Ingezonden persbericht

Nijmegen 7 augustus 2006

Bach Solo II: het koraal centraal

NIJMEGEN - Bach solo II: het oeuvre van de componist J. S. Bach voor orgel is zo omvangrijk en van zo'n hoogstaande kwaliteit, dat twee concerten in de zomerconcertserie van de Nijmeegse Orgelkring in de Sint Stevenskerk louter aan muziek van Bach zijn gewijd. Op dinsdag 22 augustus treedt Wim Roelfsema uit Arnhem op in het tweede Bachconcert. Roelfsema programmeert vooral melodieuze orgelwerken uit het oeuvre van de grootmeester: een partita, een concerto en vier koraalbewerkingen. Het concert begint om 20.30 uur. De toegang bedraagt respectievelijk ¤6,- en ¤ 5,- voor houders van 65+ pas, CJP en studentenkaart. De zomerconcertserie van de Nijmeegse Orgelkring loopt tot en met 12 september.

De variatie in genres en de mate waarin Bach iedere stijl beheerst, maakt hem tot een meestercomponist. Zijn preludia en fuga's en toccata's zijn doorgaans zeer energiek en de fantasia's virtuoos met een zeer ingenieus in elkaar geweven tapijt van meerstemmigheid. Partita's, concerto's en koraalbewerkingen behoren tot de meer melodieuze orgelwerken met een zeer doorzichtige structuur. Wim Roelfsema concentreert zich met name op dit melodieuze aspect van Bach's oeuvre.

Hij opent met drie koraalbewerkingen van Nun komm, der Heiden Heiland. Koraalbewerkingen van Bach zijn te beschouwen als puur muzikale gedichten waarbij de componist zich liet inspireren door de titel, tekst of sfeer van een lied. Door zijn grote creativiteit kwam Bach tot zeer gevarieerde composities, zoals een bewerking waarbij de koraalmelodie zeer licht en sierlijk omspeelt wordt, een triovorm, een variant waarbij drie stemmen met een zelfstandige melodie ingenieus in elkaar gevlochten zijn en een variant waarbij het volle werk van het orgel klinkt (plenum).
Een bijzondere vorm van koraalbewerkingen vormt de Partita. Roelfsema speelt de Partite diverse sopra Sei Gegrüßet, Jesu gütig. De partita vangt aan met een eenvoudige harmonisatie van de korte koraalmelodie, daarna volgen tien variaties en als afsluiting klinkt een vrije fantasie over het koraal. De variaties zijn wezenlijk verschillende van karakter. Soms lijkt het alsof een blokfluittrio speelt of een blazersolo begeleid door een cello, maar een andere keer hoort u weer het plenum van het orgel. Die variatie maakt de partita tot een zeer levendige compositie.

Centraal in Roelfsema's concert klinkt het Concerto in C, gebaseerd op het Concerto in D, "Grosso Mogul" voor viool, strijkers en basso continuo van Antonio Vivaldi. Bach heeft bij deze orgelbewerking zo ingenieus gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het orgel biedt, dat het lijkt alsof u een barokensemble hoort spelen dat bestaat uit verschillende instrumenten: een fluit, viool, hobo, cello en een continuo. Alles klinkt zo helder en zo doorzichtig, dat de verschillende stemmen afzonderlijk goed te volgen zijn en tegelijk in een perfecte harmonie met elkaar zijn. Bach maakte vaak orgelbewerkingen van concerto's van componisten die voor hem een "Groot Voorbeeld" waren. Antonio Vivaldi behoort zeker tot die categorie.

Wim Roelfsema (1967) studeerde orgel aan het conservatorium in Arnhem en Enschede en vervolgde zijn studie met een VSB-beurs aan het conservatorium in Riga. Hij is organist in de Waalse kerk in Arnhem en aan de Parkstraatkerk en de Grote Kerk in Velp. Roelfsema treedt (internationaal) solo en als begeleider op. Een cd met onder meer werken van Bach nam hij op in de Eusebiuskerk in Arnhem.
---

Noot voor de pers,