ROB: Advies Benoemingen in het openbaar bestuur

Ministerie bzk

http://www.minbzk.nl

Persbericht
Den Haag, 14 juli 2006

Transparantere benoemingsprocedures in het openbaar bestuur kunnen het politieke en maatschappelijke vertrouwen in de wijze waarop benoemingen in het openbaar bestuur tot stand komen en zijn gekomen, vergroten. Daardoor kan bovendien de kans op hype-achtige en door achterdocht gedreven aandacht voor specifieke benoemingen in het openbaar bestuur worden verkleind.
Politieke gezindheid kan onder omstandigheden een relevant benoemingscriterium zijn. Als dat het geval is moet het openbaar bestuur dit ook kenbaar maken en daarmee uit de sfeer van 'achterkamertjespolitiek' halen.

Dit stelt de Raad voor het openbaar bestuur in zijn advies Benoemingen in het openbaar bestuur. Transparant, onderbouwd en functioneel, dat is aangeboden aan minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Transparantie van het openbaar bestuur - en dus ook van benoemingen in het openbaar bestuur - is een modern rechtsstatelijk criterium dat uiteindelijk onontbeerlijk is voor het vertrouwen in het openbaar bestuur. Transparantie is een voorwaarde voor bestuurders om adequaat en met gezag verantwoording af te leggen, en voor volksvertegenwoordigers om hun controlerende taak goed te kunnen vervullen.

Een transparante benoemingsprocedure betekent dat tevoren helder is wie in de procedure waarover en op welk moment beslissingen neemt, en welke benoemingscriteria worden gehanteerd.

Uit een oogpunt van draagvlak en legitimatie van adviescolleges conform de Kaderwet advies colleges - waar onder meer de Raad voor het openbaar bestuur onder valt - is het gewenst bij de samenstelling van deze colleges te streven naar een evenwichtige verdeling over de verschillende politieke stromingen. Dit geldt óók voor de Raad van State en de Algemene Rekenkamer. Het voorkómen van eenzijdigheid van de samenstelling van deze colleges in politiek opzicht is een essentiële randvoorwaarde voor het benoemingsbeleid.

Politieke gezindheid kan niet alleen blijken uit het lidmaatschap van een politieke partij, maar ook uit bijvoorbeeld lidmaatschappen van andere organisaties en uitingen in publicaties. Het openbaar bestuur doet zichzelf tekort wanneer het voor de vervulling van vacatures alleen maar zou vissen in de vijver van leden van politieke partijen.

Politiek gezindheid kan nooit het enige of doorslaggevende criterium zijn voor benoeming op een functie in het openbaar bestuur. In benoemingsprocedures dienen daarnaast altijd functionele vereisten wat betreft deskundigheid en competenties te worden opgesteld en openbaar gemaakt in vacatureteksten en profielschetsen.