Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
64 Vragen van mevrouw G.A. Oskam
(vragen binnengekomen op 19 juni 2006
en antwoorden van het college verzonden op 11 juli 2006)


Op het Koehoornplein wordt thans het rouletteproject gestalte gegeven. Dit is een kunstproject in het kader van Beyond. Concreet houdt het project in dat een aantal kunstwerken elders uit de stad, voor een zekere tijd op het Koehoornplein worden tentoongesteld.

Vanuit het publiek bereiken D66 opmerkingen waaruit blijkt dat niet iedereen deze manier van omgaan met kunstwerken kan waarderen. Gezien de ambiance zijn er zelfs mensen die deze opstelling van kunstwerken ten onrechte aanzien voor een tijdelijke opslagplaats van kunstwerken.

D66 hecht grote waarde aan kunst in de openbare ruimte en hoopt daarom dat de aanwezigheid van kunst in de openbare ruimte door velen gewaardeerd wordt.

Als de kunst gewaardeerd wordt is het gemeenschapsgeld dat er aan besteed wordt, goed besteed geld. Echter als de kunst niet gewaardeerd wordt is bijsturing van het beleid op zijn plaats. Ook acht D66 het van belang dat omwonenden/gebruikers van de openbare ruimte ook betrokken worden bij het plaatsen van kunst in hun leefomgeving. In het verleden zijn door de gemeente op dit gebied al meerdere succesvolle projecten uitgevoerd zoals bijvoorbeeld het vervangen van de ijzeren tenttoren in Lunetten door de paddestoel en de keuze voor de denker op de Neude.

Dit brengt D66 tot de volgende vragen:

1. Is het college het met D66 eens dat het belangrijk is dat kunstprojecten door omwonenden en overige gebruikers van de openbare ruimte worden gewaardeerd?


Deze vraag is bij de rondvraag in de commissie MO van 15 juni 2006 reeds gesteld en ook door de wethouder cultuur tijdens die vergadering mondeling beantwoord. Het college meent dat het prettig is als kunstprojecten -positief- door de omgeving worden gewaardeerd, maar het is geen criterium. Het is primair de functie van een kunstproject of het de mensen in zijn omgeving raakt, wat doet.

2. Wordt er systematisch onderzoek verricht naar de waardering van kunstprojecten door omwonenden/gebruikers van de openbare ruimte?


Neen, er wordt geen systematisch onderzoek verricht naar de waardering van kunstprojecten door omwonenden/gebruikers in de openbare ruimte. Wel worden bij kunstopdrachten in de openbare ruimte de direct omwonenden en buurtbewoners betrokken bij de totstandkoming. Vaak wordt er vanuit de wijk of een (nieuwbouw)project een begeleidende kunstcommissie in het leven geroepen die (mee)adviseert over een kunstopdracht. Ook bij (her)plaatsingen van kunstwerken worden omwonenden betrokken, dit loopt meestal via het wijkbureau.

Bij tijdelijke projecten in de openbare ruimte, zoals het kunstproject van Manfred Pernice op het Koehoornplein, worden bewoners geïnformeerd door middel van een Stadsplan dan wel via een brief.

Bij verschillende andere kunstprojecten, zoals bij de realisatie van het kunstwerk Thinker on Rock op de Neude is er een peiling gehouden onder bewoners en belangstellenden. Bewoners konden kiezen uit een aantal (schets)voorstellen voor een kunstwerk.

3. Indien het antwoord op vraag 2 bevestigend is, worden er dan ook consequenties verbonden aan de
uitkomst van een dergelijk onderzoek en hoever strekken deze consequenties zich dan uit?


De uitkomsten van de hierboven genoemde betrokkenheid van omwonenden bij de realisering van een kunstopdracht wordt meegenomen in het advies aan de wethouder cultuur voor de realisatie van een kunstwerk.

4. Indien het antwoord op vraag 2 negatief is, waarom wordt er geen onderzoek verricht?


Zie antwoord vraag 2. Er wordt geen systematisch onderzoek naar waardering van specifieke projecten in de openbare omgeving verricht. Wel worden in het kader van de Utrecht Monitor elk jaar vragen gesteld aan onze burgers over hun waardering van het cultuuraanbod in Utrecht in algemene zin. Dit wordt tot op heden elk jaar weer als zeer positief ervaren.

5. Als er geen systematisch onderzoek wordt verricht, is het college bereid om beleid op dit gebied te ontwikkelen?


Neen, wij achten dat niet wenselijk.


---- --