Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DN. 2006/2262
datum : 31-08-2006
onderwerp : Ganzenoverlast
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Hierbij geef ik antwoord op de vragen die op 17 juli door de leden Atsma en Schreijer Pierik (beiden CDA) zijn ingezonden, betreffende ganzenoverlast.


1
Is het u bekend dat een onlangs geopend fietspad in de gemeente Wymbritseradiel in verband met de aanwezigheid van de kleine rietgans van 15 september 2006 tot 1 april 2007 wordt afgesloten?

Ja.


2
Uit welk beleidskader vloeit dit voort?

Deze afsluiting vloeit niet voort uit het beleidskader faunabeheer, maar vindt plaats op basis van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijnen die in Nederland zijn geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet-1998 (NB-wet).


3
Vindt u deze afsluiting een logisch en gewenst gevolg van het rijksbeleid, onverlet provinciale beleidsvrijheid?

Het fietspad loopt door een foerageergebied van de kleine rietgans. De jaarlijks in Nederland overwinterende populatie kleine rietganzen telt ongeveer 35.000 exemplaren en beperkt zich bijna uitsluitend tot Friesland. Het gaat hier dus om een andere soort dan de grauwe gans en de kolgans waarvoor binnen het beleidskader faunabeheer foerageergebieden zijn aangewezen.

Van deze laatste ganzensoorten kunnen in de topmaanden enkele miljoenen exemplaren Nederland aandoen. Voor deze soorten is Friesland de belangrijkste provincie, maar ook in de rest van Nederland komen aanzienlijke aantallen van deze soorten voor.
Bij het besluit het fietspad aan te leggen, was bekend dat op grond van de Natuurbeschermingswet een habitattoets uitgevoerd dient te worden. Om deze wettelijk verplichte toets de gang van zaken niet te laten vertragen, heeft de gemeente Wymbritseradiel besloten het fietspad aan te leggen met als voorwaarde dat het pad, in afwachting van de uitkomsten van de habitattoets, gesloten wordt gedurende genoemde periode. Of deze afsluiting op termijn nodig blijft, zal blijken uit de nog uit te voeren toets.


4
Kunt u de Kamer een overzicht geven van het aantal en de verspreiding van ganzen in Nederland?

Zie antwoord 3.


5
Acht u, gezien het feit dat de grote toename van aantallen ganzen in Nederland in de zin van de Vogel- en Habitatrichtlijn tot een 'duurzame staat van instandhouding' van deze populaties heeft geleid, deze afsluiting nog nodig?

Zie antwoord 3.


6
Deelt u de mening dat vooral in het noorden van Nederland goede landbouwgronden in toenemende mate worden geconfronteerd met ernstige beperkingen door de aanwezigheid van ganzen (gewasschade, mestoverlast, etc.)?

Het noorden van Nederland is een belangrijk gebied voor de opvang van ganzen. De beperkingen die u noemt als het gaat om overwinterende ganzen vloeien voor boeren voort uit pakketvoorwaarden die in de beschikbare opvangovereenkomsten zijn opgenomen. Boeren hebben de mogelijkheid om op vrijwillige basis een opvangovereenkomst voor ganzen af te sluiten. Indien boeren kiezen om niet aan deze opvangovereenkomst deel te nemen, staan middelen tot hun beschikking om schade te voorkomen, waaronder verjaging met ondersteunend afschot.


7
Bent u bereid om beperkingen aan boerenbedrijven en de afsluiting van wegen en paden als gevolg van de aanwezigheid van ganzen tegen te gaan, indien u concludeert dat daartoe vanwege de grote aantallen ganzen geen noodzaak bestaat?

Afsluiting van het fietspad door de gemeente Wymbritseradiel is een gevolg van het feit dat op grond van de Natuurbeschermingswet een habitattoets uitgevoerd dient te worden en is geen gevolg van de aanwezigheid van grote aantallen ganzen. Voor de beperkingen aan boerenbedrijven zie verder antwoord 6.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman