Ingezonden persbericht

Internationaal overleg over aanpak bluetongue

LTO Nederland heeft vandaag overleg gehad met het Duitse Bauernverband, de Belgische Boerenbond en met de Europese Commissie over de aanpak van blauwtong, en daarbij aangedrongen op een uniforme aanpak, zodat handelsbelangen niet geschaad kunnen worden.

Duitsland zal het 20-km gebied rondom BT-uitbraken ook op Duits grondgebied laten doorlopen. Wanneer deze maatregel van kracht gaat, hangt af van administratieve procedures. Bovendien loopt het 100-km beschermingsgebied ook door. Dit raakt de deelstaten Noordrijn-Westfalen, Hessen en Saarland. Duitsland houdt zich vooralsnog naar een minimumpakket aan maatregelen, en wacht nader overleg in EU-verband af. Dat betekent dat Duitsland nog geen exportverbod heeft afgekondigd. Bovendien lijkt Duitsland moeite te hebben met ophokken, omdat dat voor vele schapenhouders praktisch onmogelijk is.

In België is er overleg tussen overheid en Boerenbond over de te nemen maatregelen. De 100- en 150 km zones lopen immers over een groot deel van Belgisch grondgebied. In de loop van vrijdag wordt meer informatie verwacht. Door de vakanties heeft besluitvorming vertraging opgelopen.

LTO dringt aan op snelle tracering van het transport van herkauwers van de laatste maanden vanuit Limburg naar andere EU-regio's. Hoe eerder afwezigheid van het virus aangetoond kan worden, hoe sneller het exportverbod van levende herkauwers en hun sperma, eicellen en embryo's afgebouwd kan worden en beperkt tot de gebieden direct rondom de uitbraken.

LTO: middel nodig voor strijd tegen BT-mug

Uit contacten met onderzoekers blijkt dat varianten van de Zuid-Europese muggen die BT-virus kunnen overbrengen (Culicoides), in Nederland voorkomen. Daarmee lijkt het ook mogelijk dat deze insecten in de Nederlandse leefomgeving eventueel voorkomend virus kunnen overbrengen tussen herkauwers. Ook lijkt het onder Nederlandse omstandigheden mogelijk te zijn voor BT-virussen om in runderen koudere perioden te overleven, en dat muggen dan, wanneer de temperatuur weer oploopt, weer actief worden en het virus verspreiden.
Culicoides is actief bij mooi weer. Elk plasje water (bijv. hoefafdruk met water; met name op ondoorlatende grond, zoals klei en löss, dus niet op zand) kan als broedplaats voor de mug dienen. De mug komt hoofdzakelijk buiten voor en richten zich vooral op de kop, poten en buik van het schaap. Runderen zijn minder aantrekkelijk voor de mug dan schapen. De mug kan paarden ook steken, maar paarden worden niet door het virus geïnfecteerd. Belangrijk is om te weten dat de Culicoides niet grote afstanden kan overbruggen en dat het mugje zich slecht kan handhaven in droge gebieden, vooral op zand en hoge gronden.
Het is duidelijk dat uitroeiing van Culicoides onmogelijk is, het insect is inheems. De bestrijding moet zich daarom richten op de bescherming van dieren.

Nu wil LNV dat veehouders rondom uitbraken 's nachts hun vee binnenhouden en muggen met een 'toegelaten' insecticide bestrijden. Hier is het probleem dat er geen toegelaten middelen zijn! Vroeger waren Neocidol en deltamethrin (Butox Pour-on) toegelaten o.a. als bestrijder van vliegen, maar de toelating van deze middelen was vervallen. LTO vindt dat het behandelen van herkauwers mogelijk zou moeten zijn om zo de dieren te beschermen en daarom is LNV al bezig met hernieuwde toelating van Neocidol in schapen, en gaat LNV nu aan de slag met toelating van Butox Pour-on.
Paarden worden al beschermd tegen de Culicoides middels al toegelaten middelen, zoals pyrethroiden en citronella houdende producten.

Los van muggenbestrijding zal de inzet gericht moeten zijn op het zo snel mogelijk traceren van dierbewegingen vanuit de getroffen gebieden. Als de theorie klopt dat de mug met vliegtuig op vliegveld Beek geland is, moet LNV daarom snel na kunnen gaan zijn welke bedrijven verdacht zijn, om van daaruit de dierbewegingen te volgen. Van "verdachte" dieren zal snel een bloedmonster genomen moeten worden voor laboratoriumonderzoek, en deze dieren zullen voorlopig binnen of op één plaats moeten blijven totdat onderzoek uitwijst dat de dieren niet meer geïnfecteerd zijn en er dus geen virus meer circuleert. Vervolgstap is dan om zo snel mogelijk de export van levend vee en eicellen/embryo's/sperma voor die delen van Nederland weer vrij te geven. De compartimentsindeling kan daarvoor gebruikt worden, omdat het buitenland en de EU inmiddels gewend is aan deze aanpak.

Mona van Spijk
Klaas Johan Osinga, LTO Nederland