Ministerie van Buitenlandse Zaken
Kamerbrief inzake de voortgang van het Energy for All initiatief
11-07-2006 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 16 mei 2006 heb ik toegezegd u nader te informeren over de voortgang van het Energy for All initiatief. Het Energy for All initiatief is gericht op het verschaffen van duurzame toegang tot moderne energiediensten voor de armen in de ontwikkelingslanden.
Met de organisatie van de Energy for Development conferentie in december 2004 is het belang van energie voor duurzame ontwikkeling hoog op de Nederlandse en internationale beleidsagenda gezet. Er zijn 1,6 miljard mensen wereldwijd verstoken van elektriciteit en 2,5 miljard mensen zijn nog steeds afhankelijk van traditionele biomassa als energiebron, met alle nadelige gevolgen voor ontwikkeling, gezondheid, en milieu. De toegang tot moderne energiediensten voor de armen is een voorwaarde voor het realiseren van de Millennium Ontwikkelingsdoelen.
Om energietoegang voor de armen te realiseren, pleit ik voor concrete, doelgerichte acties in samenwerking met gelijkdenkenden, in eerste instantie in de Follow-up Group van Energy for Development. Deze wordt geleid door de staatssecretaris voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en mijzelf, en bestaat verder uit vertegenwoordigers van de Wereldbank, UNDP, de World Business Council for Sustainable Development, de Verenigde Staten, Uganda en Zuid-Afrika.
In 2005 heb ik het belang van toegang tot energie voor de realisatie van de Millennium Ontwikkelingsdoelen onder meer ingebracht bij de VN-top en bij de Europese Unie.
Tijdens de Voorjaarsvergadering van de Wereldbank van 22 en 23 april jl. werd het Investment Framework for Clean Energy and Development besproken dat op verzoek van de G-8 top van 2005 te Gleneagles opgesteld is. Het investeringsraamwerk richt zich vooral op de terugdringing van CO2 uitstoot door ontwikkelingslanden, en op adaptatie aan klimaatverandering. De nadruk hierbij ligt op de snel groeiende economieën zoals China en India, en niet op sub-sahara Afrika. Energie voor ontwikkeling wordt genoemd, maar is niet uitgewerkt, en toegang tot energie voor de armen is sterk onderbelicht.
Ik acht het investeringsraamwerk een belangrijke bijdrage aan de klimaatagenda, maar het biedt in deze vorm geen uitzicht op een oplossing voor het gebrek aan toegang tot energie voor de armen. Daarom heb ik tijdens de Voorjaarsvergadering het Energy for All-initiatief gelanceerd. Hierin dring ik aan op het verbreden van het investeringsraamwerk met een specifieke component voor toegang tot moderne energiediensten, met name gericht op de armen in sub-sahara Afrika. Het initiatief richt zich op moderne technieken voor koken en voor basisverlichting in huis; daarnaast wordt aandacht gevraagd voor elektriciteitsvoorziening van scholen en klinieken en voor kleinschalig productief gebruik van energie. Ik stel daarbij voor om een duidelijk en ambitieus tijdpad te kiezen, gebaseerd op het tijdpad van de World Summit on Sustainable Development van Johannesburg in 2002 en van de Millennium Development Goals: de helft van de energie-armen toegang verlenen voor 2015, de andere helft voor 2025. Ik heb de Wereldbank gevraagd om Energy for All op te nemen in de nadere uitwerking van het Investeringsraamwerk, die tijdens de jaarvergadering van de Wereldbank in september zal worden besproken.
De huidige G-8-voorzitter Rusland heeft toegang tot energie als thema binnen de G-8 opgenomen. Ik heb contacten met de Russische minister van Financiën Kudrin en de collega's van de G-7 landen gelegd om het Energy for All-initiatief te integreren in de G-8 agenda. Op 10 juni j.l. hebben de ministers van Financiën van de G-8 een speciale verklaring afgelegd over toegang tot energie, waarin ook het verzoek aan de Wereldbank dit uit te werken in het investeringsraamwerk is opgenomen.
Afgelopen week heeft een missie van mijn ministerie met de Wereldbank gewerkt aan de nadere invulling van de toegang tot moderne energie voor de armen in het Investeringsraamwerk. Ik ben hierover ook in dialoog met onze Afrikaanse partners.
Tijdens de 14e vergadering van de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling (CSD14) vroeg ik -en anderen met mij- aandacht voor energietoegang als belangrijk thema in duurzame ontwikkeling.
Op de 15e bijeenkomst van de Commission for Sustainable Development in april 2007 zal toegang tot energie worden uitgewerkt in concrete acties.
Ik zal nauw blijven samenwerken met de leden van de Follow-up Group van Energy for Development en met het Forum of Energy Ministers of Africa (FEMA), om een zo breed mogelijk draagvlak voor energietoegang te verkrijgen.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-Van der Hoeven