Provincie Groningen

te weinig statushouders Gemeenten Bedum, Loppersum en Bellingwedde huisvesten te weinig statushouders 24 augustus 2006

GS hebben besloten de zogenaamde "in de plaatstredingsprocedure" te starten voor de gemeenten Bedum, Loppersum en Bellingwedde voor de huisvesting van statushouders. GS constateren dat deze drie gemeenten hun taak op het gebied van de huisvesting van statushouders niet uitgevoerd hebben.

Volgens de Huisvestingswet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het huisvesten van statushouders overeenkomstig de voor die gemeente geldende taakstelling. Het toezicht hierop is neergelegd bij de provincies. Het is aan deze toezichthouders om te bepalen of gemeenten op een adequate manier uitvoering geven aan hun verplichting. Mocht dit niet zo zijn, dan voorziet de toezichthouder in de uitvoering namens en ten laste van de gemeente, het zogenaamde "in de plaats treden". Praktisch gezien betekent dat, dat GS voorzien in de woonruimte voor de nog te plaatsen statushouders op kosten van de gemeente. Voordat GS "in de plaats treden", stellen zij de betreffende gemeente een termijn waarbinnen de gemeente alsnog zelf de statushouders kan huisvesten. Deze termijn kan maximaal 6 maanden bedragen, gerekend vanaf de datum waarop de gemeenten aan hun verplichting hadden moeten voldoen (1 juli 2006).

Categorieën gemeenten
De provincie Groningen heeft het afgelopen halfjaar zowel op bestuurlijk- als op ambtelijk niveau intensief contact onderhouden met de gemeenten die bij de uitvoering van de taakstelling een achterstand hebben opgelopen. Deze gemeenten zijn nadrukkelijk verzocht de volledige taakstelling per 1 juli 2006 te realiseren en hierover te rapporteren. Uit de binnengekomen rapportages blijkt dat de meeste gemeenten er door diverse oorzaken deze gemeenten niet in geslaagd zijn de taakstelling te realiseren. GS hebben de gemeenten nu ingedeeld in drie categorieën:

Categorie 1: gemeenten die hun achterstand nagenoeg hebben weggewerkt. Hieronder vallen de gemeenten Leek, Menterwolde en Zuidhorn. Categorie 2: gemeenten met een (aanzienlijke) achterstand uit vorige periodes, die het afgelopen halfjaar er blijk van hebben gegeven actief bezig te zijn om de openstaande taakstelling te realiseren maar worden geconfronteerd met problemen Deze gemeenten zijn weliswaar ingelopen op de achterstand maar hebben de volledige taakstelling niet gerealiseerd. Hieronder vallen de gemeenten: De Marne, Eemsmond, Grootegast, Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Scheemda, Marum, Pekela, Reiderland, Slochteren en Vlagtwedde
Categorie 3: Gemeenten met een (aanzienlijke) achterstand uit voorgaande periodes, die op geen enkele wijze hebben aangetoond uitvoering geven aan de wettelijke verplichting om statushouders te huisvesten en/of in de periode 1/1/2006 - 1/7/2006 geen statushouders hebben gehuisvest. Hieronder vallen de gemeenten Bedum, Loppersum en Bellingwedde. Voor de gemeente Bedum gaat het om een taakstelling van 16 statushouders, voor Loppersum om 10 statushouders en voor Bellingwedde om 19 statushouders.

Procedure
Deze laatste categorie gemeenten hebben deze week bericht ontvangen over het besluit van GS om nu de "in de plaatstredingsprocedure" te starten. Zij krijgen van GS de mogelijkheid om alsnog te voldoen aan de wettelijke verplichting; daarvoor wordt een termijn gesteld tot 31 december 2006. Indien één van deze drie gemeenten de taakstelling niet heeft uitgevoerd aan het eind van het jaar, zullen GS in de plaats treden van de betreffende gemeente en het resterende aantal statushouders op kosten van de gemeente huisvesten.

24 augustus 2006