Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Smilde over het opschorten van de aanvullende verzekering van wanbetalers

Kamerstuk, 25-8-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Smilde over het opschorten van de aanvullende verzekering van wanbetalers (2050617540).

DBO-K-U-2709467

25 augustus 2006

Vraag 1
Kent u het bericht over de plannen van de zorgverzekeraars om de aanvullende verzekering op te schorten voor wanbetalers?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van de oorzaken van de betalingsachterstanden?

Antwoord 2
Nee, dat overzicht kan ik niet geven. Zoals ik ter nadere toelichting in antwoord op de vragen van mevrouw Kant over deze materie (vraagnummer 2050617490) heb opgemerkt gaat het hier om een persoonlijke afweging van iedere burger om, de eigen financiële omstandigheden in aanmerking nemende, een aanvullende ziektekostenverzekering af te sluiten. De eigen verantwoordelijkheid voor de premiebetaling vloeit daaruit voort. Ik zie voor de overheid geen reden onderzoek te doen naar deze persoonlijke afwegingen. Los daarvan zijn er praktische belemmeringen die een succesvol onderzoek in de weg staan. Uit de in juni j.l. verschenen zorgmonitor van de NZa blijkt dat de maandpremies voor aanvullende ziektekostenverzekeringen variëren van EUR 5 tot EUR 77, mede vanwege de grote verschillen in dekking. Het gaat dus om een zeer heterogeen product.

Vraag 3
Om welke groepen mensen gaat het bij deze betalingsachterstanden?

Antwoord 3
In het verlengde van het antwoord op vraag 2; daar heb ik geen inzicht in.

Vraag 4
Wat is er tot nu toe gedaan om premie-achterstanden te voorkomen?

Antwoord 4
De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen van achterstanden ligt bij de verzekerden die tot het sluiten van de aanvullende verzekeringen zijn overgegaan. Ik heb geen inzicht in wat zij hebben gedaan om de premie-achterstanden te voorkomen.

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kant (SP), ingezonden 9 augustus 2006, (vraagnummer 2050617490)