Provincie Gelderland

|                                            |Nr.   |2006-419       |
|                                            |Arnhem|29 augustus    |
|                                            |,     |2006           |
gedeputeerde staten wijzen minister wijn op debacle gelderse energieprojecten door stopzetten mep

Een belangrijke regeling voor de financiering van elektriciteitsproductie uit duurzame bronnen zoals biomassa en wind is op 18 augustus jl. door minister Wijn van Economische Zaken stopgezet. Volgens de minister wordt de Nederlandse doelstelling van 9% duurzame elektriciteit in 2010 al gehaald met bestaande projecten. Voor Gelderland zou dit betekenen dat circa 15 (ver)gevorderde initiatieven voor biomassacentrales en windparken niet worden gerealiseerd; vaak na jarenlange voorbereiding. Gedeputeerde Staten dringen er bij de minister op aan maatregelen te nemen die de komende jaren duurzame-energieprojecten in Gederland mogelijk maken.

De provincie Gelderland voert mede op basis van convenanten met het Rijk sinds 2004 structureel beleid voor gunstige randvoorwaarden en ondersteuning van duurzame-energieprojecten. Deze inspanningen lijken nu deels voor niets; vooral initiatiefnemers in MKB en agrarische sector dreigen de dupe te worden. Gedeputeerde Staten (GS) beraden zich verder over consequenties voor het provinciale beleid en - in interprovinciaal verband - over bestuurlijke samenwerking met het Rijk op gebied van energie en klimaat in de toekomst.

De regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) biedt exploitanten van biomassacentrales en windparken 10 jaar lang een vast subsidiebedrag per geleverde kilowattuur ter compensatie van de onrendabele top. Dit bedrag wordt jaarlijks bijgesteld omdat de productiekosten van duurzame energie gestaag dalen. Op dit moment is de exploitatie van nieuwe projecten zonder MEP-subsidie echter onmogelijk of in het beste geval (bij biomassacentrales die ook warmte leveren) twijfelachtig.

Twijfel
Het motief van de minister is dat de doelstelling van 9% duurzame elektriciteit in 2010 lijkt te worden gehaald met gerealiseerde en reeds in behandeling genomen nieuwe projecten. Gedeputeerde Staten trekken dit echter in twijfel. Het gaat bijvoorbeeld om projecten waarvoor vergunningen nog niet (onherroepelijk) zijn verkregen. Daarnaast is met de 9% duurzame elektriciteit nog geen invulling gegeven aan de meeromvattende doelstelling van 5% duurzame energie (elektriciteit, warmte en koude voor industriële processen en klimaatregeling in gebouwen, transportbrandstoffen). Bovendien is de vraag wat het effect zal zijn op realisatie van doelstellingen voor de periode ná 2010, wanneer alle zeilen moeten worden bijgezet om CO2-emissies en de afhankelijkheid van olie en gas uit geopolitiek gevoelige werelddelen verder te verminderen. De minister zet vooral in op innovatie van vormen van duurzame energie. Maar het moet worden betwijfeld of innovatie alleen ervoor zorgt dat er meer in duurzame energie wordt geïnvesteerd.

Vertrouwen
Het vertrouwen van initiatiefnemers en nevenoverheden in het rijksbeleid heeft in ieder geval een knauw gekregen. GS pleiten ervoor dat vergevorderde, in Gelderland over het algemeen relatief kleinschalige, projecten alsnog met MEP-subsidie kunnen worden gehonoreerd. Betreffende initiatiefnemers hebben, gestimuleerd door het perspectief van rendabele exploitatie op basis van MEP-subsidie, soms al jarenlang geïnvesteerd in de planontwikkeling en de vereiste vergunningaanvragen. Met het besluit van de minister wordt het in deze initiatieven opgebouwde maatschappelijke kapitaal vernietigd. Het gaat ook nog eens om projecten die meerwaarde hebben voor de regionale economie; de initiatiefnemers c.q. beoogde exploitanten en eventueel financieel participerenden behoren veelal tot het MKB en de agrarische sector.

Handrem
Gelderland kan door het besluit van de minister de windenergietaakstelling van de provincie in het kader van de Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie (BLOW) niet realiseren. De klap komt bij bio-energie, energieproductie uit biomassa, nog harder aan. In totaal staat 20-25% van de Gelderse doelstelling voor duurzame energie in 2010 op de tocht. Het Interprovinciaal Overleg spreekt al van eenzijdige opzegging van BLOW door de Minister van EZ. GS mikken voorlopig op reparatiemaatregelen van het kabinet; zo beraadslaagt de minister op 20 september a.s. met de Tweede Kamer over duurzame energie. Het najaar zal worden benut om mogelijke consequenties voor het provinciale energiebeleid in kaart te brengen. In de tussentijd wordt met initiatiefnemers en gemeenten verder gewerkt aan goede projecten; maar noodgedwongen met de handrem erop.



Provincie Gelderland