Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
60 Vragen van de heer J.L. Ravesteijn
(vragen binnengekomen op 15 juni 2006
en antwoorden van het college verzonden op 11 juli 2006)


In januari 2006 is de stichting Sodaproducties in de wijk Kanaleneiland gestart met het project de Voorlees-express. Het project omvat dat er twintig maal één uur per week bij Turkse en Marokkaanse gezinnen 's avonds thuis wordt voorgelezen door in de regel autochtone jongeren. Op meerdere fronten draagt dit project bij aan de integratie en het verkleinen van taalachterstanden:
. Autochtone jongeren leren meer over andere culturen;
. Het stimuleert het contact van met name autochtone jongeren met Turkse en Marokkaanse gezinnen;
. Het ontwikkelt de taalvaardigheid van jonge kinderen;
. Het stimuleert hun ouders om zelf ook meer Nederlands te gaan lezen en voorlezen.

Het initiatief is totstandgekomen dankzij een incidentele subsidie van de gemeente Utrecht (EUR 10.000,00) en het K.F. Heinfonds (EUR 7.500,00).Het project is inmiddels een groot succes. Er is een wachtlijst van gezinnen én van voorlezers. Pogingen om extra financiering te verwerven zijn gestrand, omdat hiervoor geen budget is, of omdat het niet past binnen de geldende criteria. Dat zou betekenen dat het project voortijdig eindigt. En dat terwijl er veel vraag naar is.

GroenLinks vindt dit project een goed voorbeeld om op een simpele manier te werken aan de integratie van verschillende groepen en het verkleinen van taalachterstanden. Het is een goede zaak als dit soort initiatieven een plek krijgen in het diversiteitsbeleid en bij succes uitgebreid kunnen worden.

De vragen:

1. Is het College op de hoogte van het succes van dit project?


Op 20 juni 2006 ontvingen wij de tussenrapportage van het project. Daaruit blijkt dat de activiteiten tot nu toe succesvol zijn.

2. Deelt het College de mening van GroenLinks dat dit soort activiteiten een waardevolle bijdrage leveren aan de integratie en het verkleinen van taalachterstanden?


Ja, het College deelt de mening dat deze activiteiten daar een waardevolle bijdrage aan kunnen leveren.

3. Klopt het dat voor dit soort projecten geen vervolgfinanciering mogelijk is, ook niet bij gebleken succes? Hoe beoordeelt het College dat? Is het niet een gemiste kans als de succesvolle voorleesactiviteiten zouden moeten worden gestaakt?


Wij hebben dit project incidenteel subsidie verleend voor een periode van december 2005 - februari 2007. Zoals hierboven gezegd hebben wij recent de tussenrapportage ontvangen. Of dit project voor vervolgfinanciering in aanmerking komt, kan op basis van een nieuwe aanvraag beoordeeld worden. Bij die beoordeling worden uiteraard ook de resultaten van eerdere activiteiten betrokken en de bijdrage die deze hebben geleverd aan de gemeentelijke subsidiedoelstellingen.

4. Is het College bereid om te kijken hoe de voorleesactiviteiten kunnen worden uitgebreid, zodat de wachtlijst in Kanaleneiland verdwijnt en de activiteiten mogelijk ook plaatsvinden in andere wijken?


De stichting kan een aanvraag doen voor het incidenteel uitbreiden van de activiteiten.

5. GroenLinks vindt dit project een goed voorbeeld waarop particuliere initiatieven bij kunnen dragen aan de diversiteit in de stad. Deelt het College de mening van GroenLinks dat er voor dit soort van initiatieven ruimte moet zijn in het diversiteitsbeleid? En is het College bereid hiertoe een voorstel te doen bij de begroting 2007?


Ja, het College vindt dat er ruimte moet zijn voor dit soort particuliere initiatieven. Het is een goed voorbeeld van de manier waarop particuliere initiatieven bij kunnen dragen aan de diversiteit in de stad. Het College is van mening dat er vooralsnog voldoende incidentele ruimte is voor dit soort initiatieven (bijvoorbeeld leefbaarheidsbudget, MZO-budget).


---- --