Ingezonden persbericht


Persbericht

Gezondheidsraad negeert fytinezuur

Volkorenbrood leidt mogelijk tot zinktekort

Gendringen - 13 juli 2006. Eerder dit jaar presenteerde de Gezondheidsraad een nieuwe richtlijn voor de vezelconsumptie. Volwassen Nederlanders moeten meer groente, fruit en volkoren graanproducten eten. De Gezondheidsraad negeert echter het antinutriënt fytinezuur, dat volop aanwezig is in vezelrijke voedingsmiddelen en mogelijk leidt tot zinktekorten. Dit meldt vandaag het tijdschrift Ortho.

Bij een hoge inname van voedingsvezel kan de biobeschikbaarheid van mineralen zoals zink en ijzer verminderen door de aanwezigheid van fytaat ofwel fytinezuur. Volgens de Gezondheidsraad wordt dit effect echter 'grotendeels' gecompenseerd door het meestal hoge gehalte aan mineralen in vezelrijke producten. Een bron wordt niet genoemd voor deze geruststellende woorden, die bij navraag bij de Gezondheidsraad gebaseerd blijken op 'literatuur van wel 25 jaar geleden'. Toch zijn de afgelopen 25 jaar ook publicaties verschenen die het beeld nuanceren. Zo verscheen in 1997 een spraakmakend artikel waarin werd gepleit voor de consumptie van vezelrijke voedingsmiddelen die arm zijn aan fytinezuur, zoals zuurdesembrood. De auteurs van de Landbouwuniversiteit Wageningen en TNO Voeding onderbouwden deze stelling met wetenschappelijke literatuur uit 1987 en 1989. In beide studies werd aangetoond dat fytinezuur in brood de opname van zink sterk beïnvloedt. De studies uit 1987 en 1989 over fytinezuur zijn niet terug te vinden in de literatuurlijst van de Gezondheidsraadrichtlijn. Ook het VMT-artikel uit 1997 ontbreekt in de referenties. Dit is te meer opmerkelijk omdat de voorzitter van de commissie die de richtlijn samenstelde destijds één van de coauteurs was. Zijn medestanders van toen waarschuwen ook anno 2006 voor de kwalijke invloeden van fytinezuur op de opname van zink en ijzer. 'De Gezondheidsraad grijpt in de vezelrichtlijn terug op de oude literatuur, die voortdurend wordt nagepraat en herhaald', zegt dr. Klaas Bos in Ortho. 'Intussen dreigt zich in Nederland een kleine ramp te voltrekken.' Vooral de laatste Voedselconsumptiepeiling, die dateert van 2003, geeft te denken. Zo blijft bij vrouwen vooral de ijzervoorziening ver achter bij de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 15 mg. Gemiddeld blijken vrouwen in Nederland per dag slechts 9,4 mg ijzer binnen te krijgen. Met de ijzerbenutting van vrouwen is het waarschijnlijk nog slechter gesteld, doordat fytinezuur de opname negatief beïnvloedt. Granen en graanproducten dragen immers 28% bij aan de ijzerinname van vrouwen, waarmee ze de belangrijkste leverancier zijn. Ditzelfde fenomeen doet zich voor bij zink, al ligt de inname dichter bij de norm. Voor vrouwen geldt een ADH van 9 mg. De Voedselconsumptiepeiling laat een dagelijkse inname zien van 8,2 mg. Granen/graanproducten tekenen echter voor 20% van de zinkinname bij vrouwen. Als voornamelijk volkoren graanproducten worden genuttigd, is een serieus zinktekort verre van denkbeeldig. De hoeveelheid fytinezuur in volkorenbrood kan overigens op verschillende manieren worden teruggebracht. Door een langer rijsproces of door toevoeging van het enzym fytase, extra gist, melkzuur of citroenzuur. Het onderwerp fytinezuur leeft echter nauwelijks in de bakkerijwereld. "En deze richtlijn van de Gezondheidsraad zal daar weinig aan veranderen", aldus Bos.