Unicef
Unicef veroordeelt aanval op Qana 31 juli 2006, New York - Unicef veroordeelt de Israëlische aanval van zondag 30 juli op een wooncomplex in de stad Qana, waarbij tientallen mensen om het leven zijn gekomen. Onder de slachtoffers zijn veel kinderen.
Kinderen in Beiroet kijken naar overvliegende Israëlische vliegtuigen. Foto: Unicef/HQ06-1104/Brooks
Kinderen in Beiroet kijken naar overvliegende Israëlische vliegtuigen. Foto: Unicef/HQ06-1104/Brooks
Ann M. Veneman, directeur van Unicef Internationaal, vroeg de strijdende partijen gisteren om een onmiddellijk staakt-het-vuren. Ook wil zij dat hulpverleners ongehinderd toegang hebben tot de getroffenen.
Veneman vraagt om:
* Een evacuatie van de kinderen, gewonden, gehandicapten en ouderen die niet uit het oorlogsgebied hebben kunnen wegkomen.
* De mogelijkheid voor de herbevoorrading van ziekenhuizen en medische posten, vooral in het zuiden van Libanon. Ze hebben medische hulpgoederen en brandstof voor generatoren nodig. Voorkomen moet worden dat de gezondheidszorg, waarvan nu duizenden gewonden afhankelijk zijn, het moet laten afweten.
* Hulporganisaties moeten kunnen zorgen voor water en sanitaire voorzieningen, voedsel en andere basisbehoeften voor de tienduizenden ontheemden die hun toevlucht hebben gezocht tot openbare gebouwen.
* Een noodcommunicatiesysteem, zodat snel hulp geboden kan worden aan de bevolking.
De regering van Libanon schat dat door de aanvallen van Israël circa 600 mensen om het leven zijn gekomen en meer dan 3000 mensen gewond zijn geraakt. Deze cijfers veranderen echter dagelijks. Unicef denkt dat ruim een derde van deze slachtoffers uit kinderen bestaat.
Ongeveer 800.000 mensen zijn voor het geweld op de vlucht geslagen. Circa 119.625 van hen wonen in 652 scholen en parken in en rond Beiroet. Ongeveer 45 procent van de ontheemden bestaat uit kinderen.
Israël heeft vandaag aangekondigd dat de luchtaanvallen op Libanon voor 48 uur gestaakt zullen worden, zodat het bombardement op Qana kan worden onderzocht. De bewoners van Zuid-Libanon krijgen ook de gelegenheid om het gebied te verlaten.