Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : Viss. 2006/3527
datum : 09-08-2006
onderwerp : Heroverweging uitgiftebeleid handkokkelvisserij bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij 'Ruimte voor een zilte oogst' (oktober 2004) heb ik aangekondigd dat ik ten aanzien van de handkokkelvisserij de uitgifte van nieuwe vergunningen overweeg.

De handkokkelvisserij wordt beschouwd als een vorm van schelpdiervisserij die zich bij uitstek met de natuurlijke waarden van de kustwateren in het algemeen en de Waddenzee in het bijzonder laat verenigen. Deze beoordeling komt voort uit het feit dat het een kleinschalige visserij op basis van menskracht betreft, die door een gering aantal mensen wordt verricht. Vanuit visserijkundig oogpunt lijkt er geen beletsel te bestaan om te besluiten tot een (beperkte) uitbreiding van het aantal handkokkelvergunningen. Ik wil u dan ook van mijn voornemen op de hoogte stellen om een verruiming van het huidige aantal van 20 vergunninghouders met maximaal 10 vergunninghouders toe te staan.
Hierbij is in aanmerking genomen dat over de jaren 1995-2004 er gemiddeld 0,65% op handmatige wijze van het gemiddelde oogstbare bestand is opgevist, waar het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij ruimte biedt voor een jaarlijkse bevissing van maximaal 5% van het oogstbare kokkelbestand1. Een verruiming met 10 additionele vergunningen is beleidsmatig beschouwd passend. Gezien de gevoeligheden omtrent dit onderwerp bij zowel de natuurbeschermingsorganisaties als de bestaande vergunninghouders, vind ik een verdergaande verruiming niet opportuun. Om die reden worden aan de nieuw uit te geven vergunningen ook additionele voorwaarden verbonden waar ik later in deze brief op terugkom.

Toekenning van additionele vergunningen
In aanmerking komen de voormalige bemanningsleden van de voormalige mechanische kokkelvisvaartuigen. Zij dienen, ten tijde van het kabinetsbesluit van 28 juni 2004 tot de beëindiging van de mechanische kokkelvisserij, in vaste dienst te zijn geweest van die bedrijven waaraan nadeelcompensatie zal worden verleend in verband met dit kabinetsbesluit.
Indien het aantal gegadigden kleiner is dan 10, dan zal slechts een overeenkomstig aantal vergunningen worden uitgegeven. Indien het aantal gegadigden groter is dan 10, dan zal een prioritering ('prioriteitenlijst') aangebracht worden op basis van loting.

De precieze criteria voor toekenning zullen de komende periode bekend worden gemaakt.

Voorwaarden, behorende bij additionele handkokkelvergunningen Deze additioneel te verlenen vergunningen worden jaarlijks uitgegeven voor de periode tot en met uiterlijk 2015. In het najaar van 2013 zal op basis van een evaluatie een besluit worden genomen over eventuele voortzetting van het onderhavige uitgiftebeleid en - voor zover van toepassing - onder welke voorwaarden.
De additionele vergunningen zijn derhalve tijdelijk, persoonsgebonden en niet-overdraagbaar. Het gebruik door derden is dan ook niet toegestaan.
Naast deze voorwaarden gelden ook andere voorwaarden zoals het beschikken over een visplan en het beschikken over een geregistreerd vaartuig. Ook deze voorwaarden zullen de komende periode nader bekend worden gemaakt.

Vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet Naast de handkokkelvergunning op basis van de Visserijwet moeten de huidige en toekomstige (additionele) vergunninghouders over een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: NB-wet) beschikken. Op grond van het Besluit vergunningen NB-wet zijn de Gedeputeerde Staten van Friesland (en eventueel Zeeland) bevoegd tot de vergunningverlening voor deze handmatige kokkelvisserij. Mocht overigens op grond van de beoordeling aan de NB-wet er in de toekomst minder vergunningen afgegeven kunnen worden dan de hierboven genoemde 30 (20 plus maximaal 10), dan zal als eerste een beperking op het aantal additionele vergunningen worden opgelegd; daarbij de eerdergenoemde prioriteitenlijst bepalend is.
Over de verdere voortgang zal ik u in het najaar informeren.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


1 Hierbij moet worden aangetekend dat voor de Oosterschelde op dit moment nog een voedselreserveringsbeleid geldt. Bijlagen
Bekendmaking van de criteria voor uitgifte van nieuwe handkokkelvergunningen op grond van de Visserijwet 1963