Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Hooghalen, 21 juli 2006

Lenie Boeken-Velleman en Louis van Velzen overleefden de oorlog

Twee ooggetuigen vertellen hun levensverhaal

Op zondag 30 juli vertellen twee ooggetuigen hun levensverhaal vanaf 14.00 uur in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Twee verschillende levens met toch ook veel overeenkomsten. Beiden wisten een onderduikadres te vinden. Terwijl Louis van Velzen een veilig adres bleek te hebben, werd Lenie Boeken-Velleman alsnog ontdekt en via Westerbork naar Auschwitz gebracht.

Ruim twee jaar zat Lenie Boeken-Velleman (1922) al ondergedoken, toen ze in de zomer van 1944 werd ontdekt. Ze werd naar kamp Westerbork gebracht en vertrok vervolgens met het laatste transport naar Auschwitz. Daar bleef ze niet lang, want na twee maanden werd Lenie geselecteerd voor werk in een munitiefabriek in Kratzau, in Tsjecho-Slowakije. Ook werd ze blootgesteld aan een medisch experiment. Op 8 mei 1945 werd Lenie Boeken-Velleman door de Russen bevrijd. Ze bleek als enige van haar familie te hebben overleefd.

Louis van Velzen (1935) werd niet ontdekt. Zijn onderduik begon met het afscheid van zijn vader. Louis was toen zeven jaar. Dat beeld staat in zijn geheugen gegrift. Vader Van Velzen wilde proberen zijn gezin te sparen, door gehoor te geven aan de oproep voor Westerbork. Kort daarna doken zijn moeder en broer onder; Louis werd ergens anders ondergebracht. Daarmee begon een reis langs tal van onderduikadressen tot hij in 1944 in Tilburg werd bevrijd. Zijn broer bleek ook te hebben overleefd. Pas na een jaar werd duidelijk dat zijn ouders in Sobibor om het leven waren gebracht.

Lenie Boeken-Velleman en Louis van Velzen zijn op zondag 30 juli in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork om hun verhaal te vertellen. De lezing begint om 14.00 uur. De toegang is bij de entree van het museum inbegrepen.