Gemeente Utrecht


2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
87 Vragen van de heer V. Oldenborg
(vragen binnengekomen op 2 augustus 2006
en antwoorden van het college verzonden op 22 augustus 2006)


Schriftelijke vragen van Leefbaar Utrecht naar aanleiding van legionella besmetting.

Naar aanleiding van de ontdekking van de legionellabacterie in de waterleidingen bij de woningen in de Amstelstraat in de Rivierenwijk en het onderzoek naar mogelijke oorzaken heeft de fractie van Leefbaar Utrecht de volgende vragen aan het college;

1. in welk stadium is het college op de hoogte gesteld door of Bo-EX of Hydron.


Op woensdag 19 juli door Hydron (enkele uren na het bekend worden van de uitslagen in het laboratorium van Hydron).

2. Welke stappen heeft het college ondernomen.


Het college heeft partijen (Bo-Ex, Hydron, ingenieursbureau Tauw, Eneco, GG&GD) bijeengeroepen, aan hen gevraagd om de volgende dag met een concreet plan van aanpak te komen, en dit plan vastgesteld (donderdag 20 juli). De uitvoering van het plan is gestart op vrijdag 21 juli.

De maatregelen waren erop gericht om:
- De kans op verdere blootstelling en dus ook op een infectie met Legionella te minimaliseren door het aanbrengen van een douchekop met bacteriefilter (Bo-Ex) en voorlichting over maatregelen die de bewoners zelf moesten nemen (GG&GD).
- Vast te stellen wat de uitgebreidheid van het Legionellaprobleem is door metingen van de temperatuur vann het koude kraanwater en het nemen van watermonsters voor onderzoek op Legionella (Hydron).
- De temperatuur van het koude leidingwater te verlagen door technische maatregelen (Bo-Ex, Eneco, Tauw)
- Een heldere communicatie met de bewoners te voeren (2 bewonersavonden met als voorzitter een communicatieadviseur van het stadhuis en loco-burgemeester aanwezig, persbijeenkomst en een speciale nieuwsbrief door Bo-Ex).


De genomen maatregelen zijn verwoord in een brief aan de betrokken bewoners.

3. Heeft het college ook overwogen om te onderzoeken of er op meerdere plaatsen in Utrecht op een dergelijke wijze waterleidingen en stadsverwarmingleidingen zijn aangebracht welke dezelfde problemen kunnen veroorzaken?

Zo ja: Wat heeft het college voor acties ondernomen.

Zo nee: Is het college nog van plan dit te doen en mogelijke resultaten kenbaar te maken


Nee.

Binnen de afdeling bouwbeheer van de gemeente Utrecht wordt bij de toetsing van een bouwvergunning en bij toezicht in de bouw gecontroleerd of er wordt voorzien in plaatsingsruimte voor de verschillende toestellen (bad, toilet) en installaties (elektra, water, gas), danwel of deze aanwezig zijn. Hoe leidingen worden aangelegd is aan de nutsbedrijven, installateurs en aan de bouwer zelf. (Het hoofdleidingennet / infrastructuur is overigens geen onderdeel van de bouwvergunning.)


Vanuit het oogpunt van bouw en woningtoezicht zijn er geen bijzondere signalen en daarmee geen aanleiding voor verder onderzoek. Ook gezien de uitzonderlijke samenloop van omstandigheden in onderhavig geval ziet het college geen aanleiding voor onderzoek op meerdere plaatsen.


---- --