Ministerie van Buitenlandse Zaken

13 juli 2006

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de Minister van Financiën en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Velzen over de verkoop van schepen van de Kortenaer-klasse aan Pakistan. Deze vragen werden ingezonden op 14 juni 2006 met kenmerk 2050615110.

De Minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Dr. B.R. Bot Mevrouw Ir. C.E.G. van Gennip

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken en mevrouw Van Gennip, staatssecretaris van Economische Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, de heer Zalm, minister van Financiën en mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Van Velzen (SP) over de verkoop van schepen van de Kortenaer-klasse aan Pakistan.

Vraag 1
Is het waar dat Griekenland voornemens is vier van oorsprong Nederlandse fregatten van de Kortenaer-klasse door te verkopen aan Pakistan? 1)

Antwoord
Tussen Griekenland en Pakistan zijn gesprekken gaande over mogelijke verkoop van fregatten van de Kortenaer-klasse. Het aantal fregatten kan niet bevestigd worden.

Vraag 2
Deelt u de mening dat gezien het feit dat Pakistan in een spanningsgebied ligt, het ongewenst is dat de Nederlandse regering toestemming geeft voor een dergelijke doorverkoop? Indien neen, waarom niet? Deelt u de mening dat het Nederlandse wapenexportbeleid van toepassing zou moeten zijn voor deze verkoop, gezien het feit dat Griekenland niet de eindbestemming blijkt te zijn? Bent u bereid, het Nederlandse wapenexportbeleid zo aan te passen, dat als materieel verhandeld wordt aan bevriende landen, de Nederlandse regering om toestemming wordt gevraagd als dit Nederlandse materieel nadien aan derde landen wordt doorverkocht? Zo neen, waarom niet?

Vraag 6
Deelt u de mening dat Nederland de problemen in het spanningsgebied waar Pakistan deel van uitmaakt, eerder vergroot dan verkleint door het afgeven van de exportvergunning? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
In de brief aan de Tweede Kamer van 21 december 2004 (22054, nr. 85) met betrekking tot het Nederlandse wapenexportbeleid ten aanzien van Pakistan en India, stelde de Regering onder meer dat gelet op de positieve ontwikkelingen in de relatie tussen de twee buurlanden, voor leveranties aan de Pakistaanse marine in beginsel een uitvoervergunning zou kunnen worden afgegeven. Daarnaast stelde de Regering dat dit eveneens zou kunnen gelden voor nieuwe leveranties ten behoeve van de Pakistaanse luchtmacht en de landmacht, voor zover deze leveranties betrekking hadden op materieel dat niet geschikt zou zijn voor inzet in het Kashmir-conflict. Uiteraard zouden alle aanvragen voor uitvoervergunningen strikt worden getoetst aan het wapenexportbeleid.

Vanwege de mogelijkheid van wederverkoop van door Nederland verkocht overtollig defensiematerieel, wordt in de verkoopcontracten standaard een clausule opgenomen die instemming van Nederland vereist bij eventuele doorverkoop aan een derde land. De verkopende partij zal alvorens de overeenkomst tot wederverkoop te sluiten bij Nederland een verzoek om instemming moeten indienen. Een dergelijk verzoek zal worden getoetst aan het Nederlandse wapenexportbeleid.

Ook in het verkoopcontract dat door Griekenland en Nederland destijds werd gesloten voor de verkoop en overdracht van de genoemde fregatten is een dergelijke clausule opgenomen. Tot op heden heeft Griekenland geen verzoek tot wederverkoop bij de Nederlandse Regering ingediend. Indien Griekenland een dergelijk verzoek tot wederverkoop indient, zal dit verzoek worden getoetst aan het wapenexportbeleid.

Vraag 3
Is het waar dat exportkredietverzekeraar Atradius voor een bedrag van 2,6 miljoen euro de levering door Thales van datalinksystemen plus bijbehorende opleidingen en logistieke diensten via China naar Pakistan verzorgt? 2) Is het waar dat u hiervoor toestemming heeft gegeven? Zo ja, deelt u de mening dat dit niet in overeenstemming is met (de geest van) het Nederlands wapenexportbeleid?

Antwoord
Voor de bedoelde levering is door Atradius een verzekeringspolis verstrekt. Voor deze transactie heeft de exporteur in 2003 een sondage ingediend waarop na toetsing aan het wapenexportbeleid een positief antwoord is gegeven. Ook is het reguliere acceptatietraject van de exportkredietverzekering doorlopen. Bij de beslissing om een exportkredietverzekering af te geven wordt gelet op betalingsrisico's. Het traject voor het aanvragen van een wapenexportvergunning staat los van het acceptatietraject voor een exportkredietverzekering.

Vraag 4
Heeft u of hebben andere leden van de Nederlandse regering tijdens recente bezoeken aan Pakistan deze onderwerpen met Pakistaanse bewindslieden besproken? Zo ja, wat werd u gevraagd en wat hebt u toegezegd?

Antwoord
Neen.

Vraag 5
In hoeverre verhoudt de verstrekking van deze polis zich tot de Europese wapenboycot ten aanzien van China? Deelt u de mening dat het verstrekken van deze polis ongewenst is in het licht van de Europese wapenboycot tegen China?

Antwoord
Het betreft hier leveranties van militaire goederen die de Pakistaanse marine als eindgebruiker hebben. Overigens valt de verstrekking van polissen voor een exportkredietverzekering buiten de werking van het EU-wapenembargo op China.

Vraag 7
Bent u bereid de exportkredietverzekering van Atradius in te trekken? Indien neen, waarom niet?

Antwoord
Nee. Zie voorts het antwoord op vraag 3.


1) "Pakistan plans to bolster navy", Jane's Defence Weekly, 24 mei 2006 en Persbericht Campagne tegen Wapenhandel, 12 juni 2006.
2) Persbericht Campagne tegen Wapenhandel, 12 juni 2006.


---- --