LTO Noord
Geurtwet toch aangenomen door Tweede Kamer
De Tweede Kamer heeft op 7 juli jl. de nieuwe geurwet goedgekeurd. De
wet is een verbetering ten opzichte van de huidige sitiuatie.
Belangrijk is dat de verschillende activieiten die plaatsvinden in de
buitengebied elkaar nu veel minder in de weg zitten. Door inbreng van
LTO is de wet op belangrijke punten verbeterd.
De nieuwe geurwet gaat gelden voor heel Nederland, al zijn de normen
in de veearme provincies wat strenger dan in de meer geconcentreerde
gebieden. In tegenstelling tot het verleden zijn er nog maar twee
omgevingscategorieën, binnen en buiten de bebouwde kom. Het maakt dus
niet meer uit of dichtbijzijnde geurgevoelige object een burgerwoning,
een camping of een horecagelegenheid is. Die worden allemaal evenzwaar
beschermd. Alleen voor woningen bij veehouderijbedrijven geldt een nog
lichtere bescherming.
Gemeenten kunnen onderbouwd afwijken van de standaardnormen en deze
soepeler of strenger maken. Met name in de
landbouwontwikkelingsgebieden zijn de soepelere normen ook
noodzakelijk om voldoende bedrijfsontwikkeling mogelijk te maken.
Belangrijk is bovendien dat de wet de ruimte geeft aan
milieuvriendelijke technieken. Investeren in reductie van geur geeft
extra ruimte voor bedrijfsontwikkeling.
Op aandringen van LTO zijn de volgende punten in de wet aangepast en
leiden deze tot extra ontwikkelruimte voor agrarische bedrijven
geleid.
* Woningen bij Veehouderijbedrijven die gestopt zijn na 19 maart
2000 blijven beschouwd worden als veehouderijwoning en worden geen
burgerwoning;
* Bij een overbelaste situatie mag een ondernemer bij investeringen
in het milieu 50% gebruiken voor extra dieren;
* Geurgevoelig object is beperkt tot het gebouw en dat betekent
dat bijvoorbeeld bij golfbanen de rand van
het restaurant/bar/clubhuis gemeten wordt en niet de rand van
de Green;
* In de Veearme gebieden gebieden kunnen gemeenten, zonder volledige
onderbouwing, de normen oprekken tot de normen van de
concentratiegebieden;
* Bij ministeriële regeling wordt bepaald dat bij uitloop van
dieren de rand van het gebouw bepalend is en niet de rand van de
uitloop.
Donderdag 13 juli 2006