Deelgemeente Prins Alexander Rotterdam

Brede School Het Lage Land een stap dichterbij

De deelgemeente Prins Alexander ontvangt van het Rijk een bijdrage van ruim 100.000,- , ter voorbereiding van een Brede School in Het Lage Land. Met dit geld van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), kan de deelgemeente met partners concrete stappen zetten om de Brede School in deze wijk te realiseren. Het dagelijks bestuur (DB) van de deelgemeente vindt het belangrijk om het concept van de Brede School verder te ontwikkelen.

Binnenkort gaat een verkenner aan de slag om de stuurgroep Brede School Lage Land hierbij te helpen. In de stuurgroep zijn naast de deelgemeente vertegenwoordigd: BOOR (J.A. Bijlooschool), Stichting PCPO (Willem-Alexanderschool), RVKO (De Kleine Prins), SWA-groep (SBA en Kinderopvang Bijdehand), Maaskringgroep (Pameijer Keerkring) en Woon- en Zorgcompas. De stuurgroep kijkt in het Lage Land ook gekeken naar de mogelijkheden van nieuwbouw, vormen van levensecht leren en de mogelijkheid om kinderen met problemen een goed zorgaanbod te doen.

De samenwerking in het kader van de Brede School Lage Land is erop gericht dat elk kind zich optimaal kan ontwikkelen. Omdat op school, in de kinderopvang en de peuterspeelzaal, in de vrije tijd en thuis op eenzelfde manier aan competenties wordt gewerkt. Voor ouders biedt een Brede School de mogelijkheid om arbeid en zorg te combineren, omdat kinderen de hele dag in goede handen zijn.

Het ministerie van OCW stelde begin dit jaar geld beschikbaar. In cofinanciering kunnen lokale overheden nu intensieve samenwerking tussen voorzieningen stimuleren en nieuwe vormen van dienstverlening ontwikkelen.

Het Rijk honoreert nu de samenwerking in het Lage Land, met een bijdrage in het kader van de Regeling Dagarrangementen en Combinatiefuncties.

Achtergrond van de regeling is de wens van de landelijke overheid om te experimenteren met dagarrangementen. Waarbij ouders de opvang van hun kinderen naar tevredenheid kunnen regelen en beiden kunnen werken. Nu hebben ze vaak nog te maken met een onderbroken schooldag, geen aansluiting en te weinig flexibiliteit in openingstijden. Ook de grote afstanden tussen school, dagverblijf of buitenschoolse opvang, te beperkte overblijfmogelijkheden en geen oplossingen voor onverwachte gebeurtenissen, werken daarbij belemmerend.