Gemeente Alkemade


Vaststelling beleidsregel mantelzorg

Het college van burgemeester en wethouders maakt bekend dat zij iedere belanghebbende in de gelegenheid stelt kennis te nemen van de beleidsregel "ruimte maken voor mantelzorg". De beleidsregel is op 1 augustus 2006 vastgesteld. Het doel van deze beleidsregel is om de maatschappelijke vraag naar huisvesting ten behoeve van mantelzorg te faciliteren. De regeling kan onder bepaalde voorwaarden toegepast worden. De beleidsregel "ruimte maken voor mantelzorg" treedt per 10 augustus 2006 in werking. De beleidsregel ligt gedurende 6 weken ter inzage in de Leeskamer Publiek in het gemeentehuis en is ook te downloaden onderaan deze pagina. Tegen deze beleidsregel staat geen bezwaar en beroep open. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mevrouw Hermsen-Facon van de afdeling Wonen en Milieu, tel (071) 332 72 20.

Bijlagen :
Beleidsregel ruimte maken voor mantelzorg.pdf (zie onderaan)


1
Ruimte maken voor
mantelzorg

Datum: 26 juli 2006
Auteur: M.G.A Hermsen-Facon
Kenmerk: MF 618.2


1. Aanleiding
De Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo) treedt op 1 januari 2007 in werking. Met de invoering van de Wmo wordt de mantelzorg de verantwoordelijkheid van gemeenten. Het doel van de Wmo is dat mensen zo veel mogelijk voor zichzelf en elkaar zorgen. Het ministerie van VWS hecht namelijk veel belang aan goede mantelzorg: zorg aan huis door familie en vrienden. De gemeente zal daarom mantelzorg stimuleren.
Sociaal beleid heeft ruimtelijke gevolgen en ruimtelijk beleid heeft sociale gevolgen. Bij de planontwikkeling wordt soms onvoldoende rekening gehouden met sociale voorzieningen en de ruimte die daarvoor nodig is c.q. beschikbaar gesteld moet worden. Zo wordt de gemeente Alkemade regelmatig geconfronteerd met verzoeken om inwoning van ouderen en zorgbehoevenden in al dan niet vrijstaande bijgebouwen bij woningen. De mogelijkheden die bestemmingsplannen bieden zijn beperkt. Gegronde en onderbouwde verzoeken en initiatieven kunnen daardoor niet gerealiseerd worden. Op provinciaal niveau (regels voor ruimte) wordt de vestiging van zorgfunctie in vrijkomende agrarische bebouwing mogelijk gemaakt. Initiatieven moeten dan wel voldoen aan de uitgangspunten als vermeld in de provinciale nota "zorg in het buitengebied". Daarom is bij het opstellen van deze notitie uitgegaan van de provinciale regeling. Er is ook informatie ingewonnen bij andere gemeenten die op dat punt beleid hebben geformuleerd.

2. Doel en toepassing van de notitie
Het doel van deze regeling is om de maatschappelijke vraag naar huisvesting ten behoeve van mantelzorg te faciliteren. Dit betekent dat deze regeling niet kan worden gehanteerd in het kader van de zgn. rustende boerregeling.
Er is intern gekeken of dit onderwerp zich leent voor een gebiedsgerichte aanpak. Bij een dergelijke aanpak kan namelijk per gebied worden bezien onder welke specifieke voorwaarden de regeling toegepast kan worden. Een argument om binnen het stedelijk gebied terughoudend om te gaan met tijdelijke bewoning van bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg zou de nabijheid en aanwezigheid van zorgvoorzieningen zijn. Aan een andere kant zou er beleidsmatig juist in het stedelijk gebied ruimte gecreëerd moeten worden voor (extra) woonruimtes en moet juist in het buitengebied terughoudend worden omgegaan met extra bewoningen. Gelet op het feit dat de regeling geen toename van bouwmogelijkheden toestaat in de vorm van tijdelijke units en gelet op het feit dat er zowel binnen het stedelijk als landelijk gebied vraag is naar bewoning van bijgebouwen c.q. aanbouwen ten behoeve van mantelzorg hebben we ervoor gekozen om geen onderscheid te maken tussen het buitengebied en het stedelijk gebied. De regeling wordt niet toegepast op bedrijventerreinen omdat toename van een woonfunctie aldaar ongewenst is..3

