Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 90801 2509 LV Den Haag Binnenhof 1a Anna van Hannoverstraat 4 2513 AA Den Haag Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer AI-MHC/06/58834

Onderwerp Datum Contactpersoon Incidentenrapportage Arbeidsinspectie 8 augustus 2006
1 oktober 2004 t/m 31 december 2005

Hierbij treft u een rapportage aan van een analyse van 37 (zware) incidenten/ongevallen in bedrijven die onder de werkingssfeer van het Besluit Risico's Zware Ongevallen 1999 (BRZO '99) en / of Afdeling 2 hoofdstuk 2 van het Arbobesluit (ARIE ­ regeling) vallen. De analyse is uitgevoerd door de Arbeidsinspectie. Alle incidenten/ongevallen hebben gemeen dat er gevaarlijke stoffen bij zijn betrokken en dat ze plaatsvonden in bedrijven die vanwege de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen zijn gekenmerkt als hoog risico bedrijf.

De rapportage is de derde uit een reeks en beslaat de periode 1 oktober 2004 t/m 31 december 2005.
Uit de analyse is gebleken dat de volgende oorzaken het vaakst een rol hebben gespeeld bij het tot stand komen van het incident/ongeval:

o fouten of afwijkingen in het ontwerp;

o het al dan niet hebben of volgen van procedures;

o het onvoldoende beheersen van een onderhoudsmanagementsysteem;
o het onveilig uitvoeren van onderhoud, en

o het niet gebruiken of hebben van geschikt materieel of middelen. Deze oorzaken kwamen bij voorgaande analyses1 eveneens als belangrijke factor naar voren.
Daarnaast blijkt uit deze analyse dat de veiligheid bij inzet van personeel bij het beperken van de gevolgen van incidenten en ongevallen met gevaarlijke stoffen meer aandacht behoeft.

Het aantal ongevallen in de periode oktober 2004 t/m december 2005 (37) is in vergelijking met de periode april 2003 t/m september 2004 (36) vrijwel constant gebleven en bevindt zich op een dusdanig niveau dat het vrijwel onmogelijk is hieruit algemeen geldende verantwoorde conclusies te trekken over het veiligheidsniveau in de chemische industrie. Wel is het zowel voor de onderhavige bedrijven als voor de toezichthoudende overheden van groot belang om vanuit de analyse van deze ongevallen en het detecteren van


1 - AI/directie MHC, Beknopte analyse van incidenten in BRZO-plichtige bedrijven in de regio Rijnmond/Zeeland over de periode januari 2002 tot maart 2003; 21 juli 2003, ing. W.M. van der Poel.
- AI/directie MHC, MHC incidentenrapportage 2, periode 1 april 2003 tot en met 30 september 2004, ing. S.M. Dekker-Steehouwer.


2

achterliggende oorzaken lessen te trekken en op basis hiervan preventieve acties te ondernemen, gericht op de preventie van dit soort gebeurtenissen.

Daartoe zullen de resultaten van deze analyse worden gedeeld met de onderhavige bedrijven en hun organisaties, zoals de Vereniging Nederlandse Chemische Industrie en Deltalinqs en met de direct als inspectiepartners bij de uitvoering van het BRZO betrokken mede- toezichthouders (bevoegd gezag ex. Wet Milieubeheer en de Brandweer), met andere inspecties zoals Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) die bij soortgelijke bedrijven het toezicht uitoefenen en met overige betrokken, zoals de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Verder worden door de Arbeidsinspectie de volgende initiatieven genomen:


· Tijdens IPO- en VNG-bijeenkomsten zijn voor de provinciale en gemeentelijke mede-toezichthouders op het BRZO presentaties gegeven over deze en voorgaande analyses en is aangekondigd tot afspraken te willen komen over het opnemen van de belangrijkste achterliggende oorzaken, zoals het onvoldoende beheersen van het onderhoudsmanagementsysteem en het onveilig uitvoeren van onderhoud, als prioritair punt in de reguliere gezamenlijke inspectie-praktijk.
· In het door het departement van VROM geïnitieerde verbeterprogramma inzake de uitvoering van het BRZO (BeteRZO), waarover u door mijn collega van VROM eind 2004 bent geïnformeerd, is bepaald dat de coördinerende bevoegde gezagen ex. Wet Milieubeheer uiterlijk maart 2007 nieuwe inspectieprogramma's bestuurlijk dienen vast te stellen. In het overleg over deze inspectieprogramma's zullen de bovenvermelde prioritaire onderwerpen worden ingebracht.

· In het kader van het BeteRZO-programma is o.l.v. de Arbeidsinspectie een nieuwe gezamenlijke inspectiemethodiek (NIM) ontwikkeld, die m.i.v. 2007 door alle toezichthouders zal worden gebruikt, waardoor een meer uniforme en gerichtere inspectiepraktijk zal ontstaan. Deze methodiek is modulair opgebouwd en zal bij de eerstkomende uitbreiding worden voorzien van een specifiek op de onderhoudsproblematiek gerichte module.

Het bovenstaande laat natuurlijk onverlet dat de oorzaken en factoren die in deze analyse naar voren zijn gekomen voor de Arbeidsinspectie nu al belangrijke aandachtspunten in de inspectiepraktijk gericht op de hoog risico bedrijven vormen. Daar waar geïndiceerd zal ook handhavend worden opgetreden. Zo blijkt uit de rapportage dat n.a.v. de 37 onderzochte ongevallen in 18 gevallen er proces-verbaal tegen het bedrijf is opgemaakt (in de vorige rapportage bedroeg dit 12 processen-verbaal bij 36 onderzochte ongevallen).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)


3