Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen over de arrestatie van de heer Mousavi in Iran

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |13 juli 2006                        |Behand|DAM                  |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DAM-397/06                          |Telefo|070 348 5808         |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/4                                 |Fax   |070 348 6639         |
|Bijlag|1                                   |DAM@minbuza.nl               |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Beantwoording vragen van de leden   |                             |
|t     |Karimi, Ormel, Koenders, Van Baalen,|                             |
|      |Van Bommel en Huizinga-Heringa over |                             |
|      |de arrestatie van de heer Mousavi in|                             |
|      |Iran                                |                             |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Karimi, Ormel, Koenders, Van Baalen, Van Bommel en Huizinga-Heringa over de arrestatie van de heer Mousavi in Iran. Deze vragen werden ingezonden op 28 juni 2006 met kenmerk 2050615840.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op de vragen van de leden Karimi (GroenLinks), Ormel (CDA), Koenders (PvdA), Van Baalen (VVD), Van Bommel (SP) en Huizinga-Heringa (CU) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de arrestatie van de heer Mousavi in Iran.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de arrestatie van de heer Ali Akbar Mousavi Khoini, mensenrechtenactivist en voormalig parlementariër, tijdens een vreedzame demonstratie voor gelijke rechten van vrouwen op 12 juni 2006 in Teheran? 1)

Vraag 2
Klopt het dat hij is geslagen tijdens zijn arrestatie en tijdens zijn verblijf in de gevangenis, en dat hij hierbij ernstige verwondingen heeft opgelopen?

Antwoord
Op 12 juni 2006 is inderdaad in Teheran een demonstratie voor gelijke rechten van vrouwen beëindigd door de politie, waarbij 70 personen werden gearresteerd. Op 19 juni 2006 werd door het Iraanse ministerie van Justitie bekend gemaakt dat alle personen die op 12 juni werden gearresteerd, uit hun detentie waren ontslagen met uitzondering van de heer Mousavi. Berichten dat de heer Mousavi tijdens zijn arrestatie en tijdens zijn verblijf in de gevangenis is geslagen en hierbij ernstige verwondingen heeft opgelopen, heb ik tot op heden niet kunnen verifiëren.

Vraag 3
Welke mogelijkheden heeft u om de heer Mousavi bij te staan en zijn vrijlating te bespoedigen? Bent u bereid om die te benutten?

Vraag 4
Bent u bereid om de Nederlandse ambassadeur in Teheran opdracht te geven om bij de Iraanse autoriteiten zo spoedig mogelijke toegang tot de heer Mousavi te eisen, liefst samen met andere ambassadeurs van de EU-landen?

Antwoord
Het EU-voorzitterschap zal namens de lidstaten de Iraanse autoriteiten aanspreken op de gebeurtenissen van 12 juni jl. De Iraanse autoriteiten zullen hierbij worden opgeroepen om de heer Mousavi onmiddellijk vrij te laten en om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar het vermeende excessief gebruik van geweld tegen de deelnemers aan de demonstratie. Tevens zullen bij deze gelegenheid de Iraanse autoriteiten gewezen worden op hun verantwoordelijkheden voor het handhaven van mensenrechten in het algemeen en gelijke rechten van vrouwen in het bijzonder.

Vraag 5
Deelt u de mening dat er in Iran een patroon is ontstaan in het arresteren en intimideren van journalisten, studenten, mensenrechtenactivisten en vrouwen, dat versterkt is sinds het aantreden van president Ahmedinejad? Bent u bereid de Nederlandse mensenrechtenambassadeur, liefst samen met ambassadeurs uit andere landen, naar Teheran te sturen om dit aan de orde te stellen bij de Iraanse autoriteiten?

Vraag 6
Bent u bereid om er in internationaal verband voor te pleiten dat de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties deze kwestie met de Iraanse autoriteiten opneemt?

Antwoord
Zoals toegezegd in antwoord op vragen gesteld door het lid Van Baalen op 24 augustus 2005 (Kamervragen 2005-2006, nr. 53), zal ik de Kamer voorzien van rapportage over de ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten tijdens het eerste regeringsjaar van president Ahmedinejad. Naar aanleiding van de bevindingen zal bezien worden wat Nederland kan ondernemen om de zorgen over de mensenrechtensituatie in Iran meer kracht bij te zetten.


1)http://www.humanrightsfirst.org/defenders/hrd_iran/alert061906_khoini.htm


---- --