Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie
Outplacement: aanpassing van de regelgeving
De wet van 5 september 2001 tot verbetering van de
werkgelegenheidsgraad van de werknemers bepaalt dat de werknemer wiens
werkgever de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd en die 45 jaar is op
het moment waarop het ontslag is gegeven, recht heeft op
outplacementbegeleiding.
Omdat veel werknemers niet op de hoogte zijn van het bestaan van dit
recht, vult de wet van 20 mei 2006 (Belgisch Staatsblad van 25 juli
2006) dit systeem aan in die zin dat voortaan, wanneer de werkgever
een einde stelt aan de arbeidsovereenkomst, hij verplicht is om de
werknemer op de hoogte te brengen van diens recht op
outplacementbegeleiding.
Deze maatregel treedt in werking op 4 augustus 2006.
Deze informatieverstrekking vormt een verplichting voor de werkgever
maar verandert niets aan de stappen die de werknemer zelf dient te
ondernemen.
Zelfs wanneer de werkgever hem heeft ingelicht, moet de werknemer nog
altijd uitdrukkelijk een aanvraag doen om van het recht op
outplacement te kunnen genieten.
Sinds 31 maart 2006 (koninklijk besluit van 9 maart 2006, Belgisch
Staatsblad van 31 maart 2006) wordt trouwens voor werknemers die ten
minste 45 jaar oud zijn op het moment waarop het ontslag wordt
gegeven, de aanvraag voor een outplacementbegeleiding beschouwd als
één van de stappen die moeten worden ondernomen om te kunnen genieten
van de toekenning van werkloosheidsuitkeringen (zie www.rva.be).
De werknemer heeft er dus alle belang bij om een aanvraag tot
outplacement in te dienen, zelfs indien zijn werkgever in gebreke
blijft hem hierover in te lichten. Het verzuim van de werkgever stelt
de werknemer niet vrij van deze stap.
Voor algemene informatie over outplacement, zie ook het trefwoord
"Outplacement" in de module " Metagids: van A tot Z ".
back