin aan te passen?


Wij zijn het met u eens dat bij PRB de klant zelf de keuze heeft om het traject in te richten en te bepalen wie hij/zij daarbij ter ondersteuning inschakelt. Zoals uit de beschrijving van de huidige procedure blijkt is onze insteek om de klant ook daadwerkelijk die ruimte te geven. Wel zullen wij nagaan in hoeverre verbeteringen in de huidige procedure mogelijk zijn, mede gezien het tot nog toe lage aantal PRB aanmeldingen in 2006.


Bijlage: tekst SoZaWe-journaal december 2005


Persoonsgebonden reïntegratiebudget


Snel weer aan het werk? Vergroot je kansen!

Neem uw reïntegratie zelf in de hand, met hulp van de gemeente

De gemeente Utrecht wil er voor zorgen dat zo min mogelijk mensen afhankelijk zijn van een uitkering. Daarom heeft de gemeente verschillende mogelijkheden om u te helpen snel (weer) een baan te vinden. Een van die mogelijkheden is het persoonsgebonden reïntegratiebudget. Sinds 1 januari 2004 kunnen klanten van SoZaWe aanspraak maken op het persoonsgebonden reïntegratiebudget. Het persoonsgebonden reïntegratiebudget is bestemd voor mensen waarvan SoZaWe verwacht dat ze vrij eenvoudig (binnen twaalf maanden) aan het werk kunnen komen. Met dit budget kunt u zelf een reïntegratieplan maken en zelf een begeleidingsorganisatie kiezen om weer aan het werk te komen. Voor 2006 zijn er in Utrecht 100 persoonsgebonden reïntegratietrajecten beschikbaar.

Wat is het persoonsgebonden reïntegratiebudget?
Het persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB) is een financiële bijdrage (subsidie) voor mensen met reële vooruitzichten op regulier (= niet gesubsidieerd) werk. U kunt deze bijdrage krijgen voor de kosten die u moet maken om aan het werk te gaan, zoals het schrijven van een goede sollicitatiebrief of het vinden van vacatures. De bijdrage kunt u uitsluitend gebruiken voor begeleiding naar werk, advisering, een eventuele opleiding en arbeidsbemiddeling. Het doel van het PRB-traject is het aanvaarden van betaald werk. Om voor dit reïntegratiebudget in aanmerking te komen moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Wanneer komt u in aanmerking voor een persoonsgebonden reïntegratiebudget?
Om voor een persoonsgebonden reïntegratiebudget in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:
- U hebt een reële kans om binnen 12 maanden betaald werk te vinden;
- U ontvangt een bijstandsuitkering en hebt nog geen (deeltijd-)inkomsten uit werk (als u al wel inkomsten hebt gaan wij er van uit dat er snellere en goedkopere manieren zijn om uitbreiding van werkzaamheden te vinden);
- U dient Bij SoZaWe een reïntegratieplan in. SoZaWe beoordeelt vervolgens of dit plan u inderdaad op weg helpt naar werk.
- Uw plan duurt niet langer dan 12 maanden en kost niet meer dan E 10.000,-.
Het persoonsgebonden reïntegratiebudget kan niet gebruikt worden voor het starten van een eigen bedrijf. Daarvoor zijn andere financiële bijdragen mogelijk, bijvoorbeeld via Bureau Zelfstandigen van SoZaWe.


Hulp bij het maken van een plan

Omdat niet iedereen het eenvoudig vindt om zelf een reïntegratieplan te maken, kunt u hulp vragen van een deskundige die meer weet over de begeleiding naar werk. Deze deskundige kan u helpen bij het opstellen van een reïntegratieplan.

Hoe vraagt u een persoonsgebonden reïntegratiebudget aan?


Stap 1: Contact

Wanneer u denkt dat u in aanmerking komt voor een persoonsgebonden reïntegratiebudget dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon van SoZaWe en een afspraak maken voor een gesprek.

Stap 2: Gesprek

Tijdens het gesprek gaat u samen met de medewerker van SoZaWe na of u aan de voorwaarden voldoet. Ook moet blijken dat u voldoende zelfstandig, realistisch en initiatiefrijk bent om zelf uw traject naar regulier werk te bepalen.

Stap 3: Reïntegratieplan

Dan wordt u doorverwezen naar een van de twee grote reïntegratiebureaus waar SoZaWe vanaf 1 januari 2006 mee samen werkt. Vervolgens stelt u een reïntegratieplan op. Bij het maken van dit plan kunt u de hulp inroepen van een deskundige die meer weet over de begeleiding naar werk. Dit kan een deskundige zijn van een willekeurig reïntegratiebedrijf die u kan helpen met het opstellen van een reïntegratieplan. Eén van de twee grote reïntegratiebureaus dient uw plan in bij SoZaWe.

Stap 4: Advies

Een arbeidsdeskundige bekijkt of u in staat bent om het door u in uw plan gekozen beroep uit te oefenen en of dit beroep arbeidsmarktrelevantie heeft. Arbeidsmarktrelevantie betekent dat er op dit moment voldoende vraag is naar het soort werk dat u wilt gaan doen. De arbeidsdeskundige brengt hierover een advies uitbrengen. Dit advies volgen wij altijd op.

Stap 5: Beschikking

SoZaWe beslist op grond van uw reïntegratieplan en het advies van de arbeidsdeskundige of het persoonsgebonden reïntegratiebudget u daadwerkelijk op weg kan helpen naar regulier werk en of de subsidie wordt toegekend. Hierover ontvangt u van SoZaWe een beschikking. Wanneer SoZaWe uw aanvraag afwijst staat in de beschikking dat u niet in aanmerking komt voor een persoonsgebonden reïntegratiebudget. Bent u het hier niet mee eens, dan kunt u een bezwaarschrift indienen. In de beschikking staat hoe dat moet.


Informatie

Wilt u meer weten over de mogelijkheden van een persoonsgebonden reïntegratiebudget, dan kunt u contact opnemen met de arbeidsadviseur van het Informatie-en Adviespunt Arbeidsintegratie in een CWI-vestiging bij u in de buurt:
CWI Utrecht Noord , Willem Rosbergen tel 030-8504799 / 06-25011433
CWI Utrecht Zuid, Riet Boerkamp tel 030-2668000 / 06-21830978
CWI Leidsche Rijn, Sati Kaya tel 030-8504865.

Indien u van mening bent dat u voor een persoonsgebonden reïntegratiebudget in aanmerking komt en een PRB aan wilt vragen, neemt u dan contact opmet uw contactpersoon bij SoZaWe.


---- --