Rechtbank Haarlem
Jeugddetentie en werkstraf voor minderjarige brandstichters
De rechtbank in Haarlem heeft op 13 juli 2006 vijf minderjarige
verdachten van 12 tot 16 jaar veroordeeld die in de maanden januari en
februari 2006 vele malen hebben ingebroken en brand gesticht in
Beverwijk en Heemskerk. Een zesde verdachte moet zich in augustus nog
voor de kinderrechter verantwoorden.
Met name de brand bij de caravanopslag aan de Hoflanderweg in
Beverwijk maakt goed duidelijk wat de gevolgen kunnen zijn van het in
brand steken van een enkele caravan. Zes caravans zijn geheel en één
caravan is gedeeltelijk in vlammen opgegaan. Omwonenden moesten hun
woning verlaten omdat de brand dreigde over te slaan. De eigenaren,
veelal oudere mensen, hebben daardoor hun caravan verloren en hun
vakantieplannen in duigen zien vallen.
De rechtbank vindt het onbegrijpelijk dat verdachten in de weken
daarna zijn doorgegaan met het in de brand steken van bouwketen,
tuinhuisjes en een clubhuis. Zij hadden immers ter plaatse en op de
site van de brandweer met eigen ogen gezien hoe groot de gevolgen
waren. Er is pas een maand later een einde gekomen aan de reeks van
brandstichtingen toen een aantal van hen op heterdaad werd betrapt bij
brandstichting in een speeltuin.
De rechtbank rekent het de verdachten die de caravanbranden en de
brand bij het clubhuis hebben gesticht zwaar aan dat door hun toedoen
de daar aanwezige mensen gevaar hebben gelopen. Ten aanzien van alle
verdachten geldt bovendien dat door hen een enorme schade is
veroorzaakt van in totaal meer dan 100.000 euro. Zowel voor de
brandstichtingen als de inbraken geldt dat verdachten geen rekening
hebben gehouden met de schade en overlast voor de slachtoffers, maar
puur uit eigen belang en voor de kick hebben gehandeld. Dit soort
feiten zijn er de oorzaak van dat slachtoffers, hun omgeving en de
samenleving zich onveilig voelen.
De rechtbank heeft de hoofdverdachten tussen de 5 en de 10 maanden
jeugddetentie opgelegd, waarvan 3 tot 4 maanden voorwaardelijk. De
overige verdachten zijn naast een voorwaardelijke jeugddetentie van 3
maanden veroordeeld tot het verrichten van werkstraffen tussen de 100
en 140 uur. Alle verdachten zijn ook veroordeeld tot het ondergaan van
intensieve begeleiding door de jeugdreclassering en het volgen van een
specifiek behandelprogramma .
De door de slachtoffers ingediende vorderingen tot schadevergoeding
zijn grotendeels toegewezen. Elke verdachte van 14 jaar en ouder zal
zijn deel aan de schade moeten vergoeden.
Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 13 juli 2006 Naar boven