Antwoorden op kamervragen van Arib en Van Dijken over ronselen van licht
verstandelijk gehandicapten door loverboys
Kamerstuk, 13-7-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2694266
13 juli 2006
Antwoorden van staatssecretaris Ross, mede namens de minister van
Justitie, op de vragen van de Kamerleden Arib en Van Dijken (beiden
PvdA) over het ronselen van licht verstandelijk gehandicapten door
loverboys (2050615380).
Vraag 1
Kent u het bericht "Pooiers zoeken meisjes met verstandelijke
handicap"? 1)
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van praktijken waarbij loverboys licht
verstandelijk gehandicapten ronselen?
Antwoord 2
Naar aanleiding van dit bericht heb ik mij direct laten informeren
door zowel de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) als het
Landelijk Kenniscentrum LVG. Beide organisaties hebben een snelle
inventarisatie uitgevoerd en mij hierover in een gezamenlijke notitie
(d.d. 24 mei jl) schriftelijk geïnformeerd.
Vraag 3
Betreft het een incident, of komen deze praktijken vaker voor? Zo ja,
kunt u een indruk geven van hoe vaak dit voorkomt?
Antwoord 3
Het lijkt hier om incidenten te gaan, waar door de LVG-instellingen
ook al beleid op ontwikkeld is. Uit de inventarisatie blijkt dat er
vanuit drie instellingen meldingen bekend zijn (Emaus/Kwadrant in
Ermelo, OPL in Maartensdijk en AZZ in Zeeland). Vanuit Emaus werd
bekend dat zij één recente ervaring hadden met loverboys die op een
scooter over het (open) instellingsterrein reden. Een zelfde inbreng
was er van de zijde van OPL.
Het doet zich incidenteel voor en de instelling heeft speciale
voorlichtingsactiviteiten ontwikkeld om de cliënten hiervoor te
behoeden.
Vraag 4
Wat is de rol van de instellingen waar deze meisjes verblijven bij het
beschermen van die meisjes in het algemeen en het voorkomen van
ronselpraktijken van loverboys in het bijzonder?
Antwoord 4
De instellingen hebben ten principale de rol en de taak om een veilig
thuis te bieden voor de meisjes. Hun rol is erop gericht de
weerbaarheid van deze kwetsbare groep juist te vergroten en het
algemene beleid is hier dan ook op afgestemd. Verder is er structureel
overleg en samenwerking ten behoeve van voorlichting en preventie met
politie, jeugdzorg en jeugdbescherming.
Door de instellingen wordt wel aangegeven dat het in de open woonvorm
en bij kamertraining, buiten een instellingsterrein, moeilijker is om
voortdurend toezicht te houden op cliënten en ze te behoeden voor
kwalijke invloed van buitenaf zoals die van loverboys.
Overigens subsidiëren de ministeries van Justitie en VWS het Landelijk
Informatiepunt Jeugdprostitutie, dat goede projecten voor slachtoffers
van loverboys en jeugdprostitutie in kaart brengt. Via de
informatielijn en de website www.jeugdprostitutie.nu kan informatie
worden opgevraagd.
Vraag 5
Deelt u de mening dat genoemde instellingen toezicht zouden moeten
houden op de gehandicapten die zij onder hun hoede hebben? Zo ja,
deelt u de mening dat dit voldoende gebeurt? Zo neen, wie is dan wel
verantwoordelijk voor dat toezicht?
Antwoord 5
Dat hangt dus van het type instelling af. Bij een open woonvorm is die
toezichthoudende taak beperkter dan bij een gesloten instelling. Ik
ben van mening dat de instellingen hier adequaat mee omgaan. Zo is in
de voorkomende gevallen dan ook over - of terugplaatsing van cliënten
naar een instellingslocatie de enige uitkomst. De instellingen nemen
hun rol dus zeer serieus hierin.
Vraag 6
Is het waar dat loverboys "gewoon over de vloer komen" bij deze
instellingen? Zo ja, hoe oordeelt u hierover en wat onderneemt u om
dit tegen te gaan?
Antwoord 6
Nee, bij één instelling heeft zich dit voorgedaan. Hierbij zijn
loverboys een woning binnengegaan. Daarbij is direct de politie
ingeschakeld om die personen te verwijderen en zijn er tijdelijke
maatregelen afgekondigd zoals extra nachtwacht om de veiligheid te
waarborgen. Door andere instellingen wordt aangegeven dat deze
problematiek zich niet heeft voorgedaan.
1) de Volkskrant, 19 mei jl.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport