Gemeente Oostzaan

Huisbezoeken dd. 27 juli 2006 aan de Brasem te Oostzaan


* 07 augustus 2006

Op 27 juli 2006 is door de arts medische milieukunde van de GGD Zaanstreek-Waterland, vergezeld door een milieugezondheidskundige van GGD Amsterdam, een ambtenaar van gemeente Oostzaan en een medewerker van Milieudienst Waterland, een tweetal huisbezoeken afgelegd aan de Brasem te Oostzaan.

De aanleiding hiervoor waren klachten van bewoners over geluidsoverlast door de bovengrondse hoogspanningslijn nabij hun woningen. Deze klachten bestaan sinds begin juni van dit jaar. Begin juni 2006 is de spanning op de lijn van 150 kV op 380 kV gezet. De klachten worden door de bewoners hiermee in verband gebracht. Door de bewoners werden onder meer hoofdpijnklachten genoemd. In verband daarmee werd door gemeente Oostzaan gevraagd naar een mogelijke relatie met straling rond de hoogspanningslijn. Om een indruk te krijgen van de blootstelling aan elektromagnetische straling rond de hoogspanningslijn heeft gemeente Oostzaan de GGD verzocht metingen te verrichten.

Bevindingen tijdens de huisbezoeken

Tijdens het verblijf in de tuin en ter plaatse van de hoogspanningslijn kon het bedoelde geluid niet worden waargenomen. Door de bewoners werd aangegeven dat zij wel een geluid waarnamen, maar dat dit niet vergelijkbaar was met de perioden waarin het geluid duidelijk aanwezig was. Het zou dan gaan om een zoemend en een onregelmatig knetterend, hinderlijk geluid. Dit zou door alle bewoners van het desbetreffende huizenblok worden waargenomen en als hinderlijk worden ervaren.

Een tweetal woningen is bezocht, te weten Brasem nr. 11 en nr. 17. De bezoeken vonden plaats tussen 14.00 en 15.00 uur. In de woningen en in de tuinen bij de woningen is de magnetische veldsterkte (fluxdichtheid) gemeten. De veldsterkte in de woningen bedroeg 0,4 tot 0,5 µT (microtesla). In de tuinen bedroeg de waarde 0,8 tot 0,9 µT. Ook is de magnetische veldsterkte gemeten ter plaatse van de hoogspanningslijn, midden tussen twee masten. Hier bedroeg de veldsterkte 2 µT. Op deze plaats is de hoogste waarde te verwachten. De metingen vormen een momentopname van de veldsterkte ter plaatse. Per etmaal en gedurende het jaar kunnen variaties in deze waarden voorkomen. De gemeten waarde kent verder een foutmarge van 10%. Daarom moeten deze waarden als indicatief worden beschouwd.

Bespreking van de bevindingen

Geluidhinder

Tijdens de metingen kon geen geluid, afkomstig van de hoogspanningslijn, worden waargenomen. In een brief van 26 juni 2006 vermeldt TenneT dat zij op korte termijn een geluidsmeting zullen uitvoeren. De GGD vertrouwt erop dat deze metingen op een representatief moment zullen worden uitgevoerd. In afwachting van de resultaten hiervan en bij voorkeur aangevuld met eigen waarneming op een representatief moment wordt op dit moment niet verder op dit aspect ingegaan. De door de bewoners ervaren hinder wordt door de GGD echter zeker serieus genomen. Onder bepaalde omstandigheden (vochtig weer, mist, regen) kunnen hoogspanningslijnen een zoemend geluid geven als gevolg van elektrische ontladingen in de lucht (corona-effect). Deze ontladingen treden alleen zeer dicht bij de draden op en hebben geen nadelige gevolgen voor de gezondheid.

Elektromagnetische straling
De binnen de woningen en in de tuinen gemeten waarden van 0,4 tot 0,9 µT bevonden zich op of boven de waarde van 0,4 µT. Deze waarde wordt genoemd in het advies met betrekking tot hoogspanningslijnen van de Staatssecretaris van VROM (2005). Dit advies luidt: Bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, dan wel bij wijzigingen in bestaande plannen of van bestaande hoogspanningslijnen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 µT. De waarde van 0,4 µT is zo gekozen omdat uit verschillende onderzoeken blijkt dat leukemie vaker voorkomt bij kinderen die in de buurt van een hoogspanningslijn binnen de 0,4 µT contour wonen. Tot dusver zijn er echter geen duidelijke aanwijzingen gevonden voor de manier waarop elektromagnetische velden rond hoogspanningslijnen leukemie bij kinderen zouden kunnen veroorzaken. Een reeks andere factoren, zoals blootstelling aan pesticiden, oplosmiddelen, sigarettenrook of uitlaatgassen worden ook als verdacht beschouwd. Verder is het zo dat als blijkt dat hoogspanningslijnen echt invloed hebben op het ontstaan van leukemie bij kinderen één geval per 2 jaar daaraan toe te schrijven zou zijn, terwijl in die periode gemiddeld ongeveer 220 gevallen van leukemie optreden. Mede vanwege de onduidelijkheid over het ontstaansmechanisme is daarom het hierboven weergegeven advies beperkt tot nieuwe situaties. Voor bestaande situaties worden geen maatregelen geadviseerd, omdat dergelijke maatregelen met hoge (maatschappelijke) kosten gepaard gaan. In het geval van de hoogspanningslijn te Oostzaan, die deel uitmaakt van het tracé Diemen-Oostzaan-Beverwijk, vermeldt TenneT (de netbeheerder) dat het een 380 kV lijn betreft die altijd belast is geweest op 150 kV, maar sinds begin juni op het 'oorspronkelijke niveau van 380 kV' is gezet. Indien dit inderdaad het geval is dient hier te worden gesproken over een bestaande situatie. Het verhogen van het voltage van de hoogspanningslijn hoeft niet per definitie gepaard te gaan met een toename van de magnetische veldsterkte rond de lijn. Deze wordt bepaald door de hoeveelheid elektrische stroom die door de lijn loopt en hangt samen met het stroomverbruik. De tijdens de meting gevonden waarden rond de lijn in Oostzaan passen eerder bij de gemiddelde waarden van een 150 kV lijn dan bij die van een 380 kV lijn. Hierbij moet worden aangetekend dat de metingen een momentopname waren en daarom als indicatief moeten worden beschouwd.

Naast het hierboven vermelde effect bij langdurig verblijf nabij hoogspanningslijnen zijn kortetermijneffecten bij blootstelling aan magnetische velden bekend, namelijk op spieren en op het netvlies van het oog. Deze effecten treden echter pas op bij magnetische veldsterkten die vele malen hoger zijn dan de veldsterkte die onder of in de omgeving van hoogspanningslijnen wordt aangetroffen. Met het oog op deze kortetermijneffecten zijn referentieniveau's voor de veldsterkte afgeleid. De International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP) heeft een referentieniveau vastgesteld van 100 µT. De tijdens de metingen in Oostzaan vastgestelde maximale waarde (recht onder de lijn) was 50 maal zo laag.

Conclusie

Tijdens de huisbezoeken is door de GGD geen geluid waargenomen, afkomstig van de hoogspanningslijn. Nadere informatie is nodig voor de oordeelsvorming hieromtrent. Over de ontstaansoorzaak van het geluid en de mogelijke maatregelen daartegen zal TenneT vanuit haar deskundigheid het beste kunnen adviseren.

De gemeten veldsterkten in en rond de beide woningen gaven niveaus aan die liggen op, of enigszins boven, de waarde van 0,4 µT. De afstand van het midden van de hoogspanningslijn tot de woningen wordt geschat op 30 tot 50 meter. Wat betreft de gemeten magnetische veldsterkte wordt vooralsnog uitgegaan van een bestaande situatie die niet verschillend is van vergelijkbare situaties van wonen rond hoogspanningslijnen. Daarom worden op dit moment door de GGD geen specifieke maatregelen geadviseerd die betrekking hebben op de magnetische veldsterkte.