mandaatbesluit secretaris-directeur (13-07-2006)

HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN VAN WATERSCHAP RIVIERENLAND;

overwegende dat,

het algemeen bestuur in zijn vergadering van 3 januari 2005 een delegatiebesluit heeft genomen, alsmede een mandaatregeling heeft vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

het uit oogpunt van efficiency wenselijk is om diverse bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te oefenen op een niveau dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

het mandaatbesluit secretaris-directeur laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, aanpassing behoeft en daarom een nieuw besluit moet worden vastgesteld, waarmee het oude besluit komt te vervallen;

dit besluit uitvoering geeft aan de mandaatregeling;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet, het Algemeen reglement voor het waterschap Rivierenland, de Wet op de ondernemingsraden,

BESLUIT:

I aan de secretaris-directeur mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor:


1. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet bescherming persoonsgegevens en de Inspraakverordening;


2. het verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen op grond van de bevoegdheden als bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden;


3. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het inbrengen van bedenkingen, het indienen van zienswijzen, het instellen van bezwaar of beroep, alsmede het voeren van verweer, het verzoeken om schorsing van het aangevochten besluit of om een voorlopige voorziening ter zake, het voeren van rechtsgedingen of het berusten in rechtsgedingen, het sluiten van vaststellingsovereenkomsten, het voorleggen van geschillen aan buitengerechtelijke vormen van arbitrage


4. a. het nemen van besluiten over de toepassing van regelingen inzake sectorale en decentrale
secundaire arbeidsvoorwaarden op de direct en indirect ondergeschikte medewerkers;
b. aanstelling binnen de vastgestelde formatie en ontslag op eigen verzoek, met uitzondering van
de directeuren en hoofden van de stafafdeling Bestuurs- en Managementondersteuning en de stafafdeling Controlling;


5. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten met betrekking tot het taakgebied van de directies en stafafdelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover;


6. de voorbereiding en uitvoering van bestuursbesluiten m.b.t. het realiseren van de nieuwbouw van het kantoor van Waterschap Rivierenland, met inbegrip van de correspondentie daarover.


7. het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen met betrekking tot het taakgebied van de directies en stafafdelingen, met inbegrip van de correspondentie daarover;

onder deze bepaling vallen:

(a) het vaststellen van projectdocumenten inzake het aanbesteden; het gunnen, het doen uitvoeren, het opleveren en accepteren of weigeren van werken, leveringen of diensten van de directies en stafafdelingen op basis van het geldende inkoop- en aanbestedingsbeleid vastgesteld door het algemeen bestuur op 3 januari 2005 en met inachtneming van de Regeling van de organisatie van het financieel beheer

(b) het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake het verwerven, vervreemden en bezwaren van onroerende zaken tot een maximale waarde van EUR 25.000 per geval, welke betrekking hebben op de directies en stafafdelingen

(c) het vestigen en beëindigen van zakelijke rechten, waaronder het recht van opstal voor het leggen en instandhouden van rioolwaterpersleidingen;

(d) het huren, verhuren, verpachten of op andere wijze bezwaren c.q. in gebruik geven van onroerende zaken;

(e) het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met afnemers van werken, leveringen of diensten van het waterschap, waarbij voor het aangaan van deze overeenkomsten het geldende inkoop- en aanbestedingsbeleid, als uitgangspunt geldt;

(f) het aangaan, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met gemeenten en bedrijven gericht op het aansluiten van rioleringswerken op persleidingen van het waterschap;

(g) het voeren van overleg en het indienen van zienswijzen in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening;

(h) het verlenen en het weigeren van ontheffingen en vergunningen, met uitzondering van ontheffingen en vergunningen aan het waterschap zelf, alsmede het al dan niet accepteren van meldingen in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

(i) het aanvragen en aanvaarden van sponsorgelden en subsidies met betrekking tot de directies en stafafdelingen;

(j) het beslissen op aanvragen van subsidies en sponsorgelden met betrekking tot de directies en stafafdelingen, voor zover het hier gaat om aanvragen die vallen onder de vastgestelde bijzondere subsidieverordeningen;

(k) het afdoen van schadeclaims; voor zover het betreft schadeclaims in het kader van dijkverbetering, met inachtneming van het advies van de bouwkundige en/of de taxatiecommissie;

(l) het nemen van besluiten en verrichten van (privaatrechtelijke) (rechts)handelingen inzake de toepassing van bestuursdwang in verband met de schouw van B-watergangen, dijken en wegen;

(m) het opstellen en geven van onafhankelijke
waterkwaliteitsverklaringen in verband met het opmaken van proces-verbaal in het kader van toezicht en opsporing door de afdeling Handhaving.

(n) Het bij dwangbevel van de overtreder invorderen van de gemaakte kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang ingevolge artikel 5:26 Algemene wet bestuursrecht, alsmede het bij dwangbevel invorderen van de verbeurde dwangsom op grond van artikel 5:33 Algemene wet bestuursrecht.

(o) het nemen van verkeersbesluiten op grond van artikel 18 Wegenverkeerswet 1994, alsmede het verlenen van ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

(p) het nemen van besluiten in het kader van de overdracht van een verplichting tot onderhoud van een weg door een gemeente of een waterschap aan een gemeente of waterschap ingevolge artikel 18a Wegenwet, voor zover het betreft de overdracht van weggedeelten in verband met het wijzigen van de bebouwde komgrens.


8. het verzekeren van eigendommen en risico's van het waterschap, inclusief verzekeringen op
personeelsgebied;


9. Het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht, belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde in de Wvo, de Wet op de waterhuishouding, de Scheepvaartverkeerswet, de Wet bodembescherming en de Binnenschepenwet en de keuren van Waterschap Rivierenland.

II inwerkingtreding


10. Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2006.

III de volgende voorwaarden vast te stellen waaronder de bevoegdheden gemandateerd
worden:


11. van de besluiten genoemd in artikel 3 wordt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk in
kennis gesteld, voorzover artikel 86 vierde lid van de Waterschapswet dit vereist;


12. voor wat betreft besluiten genoemd in artikel 7 (b) die in het kader van de dijkverbetering worden genomen, geldt de voorwaarde dat besluitvorming geschiedt op taxatiebasis.


13. 13. de gemandateerden oefenen hun bevoegdheden uit met inachtneming van de algemene regels die gesteld zijn in de mandaatregeling, die op 3 januari 2005 is vastgesteld door het algemeen bestuur;


14. de gemandateerden oefenen hun bevoegdheden slechts uit voor zover hierdoor de (onder)mandaten van andere ambtenaren niet worden aangetast.

IV Plaatsvervanging

Bij afwezigheid van de secretaris-directeur worden diens bevoegdheden uitgeoefend door de directeur Middelen. Indien ook de directeur Middelen afwezig is worden de bevoegdheden van de secretaris-directeur uitgeoefend door de directeur Veiligheid.

Aldus besloten in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden op 13 juli 2006.

de secretaris-directeur, de dijkgraaf,

drs. H.C. Jongmans. ir. G.N. Kok.