Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie

22 augustus 2006

Nr. 06/119

Eigen verantwoordelijkheid bij invullen arbobeleid werpt vruchten af

Versterking van de eigen verantwoordelijkheid van werkgevers en
werknemers voor veilige arbeidsomstandigheden werpt vruchten af.
Maatregelen die sectoren en bedrijven zelf vormgeven sluiten beter aan bij de knelpunten die daar spelen en worden ook beter nageleefd.
Hierdoor daalt het ziekteverzuim structureel en raken minder mensen arbeidsongeschikt.

Dit blijkt uit de voortgangsrapportage over de uitvoering van de
arboconvenanten, het programma Versterking Arbeidsveiligheid en het programma Versterking Arbeidsomstandigheden Stoffen, die
staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Alle drie deze projecten stimuleren
werkgevers en werknemers om op vrijwillige basis afspraken te maken over verbetering van arbeidsomstandigheden. De resultaten zijn volgens Van Hoof `bemoedigend' en ondersteunen de lijn van de nieuwe Arbowet. In deze wet schrijft de overheid niet langer in detail voor aan welke eisen bedrijven moeten voldoen, maar stelt zij kaders en
randvoorwaarden die werkgevers en werknemers op maat kunnen invullen.

In totaal zijn er 69 arboconvenanten afgesloten, die 3,7 miljoen
werknemers bestrijken, ofwel 53 procent van de werkende
beroepsbevolking. In de arboconvenanten maken werkgevers en werknemers in sectoren afspraken over het verminderen van het ziekteverzuim en verbeteren van de re-integratie van zieke werknemers. Dit gebeurt door de aanpak van problemen als hoge werkdruk, zware lichamelijke
belasting, oplosmiddelen, kwartsstof, schadelijk geluid en agressie en geweld. Onderzoek wijst uit dat in de sectoren waar zo'n convenant
geldt het ziekteverzuim met 22 procent is gedaald (tegenover 9 procent in overige sectoren). De animo van branches om vrijwillige afspraken te maken is groot: oorspronkelijk waren er slechts 20 arboconvenanten gepland. Sectoren blijken ook bereid hierin geld te investeren: van het totale budget voor de convenanten van 310 miljoen komt 213 miljoen voor rekening van de sectoren zelf. Inmiddels zijn 26 convenanten
afgerond waarvan vele maatregelen een duurzaam effect zullen hebben.

Het programma Versterking Arbeidsveiligheid heeft tot doel om het
aantal ongelukken van werknemers te verlagen. Jaarlijks vinden
ongeveer 85.000 arbeidsongevallen plaats met letsel en verzuim als
gevolg. Daarvan zijn er 100 met een dodelijke afloop. Dit aantal wordt verminderd door werknemers in bedrijven en sectoren waar de risico's groot zijn bewust te maken van de gevaren en te stimuleren om veilig te werken. Deelnemende bedrijven variëren van een academisch
ziekenhuis (vermindering risico dat werknemers geïnfecteerd raken via injectienaalden) een bouwonderneming (veiligheidsinstructie voor alle werknemers op de bouwplaats), boerenbedrijven (veiligheidskrant) tot een bedrijf in transportwerktuigen (gehoorbescherming). In totaal kent dit programma 21 projecten. Inmiddels is er één afgerond. Dit betrof een chemiebedrijf, dat erin is geslaagd het aantal ongelukken met 40 procent te verlagen. In het kader van dit programma wordt een systeem ontwikkeld dat individuele bedrijven inzicht geeft in de oorzaken en gevolgen van ongelukken, welke kosten ermee zijn gemoeid én hoe ze het beste kunnen worden voorkomen. Ook is er een methode ontwikkeld om
arbeidsongelukken te analyseren. Daarmee ontstaat inzicht in de
belangrijkste gevaren per branche.

Jaarlijks krijgen ongeveer 17.000 mensen in Nederland een
beroepsziekte als gevolg van het werken met gevaarlijke stoffen. Het programma Versterking Arbeidsomstandigheden Stoffen (VASt) vraagt hier aandacht voor, met name in het mkb. VNO NCW, MKB-Nederland,
brancheorganisaties en zes ministeries hebben afspraken gemaakt over een effectieve aanpak van gevaarlijke stoffen in bedrijven. Verder
zijn 64 organisaties betrokken bij de uitvoering van 24
VASt-actieplannen, waarin zij concreet werken aan verbetering van de arbeidsomstandigheden bij het werken met gevaarlijke stoffen, zoals kwartsstof, schoonmaakmiddelen, oplosmiddelen en asbest. Daarnaast
zijn binnen VASt instrumenten ontwikkeld die ten dienste staan aan de uitvoerders van de actieplannen. Zo heeft het programma een instrument opgeleverd dat mkb-bedrijven helpt de risico's in kaart te brengen. Deze zogeheten Stoffenmanager is een digitaal programma, waarvan de software gratis beschikbaar is en door iedereen vrij gebruikt en
veranderd kan worden. Daardoor kunnen branches specifieke versies
maken, zoals bijvoorbeeld is gebeurd door de bouwbranche voor
tegelzetters en stukadoors. Een ander instrument is PIMEX, waarmee de blootstelling aan stoffen zichtbaar kan worden gemaakt en werkgevers en werknemers zich bewust worden van de risico's van stoffen.