Kamervragen Van der Ham over het pleidooi Poolse president inzake invoering doodstraf in de EU
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van der Ham over het pleidooi van de Poolse president Lech Kaczynski inzake invoering van de doodstraf in de Europese Unie. Deze vragen werden ingezonden op 1 augustus 2006 met kenmerk 2050617190.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van der Ham (D66) over het pleidooi van de Poolse president Lech Kaczynski inzake invoering van de doodstraf in de Europese Unie.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitlatingen van de Poolse president Lech Kaczynski die pleit voor de invoering van de doodstraf in de Europese Unie? Hoe waardeert u de argumenten die de president hiervoor gebruikt?
Vraag 2
Deelt u de mening dat de Europese Unie een waardengemeenschap dient te zijn en dat de doodstraf daarin niet thuishoort?
Antwoord
President Kaczynski heeft gezegd persoonlijk voorstander te zijn van de doodstraf voor moord en dat een staat niet van deze straf kan afzien. Deze persoonlijke mening van President Kaczynski komt niet overeen met het standpunt van de Europese Unie en haar lidstaten t.a.v. de doodstraf. President Kaczynski heeft er blijk van gegeven zich hiervan bewust te zijn.
Alle lidstaten van de Europese Unie, die een waardengemeenschap is, zijn partij bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het Zesde Protocol bij dit Verdrag, dat ook door Polen is geratificeerd, voorziet in een verbod op de doodstraf.
Vraag 3
Bent u bereid de Poolse regering over dit standpunt te onderhouden? Bent u bereid om duidelijk te maken dat de Nederlandse regering de doodstraf afwijst en de discussie hieromtrent geen meerwaarde vindt hebben? Zo ja, hoe wilt u dat gaan doen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De uitlatingen van President Kaczynski betreffen geen voorstel tot herinvoering van de doodstraf, maar een persoonlijke mening van de Poolse president, zoals ook publiekelijk verklaard door de Poolse premier op 4 augustus jongstleden. Derhalve zie ik op dit moment geen aanleiding de Poolse regering hierover aan te spreken. Er is thans geen aanleiding te veronderstellen dat de Poolse regering zich niet gebonden acht aan het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, dat in artikel 2.2 bepaalt: "Niemand mag tot de doodstraf worden veroordeeld of terechtgesteld."