Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamervragen Aasted-Madsen en Smilde over het dubbel verzekerd zijn van NAVO-personeel

Kamerstuk, 14-8-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-K-U-2699723

14 augustus 2006

Antwoorden van de minister, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Defensie, op de vragen van de Kamerleden Aasted-Madsen en Smilde (CDA) over het dubbel verzekerd zijn van NAVO-personeel (2050615230).

Vraag 1
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot het ongedaan maken van het dubbel verzekerd zijn van NAVO-personeel en hun gezinsleden?

Vraag 3
Op welke termijn is deze problematiek van de dubbele verzekering opgelost, zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de AOW-opbouw van de NAVO-werknemers en hun gezinsleden?

Antwoord 1 en 3
Degene die in Nederland woont of werkt is in beginsel onderworpen aan het Nederlandse socialeverzekeringsstelsel. Dat geldt niet voor personeel van in Nederland werkzame volkenrechtelijke organisaties die een eigen socialezekerheidsregeling hebben. Deze uitzondering is in dergelijke gevallen meestal ook in de zetelovereenkomst tussen Nederland en de betreffende volkenrechtelijke organisatie neergelegd. Ook NAVO-personeel is op deze wijze uitgezonderd van de verzekeringsplicht ingevolge de volksverzekeringen. Daarmee is dat personeel niet verzekerd voor de AWBZ en dus ook niet verzekeringsplichtig ingevolge de Zorgverzekeringswet. Gezinsleden van personeel van volkenrechtelijke organisaties zijn eveneens niet verzekerd ingevolge de volksverzekeringen, als de zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de desbetreffende organisatie dat bepaalt. In de meeste zetelovereenkomsten is dit het geval, maar ondermeer niet ten aanzien van gezinsleden van NAVO-personeel. Die gezinsleden zijn daarmee dus op grond van hun ingezetenschap verzekerd ingevolge de volksverzekeringen en dientengevolge verzekeringsplichtig ingevolge de Zvw. Omdat zij als gezinslid aanspraak maken op een ziektekostenverzekering op grond van een regeling van een organisatie, zoals in dit geval de NAVO, vinden de volkenrechtelijke organisaties die het betreft deze situatie onwenselijk. Zij hebben het kabinet verzocht om een oplossing, waarbij de dubbele ziektekostenverzekering wordt vermeden en bestaande rechten volgens het Nederlandse stelsel van sociale verzekeringen ongewijzigd blijven.
Het is staand kabinetsbeleid dat de volksverzekeringen in beginsel onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Mede gelet op de bijzondere positie van in Nederland gevestigde volkenrechtelijke organisaties en met inachtneming van het staande kabinetsbeleid betreffende de verzekeringsplicht voor de volksverzekeringen, heeft het kabinet besloten om de gezinsleden van personeel van volkenrechtelijke organisaties die, als gevolg van het ontbreken van een uitzonderingsbepaling voor de verzekeringsplicht voor de Nederlandse sociale verzekeringen in de zetelovereenkomst, verzekerd zijn ingevolge de volksverzekeringen, de mogelijkheid te geven te worden ontheven van verzekeringsplicht ingevolge de volksverzekeringen. Daarmee kan de in de vraag genoemde dubbele
ziektekostenverzekeringsplicht voor deze groep worden vermeden. Het desbetreffende Besluit dateert van 7 juni 2006 (Stb. 2006, nr. 276) en is met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2006 in werking getreden op 21 juni 2006.

Vraag 2
Herinnert u zich uw uitspraak, gedaan in het algemeen overleg over de Zorgverzekeringswet op 27 april 2006 1), dat de NAVO met een aanpassing komt? Zo ja, kunt u verklaren dat de `hoofdverantwoordelijke zorgverzekering' binnen de NAVO daarvan niets blijkt te weten, en ook niet bezig is met het aanpassen van de ziektekostenregeling?

Antwoord 2
Ja. Bij dat algemeen overleg heb ik gezegd dat de NAVO zich beraadt over een voorstel over het aanpassen van de vestigingsovereenkomst met Nederland, met het oog op de uitzondering voor de Nederlandse verzekeringsplicht voor de sociale verzekeringen, ten behoeve van gezinsleden van NAVO-personeel. Ik heb daarbij niet gedoeld op het aanpassen van de ziektekostenregeling van de NAVO. Gezien het gestelde in de antwoorden op de vragen 1 en 3 is het echter niet nodig om de vestigingsovereenkomst van de NAVO aan te passen omdat de gezinsleden gebruik kunnen maken van een ontheffingsmogelijkheid voor de volksverdragen.

1) Kamerstuk 29 689, nr. 92