3. Definitie van het begrip mantelzorg
Mantelzorg: In de wet maatschappelijke ondersteuning (artikel 1, lid1 onder b) wordt de mantelzorg als volgt gedefinieerd: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voorvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Mantelzorg is dus niet de alledaagse zorg voor, bijvoorbeeld een gezond kind. De noodzaak moet worden vastgesteld door een toetsend orgaan. In dit geval vindt de toetsing (indicatiebesluit) plaats door de Gemeente Alkemade.
4. Definitie van begrippen inwoning en bijwoning Inwoning: hiervan is sprake als iemand (die mantelzorg behoeft) inwoont in een (aangebouwd bijgebouw van een) woning en daarbij gebruik maakt van gemeenschappelijke of eigen voorzieningen. Er is sprake van inwoning als er éé gezamenlijke toegang is.
Bijwoning: hierbij is sprake van een min of meer zelfstandige woning (in de vorm van een eigen toegang en eigen voorzieningen) binnen een vrijstaand bijgebouw van een andere woning. De bijwoning, door iemand die mantelzorg behoeft, is gerelateerd aan de hoofdwoning. Er wordt dus geen extra woonbestemming gecreëerd.
5. Voorwaarden
Voorwaarden waaronder medewerking verleend kan worden:
- De bewoning is vanuit een oogpunt van mantelzorg (zie definitie onder punt 3) noodzakelijk; de zorgbehoefte moet aantoonbaar zijn middels een indicatiebesluit. Verlener en ontvanger van mantelzorg verklaren dat de zorg en hulp geheel vrijwillig en buiten organisatorisch verband gegeven wordt.
- Er moet sprake zijn van inwoning of bijwoning (zie definitie onder punt 4). Er mag geen sprake zijn van een zelfstandige woning.

- Als het gaat om de mantelzorgontvanger, moet er sprake zijn van een inwoner van de gemeente Alkemade. Er moet sprake zijn van zorg van gezinsleden in de eerste en tweede graad.

- het oprichten van een tijdelijke bewoning ten behoeve van mantelzorg is mogelijk in een bestaand bijgebouw dat gelegen is op het perceel van de hoofdwoning; Voor beide woongelegenheden dient gebruik te worden gemaakt van één in-/ uitrit;

- De bijwoning dient plaats te vinden binnen een afstand van 30 meter van de hoofdwoning;

- het oprichten van een tijdelijke bewoning ten behoeve van mantelzorg in tijdelijke units is niet toegestaan;.4

- de bereikbaarheid van algemene voorzieningen en nutsvoorzieningen en voor hulpdiensten moet gewaarborgd blijven;

- er mag geen sprake zijn van onevenredige aantasting van de belangen van omwonenden en (agrarische) bedrijven;

- er mag geen onevenredige afbeuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bebouwing;

- er kan alleen medewerking worden verleend aan de tijdelijke bewoning indien er na publicatie geen bezwaren zijn binnengekomen of indien de bezwaren ongegrond zijn verklaard;

- er dient hiertoe een bouwplan te worden ingediend bij Bouw en Woningtoezicht;
- het gebouw dient te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit en Bouwverordening.

- de aanvraag voor het realiseren van een aanbouw of de uitbreiding van een bijgebouw moet worden getoetst aan het bestemmingsplan. Mocht het bestemmingsplan geen bebouwingsmogelijkheden bieden dan kan een vrijstellingsprocedure artikel 19, lid 3 hiervoor toegepast worden;
- de maximale oppervlakte mag 60 m2 bedragen en de maximale inhoud: 180m3;
- de realisering van de tijdelijke woonruimte in een bijgebouw of aanbouw moet mogelijk en aanvaardbaar zijn binnen milieuhygiënische en brandveilige randvoorwaarden.

- ter waarborging van de rechtszekerheid zal een toestemming worden verleend in de vorm van een persoonsgebonden gedoogbeschikking, waarin de gestelde voorwaarden worden opgenomen. De gedoogbeschikking is niet overdraagbaar. Het voornemen tot het geven van een gedoogbeschikking zal worden gepubliceerd. In het kader van handhaving zal de tijdelijke woning gecontroleerd worden. Er zal ook opgetreden worden indien in afwijking van de gestelde regels wordt gehandeld.

- het gebruik van het bijgebouw c.q. aanbouw in het kader van mantelzorg is tijdelijk;

- bij beëindiging van de zorgbehoefte (als gevolg van verhuizing of overlijden) of bij beëindiging van de mantelzorg (de zorgverlener wil of kan mantelzorg niet langer leveren, door bijvoorbeeld hulpbehoevendheid of overlijden), moet de oude situatie worden hersteld en het geheel weer door de hoofdbewoner in gebruik te worden genomen. Het gebruik van het bijgebouw c.q. aanbouw als tijdelijke bewoning moet dus beëindigd worden;

Voor akkoord
Burgemeester en wethouders van Alkemade,
waarnemend secretaris, de burgemeester,
P.C.M. Theuns A.H. Meerburg