Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
70 Vragen van mevrouw G.A. Oskam
(vragen binnengekomen op 29 juni 2006
en antwoorden van het college verzonden op 25 juli 2006)


Aan nieuwbouwwoningen worden strenge regels gesteld voor wat betreft energiebesparing en andere milieunormen, alsook toegankelijkheid voor mensen met functiebeperkingen, waaronder mindervaliden. Maar door slordige bouw wordt aan deze eisen vaak niet voldaan.

In het UN/AD-artikel van zaterdag 24 juni 2006 "Isolatie in Nieuwbouw Slordig" werd hieraan aandacht besteed. Hierbij verwijst de krant naar het feit dat de gemeentelijke inspecteurs vaak te weinig aandacht aan de isolatiefouten schenken tijdens de gebruikelijke controles op de bouwplaats. Dit kost bewoners van de nieuwbouw soms vijfhonderd euro extra per jaar aan stookkosten. Uit het steekproefonderzoek van het Haags Milieucentrum blijkt dat bij het grootste deel van de nieuw opgeleverde woningen in Haagse Vinex-wijken gaten in het isolatiemateriaal in spouwmuren, bij deuren en raamkozijnen zijn geconstateerd. De controles zijn uitgevoerd met infraroodopnames van de gevel, waarmee "lekkages" van warmte werden opgespoord. Deze manier van controle van het werk van de aannemers wordt als standaard bij alle opgeleverde woningen toegepast door Vos Projectontwikkeling in Alkmaar.

Wat de toegankelijkheid voor mensen met functiebeperkingen, waaronder mindervaliden betreft, hoort D66 geluiden dat bij de nieuwbouw woningen vaak op papier afspraken liggen, die in de werkelijkheid niet worden uitgevoerd. Zoals de hoogte van de drempels in de deuropeningen van diverse nieuwbouwprojecten. Zo worden dergelijke eisen een papieren tijger.

Dit brengt de D66-fractie tot de volgende vragen:

1. Is het College het eens met de D66 fractie dat de milieunormen, toegankelijkheidseisen voor mensen met functiebeperkingen, waaronder mindervaliden en andere eisen voor nieuwbouwprojecten gehandhaafd dienen te worden?

In het Bouwbesluit zijn normen opgenomen met betrekking tot de isolatiewaarden en de toegankelijkheid voor mindervaliden van nieuwbouwwoningen. Die normen dienen vanzelfsprekendgehandhaafd te worden.

2. Hoe is de controle van de handhaving van deze normen en eisen geregeld? Hoe vaak wordt er gecontroleerd? In welke vorm (steekproefgewijs of standaard bij ieder project)?

De inspecteur van de gemeente controleert het bouwwerk tijdens de bouw. De capaciteit voor deze controle is echter niet zodanig dat alle aspecten op hetzelfde niveau gecontroleerd kunnen worden. De beschikbare capaciteit wordt verdeeld over de verschillende aspecten. De meeste aspecten worden standaard gecontroleerd.

3. Wordt bij de controle van de nieuwbouwprojecten door de gemeentelijke inspecteurs gekeken naar isolatiefouten en toegankelijkheid voor mensen met functiebeperkingen, waaronder mindervaliden?

Ja, echter het niveau van controle verschilt per aspect.

4. Zo niet, waarom? Zo ja, werden ooit infraroodopnames toegepast bij deze controles?

Er zijn in Utrecht geen infraroodopnames toegepast op verzoek van de gemeente. Wel heeft incidenteel een ontwikkelaar deze infraroodopnames toegepast.

5. Is het mogelijk in de toekomst om infraroodopnames als standaardeis op te nemen bij alle projectontwikkelingsbedrijven die in Leidsche Rijn en andere nieuwbouwlocaties aan het werk gaan?

De gemeente heeft geen bevoegdheden om een infraroodopname verplicht te stellen aan projectontwikkelaars.

6. Is het College bereid om deze controles die toch wel (zeker in het geval van de toegankelijkheid voor mindervaliden betreft) zeer specifieke deskundigheid vragen, uit te besteden aan organisaties buiten het gemeentelijk apparaat?

De inspecteur beschikt in het algemeen over voldoende deskundigheid om de normen uit het Bouwbesluit in het werk te controleren. Het uitbesteden van deze controles zal extra kosten met zich mee brengen. Gezien de deskundigheid van de gemeentelijke inspecteurs achten wij dit niet noodzakelijk.

7. Als uit de gemeentelijke controles blijkt dat aan diverse normen en eisen niet wordt voldaan, worden dan bepaalde consequenties getrokken? Zoals waarschuwingen, boetes, of mogelijke andere middelen aan de uitvoerders of opdrachtgevers?

Wanneer geconstateerd wordt dat niet overeenkomstig de bouwvergunning wordt gebouwd, probeert de inspecteur eerst in overleg met de aannemer de gebreken te verhelpen. Als de aannemer daartoe niet bereid is, wordt de bouw stilgelegd. De mogelijkheid bestaat om naast de stillegging van de bouw (bouwstop), de aannemer aan te schrijven dat de bouw, op last van een dwangsom, niet voortgezet mag worden c.q. alsnog moet voldoen aan de wettelijke vereisten. De dwangsom verbeurt wanneer daaraan niet op tijd of adequaat wordt voldaan.

8. Zo niet, waarom niet?

Niet van toepassing.

9. Hoe vaak worden dergelijke fouten in de uitvoering geconstateerd?

Onze indruk is dat dergelijke gebreken in 10 tot 15 procent van de gevallen voor komt. Door interventie van de inspecteur worden echter nagenoeg alle gebreken verholpen.


---- --