Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk AV/A&Z/2006/61929 Doorkiesnummer Datum 9 augustus 2006

Onderwerp Kamervragen van de leden Smilde, Hamer en Koser
Kaya

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Smilde (CDA), Hamer (PvdA), Koser Kaya (D66) over gedupeerde ouders naar aanleiding van problemen rond KidsConcern.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Bijlage(n): antwoorden kamervragen.

2050616430

Vragen van de leden Smilde (CDA), Hamer (PvdA) en Koser Kaya (D66) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over gedupeerde ouders aan aanleiding van problemen rond KidsConcern. (Ingezonden 13 juli 2006)

Vraag 1.
Kunt u zich de schriftelijke vragen herinneren van het lid Smilde en de leden Hamer en Stuurman over de gevolgen van problemen rond KidsConcern voor gedupeerde ouders?

Antwoord 1.
Ja.

Vraag 2.
Is het u bekend of het garantiefonds voor ouders, waarvoor branchepartijen in de kinderopvang (MOgroep, Branchevereniging ondernemers in de kinderopvang en BOinK) zich in een intentieverklaring hadden uitgesproken, inmiddels gestart is? Zo nee, is het duidelijk waar de problemen liggen?

Antwoord 2.
Bij brief van 29 juni 2006 (Tweede Kamer 2005-2006, 28 447 nr. 132) heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over een aantal lopende zaken bij de kinderopvang, waaronder KidsConcern. Ik heb daarin gemeld dat branchepartijen geen overeenstemming hebben bereikt over het treffen van een regeling voor de KidsConcern-problematiek. Zij willen zich wel inzetten voor een regeling voor toekomstige gevallen. Hiermee is de intentieverklaring van branchepartijen van 16 februari 2006, die uitging van het treffen van faciliteiten voor zowel oude, als nieuwe schadegevallen, komen te vervallen. Daarmee valt ook de basis weg onder mijn aanbod aan partijen dergelijke faciliteiten door toedoen van het Waarborgfonds kinderopvang financieel te ondersteunen.

Vraag 3.
Hebt u uw toezegging om 2,5 mln. als voorfinanciering uit te lenen aan het garantiefonds voor ouders inmiddels geëffectueerd? Zo ja, konden hiermee de knelpunten opgelost worden voor gedupeerde ouders? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3.
Bij mijn toezegging tot voorfinanciering gold de voorwaarde dat branchepartijen bestuurlijke verantwoordelijkheid zouden nemen voor het afhandelen van de schadeclaims en daarin zelf ook voor maximaal 1 mln. zouden participeren. Aangezien aan deze voorwaarde niet is voldaan, ontbreken de condities om mijn toezegging voor voorfinanciering te kunnen effectueren.

Vraag 4.
Ziet u knelpunten rond de inrichting en werking van het garantiefonds en kunt u aangeven hoe deze kunnen worden opgelost?

Antwoord 4.
De sleutel voor een oplossing ligt bij partijen zelf. Ik heb partijen daarom opgeroepen alsnog te proberen binnen de kaders van de intentieverklaring van 16 februari 2006 tot een oplossing te
---

komen. Die intentieverklaring gaf, naar mijn oordeel, een evenwichtige verdeling van verantwoordelijkheden en financiële lasten.

Vraag 5.
Wat is de stand van zaken omtrent de 9.000 gedupeerde ouders?

Antwoord 5.
Gedupeerde ouders kunnen zich als schuldeiser melden bij de bewindvoerder die de surseance van KidsConcern afwikkelt. Zij zullen volgens de gebruikelijke procedures meedelen in de opbrengst van de surseance.


---